Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Joëlle Tuerlinckx - 2001 - Over elastieken en fotokopieën [NL, interview]
, 1 p.




__________

Hans Theys


Over elastieken en fotokopieën
Een ontmoeting met Joëlle Tuerlinckx



‘Gisteren ben ik bij touwslagerij Smits-Henin op zoek gegaan naar het garen waar ik vroeger Tailled’homme mee heb geknoopt,’ vertelt Tuerlinckx. ‘Ik heb een prachtige klos gevonden met identiek hetzelfde garen. Hoe groot is Maurice eigenlijk? Ik zou een nieuwe Tailled’Homme willen knopen op basis van zijn lengte… Terwijl ik op zoek was naar dat garen stuitte ik ineens op elastieken voor onderbroeken. Ik heb er een paar gekocht voor de grootste maat. Ik denk dat ik de lengte van een bepaald voorwerp zal aangeven door de elastiek over dezelfde afstand te kleuren. De elastiek moet wel langer zijn dan het voorwerp, zodat er een wit stuk met een toevallige lengte overblijft. Daarna span ik de elastiek op tussen de zoldering en de vloer van een ruimte, zodat de nieuwe lengte van het voorwerp in kwestie wijzigt naargelang van de hoogte van de ruimte en de mate waarin ik de elastiek opspan.
    Ik ben gisteren ook kleurenfotokopieën gaan maken. De mensen die in die winkel werken begrijpen niet hoe het mogelijk is dat iemand zoveel geld spendeert aan het fotokopiëren van idiote voorwerpen zoals een stok die in rode verf gedompeld is. Toch zien de fotokopieën van die stok er fantastisch uit. De mogelijkheden zijn bijna onbeperkt. Op zich ziet zo’n fotokopie er al wonderlijk uit. Je ziet een reproductie van een voorwerp, maar tegelijk zie je ook andere zaken, schaduwen en lichteffecten die zich voordoen aan de rand van het voorwerp. Maar als je alle zijden van het voorwerp fotokopieert kan je het voorwerp ook helemaal namaken. Je kan een soort van bouwpakket maken waardoor anderen je stok kunnen reproduceren. Je kan papieren replica’s maken in alle formaten. Je kan het voorwerp uitvergroten en verkleinen. Ik ben meteen op zoek gegaan naar Tiense suikerklontjes omdat ik zin had een grote, papieren suikerklont te maken, maar ze verkopen alleen nog klontjes met zo’n middenstreep. Dankzij die streep weten de consumenten waar ze hun klontje doormidden kunnen breken. Dat is belangrijk, want we leven in het tijdperk van het dieet. Alles moet licht zijn. De mensen doen geen klontjes meer in hun koffie, maar halve klontjes. Dan ben ik maar op zoek gegaan naar zo’n grote, cementen tegel waar ze in Brussel de voetpaden mee aanleggen. Ik had zin om een papieren tegel met een oppervlakte van een vierkante meter te maken.’


Montagne de Miel, 26 september 2001