Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Anne Daems - 2006 - Handzame cinema [NL, essay]
Tekst , 3 p.




__________

Hans Theys


Handzame cinema
Alles over de draagbare bioskoopjes in de tekeningen van Anne Daems



De tekeningen van Anne Daems spelen zich meestal af op een klein oppervlak op het blad papier. Ze bestaan uit dunne, ogenschijnlijk onzekere potloodlijnen en vlakjes die ingekleurd worden met kleurpotlood. De beelden lijken op te duiken uit een overbelichte foto. Ze overleven in een voornamelijk witte omgeving.

In 1999 vertelde Anne Daems mij dat ze tekeningen maakte van dingen die ze had gezien, maar niet had kunnen fotograferen. Ik vroeg haar of dit nog steeds zo was. ‘Niet echt,’ zei ze. ‘Tekenen en fotograferen zijn twee verschillende bezigheden geworden. Ze vloeien voort uit dezelfde vorm van observeren, maar de foto’s worden op straat gemaakt en de tekeningen thuis. Meestal zijn het reconstructies van dingen die ik heb gezien, soms met lichtjes gewijzigde composities. Een ander verschil berust in de onderschriften die bij de tekeningen horen. Ze zijn niet meer dan een samenvatting van mijn gedachten op het ogenblik dat ik iets heb gezien, maar ze brengen de tekeningen toch samen in een welbepaald universum.’

Een van de dingen die mij vandaag in de tekeningen treffen is het opduiken van haren, bijvoorbeeld in de tekeningen Juist geknipte haren en Een paar lange zwarte haren op haar hemd. De eerste tekening toont een beeld dat we niet vaak zien, maar allemaal kennen: een gezicht dat lichtjes ontsierd of verdierlijkt wordt door pas geknipte haren. De tweede tekening illustreert de kritische manier waarop we naar elkaar kijken.

Natuurlijk zijn deze haren louter potloodlijnen. De onderschriften zouden ook kunnen luiden: ‘Pas geknipte potloodlijnen’ en ‘Een paar lange zwarte potloodlijnen op haar hemd’. Ze herinneren ons aan tekeningen met als titel: ‘Om krassen op de houten vloer te voorkomen werd de sofa op vier theedoeken geplaatst om hem naar het andere eind van de kamer te slepen’. Ik vraag mij af of Anne Daems zelf sofa’s op vier theedoeken plaatst om houten vloeren te beschermen. De tekeningen vertonen geen diepte. Er wordt geen perspectief gebruikt. De wereld is plat. In de verwarring tussen potloodlijnen, haren en krassen toont de wereld zich als een zwakjes oplichtende plek die zich makkelijk laat verwonden.

Een andere tekening toont ons zeewier in een badkuip. Er ontstaat een grappig contrast tussen het raster van de muurtegels en de organische vorm van het drijvende wier.

Onlangs toonde Anne Daems een diaprojectie met als titel 72 Girls and Some Boys who Could be Models. De foto’s werden gemaakt in New York. ‘Misschien is deze reeks typisch voor New York,’ vertelt Daems, ‘want die stad kent ongetwijfeld het hoogste percentage mensen die fotomodel willen worden of er minstens uitzien alsof ze fotomodel willen worden. Alle meisjes en jongens die ik heb gefotografeerd hadden echt modellen kunnen zijn, als ze niet behept waren met een gering gebrek zoals een lichtjes te grote neus of te grote oren. In die kwetsbaarheid vind ik een nieuwe schoonheid.’

‘Haren en andere onvolkomenheden duiken op waar ze niet thuishoren,’ zeg ik.

‘Neen,’ antwoordt ze, ‘het gaat niet om hun misplaatst zijn. Als je kijkt naar de video die ik in Australië heb gemaakt van mensen die hun boodschappen ronddragen in doorzichtige plastic tasjes, dan zie je dat ik niet geboeid ben door het misplaatst zijn van de aubergine of de tomaat, maar wel in het licht dat wordt opgevangen door de plastic tassen, waardoor je gaat letten op de prachtige stillevens die worden rondgedragen door mensen die zich onbewust zijn van deze schoonheid.’

‘Draagbare bioscoopjes?’ vraag ik.

‘Ja,’ zegt ze, glimlachend.

Ik luister naar haar zachte stem en ik probeer de omvang van haar neus en oren in te schatten. Ze heeft zwarte haren die ooit zullen loslaten en misschien het witte oppervlak van een kussensloop zullen verstoren.

Kleine dingen gaan even glanzen en verdwijnen dan.

De verschillende patronen van de vier theedoeken onder de poten van de zitbank krijgen iets feestelijks. Kleine spiegels van kleur op een neutrale achtergrond. Droombeelden in een wit ingewand. Perfect geïsoleerde momenten, gevat in een handzame vorm van cinema.

Zo ziet Anne Daems de zaken, dus. Wij hebben de mening van de kunstenaar over het eigen oeuvre te respecteren. Toch denken wij terug aan de tijd dat zij in warenhuizen mislegde voorwerpen fotografeerde. Wij begrijpen hoe dit mislegde voorwerp zich plots op een nieuwe manier toonde. Wij begrijpen ook hoe elk zichtbaar worden een soort van verplaatsing vergt (zoals wij schreven over Guillaume Bijl). Maar toch denken wij dat deze zoektocht naar onvoorspelbare momenten van schoonheid een hang naar scheefheid en verkeerd in elkaar geplakt zijn verhult.

Op een tekening zien we een dame die een bosje peterselie tussen de borsten draagt. Daems bekent dat ze dit niet met eigen ogen heeft gezien. Wat mij treft is de afwezigheid van diepte (borsten) en het verschijnen van twee driehoekige hemdsboorden. Dezelfde driehoeken duiken op in die vreemde tekeningen (bijvoorbeeld Lunchtime) waarin mannen uitsluitend worden voorgesteld door middel van hemdsboorden en een das. In de peterselie-tekening blijven de hemdsboorden behouden, maar is de das vervangen door een krullend kruid. De dame uit de oorspronkelijke anekdote werd vervangen door een man met een misplaatst orgaan.

Althans, zo zie ik het vandaag. Wij komen hier later op terug.


Montagne de Miel, 15 november 2006