Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

KUNSTENAARS / ARTISTS

Luc Tuymans - 2009 - De volmaakte verdwijning [NL, review]
Review , 2 p.

 



__________

Hans Theys


De volmaakte verdwijning
Luc Tuymans in Wiels



Tot 2 augustus kan u in Wiels (Brussel) terecht voor ‘Against the Day’, een solotentoonstelling van Luc Tuymans (°1958) met twintig nieuwe schilderijen, die samen het derde deel vormen van een trilogie. Het eerste deel van deze trilogie heette ‘Les Revenants’ en werd in de lente van 2007 getoond in beide ruimten van Zeno X (Antwerpen), het tweede deel heette ‘Forever. The Management of Magic’, en werd in de lente van 2008 getoond in een van de ruimtes van David Zwirner in New York. Ik heb deze drie tentoonstellingen bezocht.

Wat deze tentoonstelling in de eerste plaats bijdraagt aan de trilogie, is de prachtige ruimtelijke werking, die mogelijk gemaakt wordt door de omvang van de zalen en de mogelijkheid te spelen met daglicht. Sommige werken in New York waren niet alleen erg groot, de ruimtes waren ook te klein om werkelijk afstand te kunnen nemen van de schilderijen. Dit is belangrijk, omdat Tuymans’ omzetten van bestaande beelden in schilderijen niet alleen leidt tot een vlekkerige, gesauste verbrokkeling van deze beelden, maar ook tot schilderijen die, zeker van op afstand gezien, een krachtige beeldwerking blijven behouden. Dit is heel goed te zien in deze tentoonstelling, waarin we relatief kleine werken van op grote afstand kunnen bekijken, vervolgens van dichtbij kunnen bestuderen, en dan weer van veraf kunnen zien samenvloeien tot gebalde beelden. Dit vergruizen en opnieuw verstrakken van beelden vormt de kern van Tuymans’ werk, dat ernaar streeft de bedreigende, beeldende aanwezigheid of macht van voorwerpen, beelden of mensen uiteen te rafelen en vervolgens opnieuw te bundelen in een even sterk of nog krachtiger beeld, dat nu echter in de wereld geslingerd wordt door de kunstenaar, als een woedende anti-demiurg.

De adembenemende, ruimtelijke werking van de tentoonstelling wordt versterkt doordat Tuymans, op elk van de twee gebruikte verdiepingen, twee van de vier valse wanden waarachter ramen schuilgaan (in twee tegenover elkaar liggende gevels, die zich links en rechts van de wandelrichting bevinden), kruiselings heeft verwijderd, waardoor er vanuit twee hoeken diagonaal licht in de ruimte stroomt. Meestal stemt deze lichtinval overeen met de lichtinval van de schilderijen die in de hoeken werden opgehangen, bijvoorbeeld het prachtige schilderij Office – met de bevreemdende, te lage stoel en het lege schilderij op de achtergrond –, dat vanuit de rechterbovenhoek wordt belicht.

Zoals gezegd vormt deze tentoonstelling op thematisch vlak het sluitstuk van een drieluik. Het eerste deel van deze trilogie was voornamelijk gewijd aan de manier waarop de katholieke kerk en de Jezuïeten beelden hebben gebruikt om hun macht te ontplooien. Het tweede deel was gewijd aan Walt Disney en diens plannen voor een visionaire stad. Het derde deel is gewijd aan de ‘virtuele beelden’ die tot ons komen via de televisie en het internet of die wij zelf maken met onze fotograferende gadgets. Een rechtstreeks webcam-beeld van een sluipschutter in Bagdad (gefilmd door diens vizier) ontmoet een beeld van een huiveringwekkende slaapzaal uit een Big Brother-programma (waarin de bedden van de deelnemers in een cirkel staan opgesteld) of een door Tuymans zelf gemaakte foto van zijn eigen schaduw.

Op het eerste gezicht is het verband tussen deze laatste tentoonstelling en de eerste twee luiken van de trilogie niet duidelijk. Pas als je Tuymans’ eigen oeuvre als onderwerp van het derde luik beschouwt, als hedendaagse, narcistische pendant van de katholieke beeldcultuur en de amusementsindustrie, zie je wat de drie luiken verbindt: het verdwijnen van de wereld, het verdwijnen van de mens, het verdwijnen van alles wat op een naakte manier aanwezig durft te zijn. De foto van Tuymans’ schaduw, die op een voor Tuymans uitzonderlijk kleurige en ‘geschilderde’ manier werd omgezet in een schilderij (tijdens de persvoorstelling vergeleek hij dit schilderij met het werk van Monet), herinnert aan het schilderij met de schaduw van Walt Disney, dat in New York te zien was. Terwijl de schaduw van Disney uiteen schift, klontert Tuymans’ schaduw samen, alsof hij zich willen verdichten tot een voelbare aanwezigheid.

Voor mij is dit een schokkende tentoonstelling. Ik ben in de ban van het thema en ik ben vervoerd door de vederlichte vorm, maar overal zie ik zwevende melanomen: vieze, onheilspellende vlekjes, die van ver doen denken aan de grappige manier waarop Francis Picabia en Raoul De Keyser vlekjes in uitgespaarde openingen plaatsen, maar die nu als kleurige zweren over een steeds donkerder wordende, griezelige werkelijkheidservaring berichten. Het lijkt alsof deze kunstenaar enkel ‘s nachts leeft en ondanks zijn vijfendertig jaar durende, moedige en briljante strijd tegen een bedreigende verschijning van de werkelijkheid en een bijna magisch aanroepen en bezingen van het oplossende vermogen van het licht, nog altijd niet in zichzelf of in de wondere veerkracht van onze wereld gelooft.


Montagne de Miel, 1 mei 2009