Hans Theys est un philosophe du XXe siècle, agissant comme critique d’art et commissaire d'exposition pour apprendre plus sur la pratique artistique. Il a écrit des dizaines de livres sur l'art contemporain et a publié des centaines d’essais, d’interviews et de critiques dans des livres, des catalogues et des magazines. Toutes ses publications sont basées sur des collaborations et des conversations avec les artistes en question.

Cette plateforme a été créée par Evi Bert (Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) en collaboration avec l'Académie royale des Beaux-Arts à Anvers (Groupe de Recherche ArchiVolt), M HKA, Anvers et Koen Van der Auwera. Nous remercions vivement Idris Sevenans (HOR) et Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

David Altmejd - 2016 - Een voorzichtige tentoonstelling [NL, review]
Texte , 3 p.




__________

Hans Theys


Een voorzichtige tentoonstelling
Enkele woorden over het werk van David Altmejd


Voor uw vliegende reporter is deelnemen aan de persmomenten van Xavier Hufkens altijd een precair mentaal avontuur. Omdat de verenigde nationale pers niet is geïnteresseerd in plastische kunst, tenzij haar vertegenwoordigers een carnavalesk of anderszins mediageniek karakter of voorkomen hebben, is de galerie op het vernuftige idee gekomen de geringe aanwezigheid van journalisten te verbloemen voor de internationale kunstenaars door ook een aantal verzamelaars uit te nodigen die aldus op intieme wijze kennis kunnen maken met de kunstenaar en zijn of haar gedachtengoed.
Zoals iedereen weet, worden de vruchten van alle arbeid op deze aarde met steeds toenemende snelheid aangezogen door het immer aangroeiende zwarte gat van het kapitaal. Op de ‘event horizon’ of ‘gebeurtenis-grens’ van dit onverzettelijke verdwijnpunt speelt zich de kunstmarkt af. Daar bubbelt en spettert het. Reflectie is daarbij niet echt van node en eigenlijk zelfs potsierlijk. Waarom bestaat er eigenlijk geen kritiek van de olieplatformbouwers, chocoladefabrikanten of aannemers? Gisteren was ik op bezoek bij een sympathiek aannemer-verzamelaar, die mij een nog ingepakte, omvangrijke installatie van Pistoletto toonde die in de garage schuilging achter zijn Ferrari. Ik ben vergeten hem te vragen of hij behoefte heeft aan critici van het aannemerschap. Wel scheen hij belang te hechten aan mijn oordeel, omdat hij zelf niet goed wist of iets mooi was of niet. Zou dat mijn rol zijn?
Vandaag stond ik bij Hufkens op mijn laptop te tokkelen toen een vrouwelijk kunstenaar van adellijke afkomst mij voorstelde aan haar moeder, die ze allicht vergezelde om haar bij te staan met artistiek-commercieel advies. ‘Ik zag dat u woorden noteert,’ sprak haar mama. ‘Ja mevrouw,’ sprak ik, ‘dat is mijn beroep.’ ‘Bedoelt u dat u daarvan leeft?’ vroeg ze. ‘Hoogst interessant!’


Rondleiding

Intussen was de rondleiding begonnen. David Altmejd (°1974) is een aantrekkelijk, zacht ogend man die onopvallend gekleed gaat, waarmee ik bedoel dat hij geen enkele vorm van status tot uitdrukking brengt met zijn kleren, die bovendien tijdloos zijn. Alleen uit het diamantje in zijn linkeroorlel blijkt enige extravagantie. In het algemeen zou je het oeuvre van Altmejd ongetwijfeld extravagant kunnen noemen. Veel van zijn sculpturen zijn heel complex, gedacht vanuit een architecturale benadering van het lichaam of een lichamelijke benadering van de architectuur. Ze zijn nauwelijks te beschrijven. Hij gebruikt plexiglas, spiegels, kristallen, kettingen, opgezette dieren, kunsthaar, textiel en vele andere materialen om transparante laboratoria te maken die ingewanden lijken te hebben of reuzen die soms op machines lijken. Zijn werk is soms seksueel geladen en soms lijkt het frigide. Het is koud en warm tegelijk, mechanisch en bloedend, donker en licht.
Vanaf 17 maart toont Altmejd zeven reuzen in de grote, centrale zaal van het Brusselse Museum voor Schone Kunsten. “Daar moet ik echt opboksen tegen een zeer aanwezige ruimte en een groot aantal bezoekers, zodat het heel schreeuwerige werken zullen worden,” vertelt hij, “maar in deze prachtige galerie, waar ik nu voor de vierde keer mag tentoonstellen, heb ik geopteerd voor luchtige, serene, stille werken.” Het is inderdaad een brave, ingehouden tentoonstelling geworden. Twee werken zijn remakes van sculpturen die hij als student heeft gemaakt, maar die hij niet heeft kunnen bewaren. Ze bestaan uit met spiegels beklede ribben van opeengestapelde, holle kubussen die doen denken aan de beroemde sculpturen van Sol LeWitt.
Glimlachend vertelt Altmejd dat deze sculpturen hem doen denken aan het beroemde werk Erased De Kooning Drawing uit 1953, waarvoor Rauschenberg van De Kooning een moeilijk uitwisbare houtskool- en olieverftekening kreeg (waarvan het uitgommen een maand duurde), net zoals Altmejd zelf een soort van ‘Erased Sol LeWitt’ heeft gemaakt. Tegelijk wijst hij op enkele zwevende kubussen op de hoeken, die bij LeWitt niet voorkomen.

Vervolgens kijken we naar een in kneedepoxy geboetseerd en met acryl en hars beschilderd hoofd dat boven de neusbrug overgaat in een ondersteboven geplaatst tweede hoofd. Het geheel heeft één paar ogen en één paar wenkbrauwen en kan ‘ondersteboven’ gezet worden, zodat we tegen een andere kop aankijken.
Altmejd vertelt dat hij dit werk soms ‘Marie-Antoinette’ noemt. Samen met de rijzige, adellijke kunstenares ga ik op mijn tippen staan om naar de bovenkant van de sculptuur te kijken, die er inderdaad uitziet als een bloederige, afgehakte, aristocratische hals. Verder zijn er vijf met witte latex beschilderde, bronzen afgietsels te zien van wat Altmejd ‘bodybuilders’ noemt: figuren die zichzelf boetseren, én een muntgroene, mat gepatineerde bronzen figuur met een aardbei-hoofd.
‘Xavier heeft mij voorgesteld bronzen sculpturen te maken,’ vertelt de kunstenaar, ‘en daar ben ik heel blij om, omdat ik mijn figuren zo een ranker onderstel kan geven.’ In het geheim bedenk ik dat de voeten van de sculpturen veel te klein zijn en ik vraag mij af of die lelijkheid een verborgen subversie of humor inhoudt.
‘Hun voetjes zijn wel héél klein,’ merkt de langvoetige, aristocratische kunstenares op.
‘Daardoor lijken de sculpturen lichter,’ legt de kunstenaar uit. Ik neem nog een koekje en nip van mijn espresso. Heerlijk toch, dit leven!


Montagne de Miel, 3 maart 2016