Hans Theys est un philosophe du XXe siècle, agissant comme critique d’art et commissaire d'exposition pour apprendre plus sur la pratique artistique. Il a écrit des dizaines de livres sur l'art contemporain et a publié des centaines d’essais, d’interviews et de critiques dans des livres, des catalogues et des magazines. Toutes ses publications sont basées sur des collaborations et des conversations avec les artistes en question.

Cette plateforme a été créée par Evi Bert (Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) en collaboration avec l'Académie royale des Beaux-Arts à Anvers (Groupe de Recherche ArchiVolt), M HKA, Anvers et Koen Van der Auwera. Nous remercions vivement Idris Sevenans (HOR) et Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Dominique Thirion - 2002 - Van breuk tot opening [NL, interview]
, 2 p.




__________

Hans Theys


Van breuk tot opening
Een gesprekje met Dominique Thirion



Dominique Thirion maakt prachtig werk dat uitmondt in prachtige boekjes. Zo nam ze ooit deel aan een tentoonstelling met een schriftje waarin ze de bezoeker vroeg of die een leugen van zijn of haar moeder wilde neerpennen. Na de tentoonstelling worden die leugens gepubliceerd in een mooi boekje. Een andere keer vroeg ze aan de patiënten, verplegers en dokters van een psychiatrische instelling of ze hun ideale landschap voor haar wilden tekenen. De eerste maanden wist ze geen blijf met de tekening van de hoofdpsychiater, tot ze ontdekte dat zijn ideale landschap een tennisveld voorstelde. Als bewonderaar van haar werk was ik vereerd toen ze mij voorstelde samen met haar een boek te maken over haar voorstel vier opendraaiende ramen te plaatsen in een Brussels kantoorgebouw. Tijdens het werken aan dit boek stelde ik haar enkele vragen.

Dominique Thirion: Wat ik vandaag belangrijk vind in mijn artistieke bezigheden is het in vraag stellen van dingen die vanzelfsprekend lijken, vooral als ik de indruk heb dat er een breuk ontstaan is tussen de dingen. Voor mij belet de airconditioning in treinen dat mensen, bepaalde gebaren maken, bijvoorbeeld wuiven of een handkus werpen door een openstaand raam. Een opendraaiend raam plaatsen is zoiets als de dingen opnieuw met elkaar verbinden, maar ook dingen opnieuw in vraag stellen of zichtbaar maken, mensen wakker schudden.

- Zou je ons een paar voorbeelden uit je werk kunnen geven?

Dominique Thirion: Bijvoorbeeld mijn bijdrage aan een recente tentoonstelling in de voormalige koninklijke opslagplaats. Ik heb douaniers ontmoet die daar soms al twintig of dertig jaar werkten. Ze leefden in een wereld die alleen zij kenden. Omdat we gingen tentoonstellen in het gebouw waarin zij zolang hadden gewerkt, ben ik op zoek gegaan naar aspecten van hun leven in dat gebouw. Geen professionele zaken, maar dingen die gebeurd waren ondanks de professionele verplichtingen. Ik ben gaan praten met douaniers en ik heb hun verhalen opgetekend. De bezoekers van de tentoonstelling die het boekje lazen maakten kennis met woelige verhalen uit het verleden van het gebouw, met alle humor en ironie die ontsnapten aan het nauwgezette douaniersleven.  In dit geval bestond mijn werk erin het woord te geven aan mensen van wie wij doorgaans een negatief beeld hebben, omdat ze ons als vertegenwoordigers van de Wet allerlei beperkingen opleggen. Ik wilde ook hun gezichtspunt werkelijk maken en tonen dat het geen botte dommekloten waren, maar mensen zoals wij, met ongelooflijke verhalen.

- Je hebt ook hun fanfare uitgenodigd, die net was opgeslorpt door de fanfare van het Ministerie van Financiën.

Dominique Thirion: Na een eeuw aanwezigheid in de gebouwen van Thurm und Tassis zouden de douaniers vertrekken op de vooravond van de vernissage. Ik heb alle gepensioneerde douaniers die nog leefden uitgenodigd voor een nocturne, die opgeluisterd werd door hun fanfare. Omdat het douaniersberoep volledig aan het verdwijnen is, had ik het gevoel dat ik iets dat onzichtbaar werd nog heel even zichtbaar maakte. Dat beschouw ik ook als een deel van mijn werk.
Ik ben altijd bezig geweest met wat ik ‘gedeelde acties’ noem (‘des actions participatives’). Ik ben niet geïnteresseerd in de kunstenaar. Ik vind dat er teveel belang gehecht wordt aan de zienswijze van de kunstenaar. Ik raak geboeid als een kunstenaar zich terugtrekt en plaats maakt voor de zienswijze van de anderen. Ik verstoor het idee van de koning-kunstenaar en ik probeer een plek te creëren waar iedereen een tussenkomst kan doen.
Zo heb ik een boekje gemaakt over het samenlopen van omstandigheden en een ander over begeerde voorwerpen. Voor dit laatste boekje hield ik mij op in een antiekwinkeltje en vroeg ik aan alle klanten of ze in een schriftje een tekening wilden maken van het voorwerp in de winkel dat ze het liefst wilden hebben. Bij elk boekje doe ik zelf mee.
Mijn werk is een soort van aanpassing van de plaats van de kunstenaar, die een soort van organisator en verzamelaar wordt van persoonlijke gezichtspunten. Ik vind het belangrijk tal van verschillende gezichtspunten te verzamelen. Ik wil niet op een monolithische of manicheïstische manier denken.


Montagne de Miel, 26 mei 2002