Hans Theys est un philosophe du XXe siècle, agissant comme critique d’art et commissaire d'exposition pour apprendre plus sur la pratique artistique. Il a écrit des dizaines de livres sur l'art contemporain et a publié des centaines d’essais, d’interviews et de critiques dans des livres, des catalogues et des magazines. Toutes ses publications sont basées sur des collaborations et des conversations avec les artistes en question.

Cette plateforme a été créée par Evi Bert (Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) en collaboration avec l'Académie royale des Beaux-Arts à Anvers (Groupe de Recherche ArchiVolt), M HKA, Anvers et Koen Van der Auwera. Nous remercions vivement Idris Sevenans (HOR) et Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Ermias Kifleyesus - 2009 - Geweren van Kaneel [NL, interview]
, 3 p.




__________

Hans Theys


Geweren van kaneel
Over het werk van Ermias Kifleyesus


Ik ontmoette Ermias Kifleyesus (°1974) voor het eerst aan het HISK. Hij ontving mij in een klein atelier, dat volgestouwd leek met afval: verfrommelde plastic zeilen, sloopmateriaal en verschillende soorten ongekookte pasta. Hij zei niets. Ik keek rustig rond en zag op een horizontale lat, die op veertig centimeter hoogte aan de muur was bevestigd, enkele pasta-kokertjes staan, als een vrijwel onzichtbare sculptuur of maquette. Dan herkende ik in een spiegel een prachtig berglandschap, dat niets anders was dan de reflectie van een ogenschijnlijk achteloos in een hoek gepropt plastic zeil dat oplichtte onder het schijnsel van een zogezegd omgevallen schemerlamp. Uit beide werken sprak een indrukwekkende vormbeheersing, die niet verziekt was door behaagzucht. Tegelijk voelde je dat deze man heeft gewoond op een plek waar je overal afval aantreft en dat zijn esthetische en poëtische krachttoeren een politieke ondertoon hebben. Tot slot zag ik twee videoregistraties van performances waarbij Kifleyesus rond zeult en schudt met een ondersteboven gekeerde en op die manier bak geworden tafel, waarop in één film tal van voorwerpen zoals een stokbrood en gebroken borden of een koffiekopje heen en weer schuiven, rollen en tuimelen en waarop in een andere film mooie stapeltjes specerijen langzaam vermengd raken, als een palet dat langzaam verandert in een schilderij.

Bij een volgend bezoek trof ik knappe collages aan, een nieuw landschap, dat deze keer op een monitor te zien was (live gefilmd: een prachtig verlicht woestijnlandschap met een eenzame, dode boom, waarachter rook omhoog kringelde, geënsceneerd op de vensterbank en gebruik makend van een knoestige tak en de schouw van de achterliggende kazerne) en een schilderijtje dat een man voorstelde wiens neus de gedaante had aangenomen van een mannelijk geslacht. Het schilderijtje was heel kundig geschilderd. Ik herkende de gevoeligheid voor licht die ook in de ensceneringen te zien was.

Kifleyesus woont in Brussel. Daar maakte hij een mooie reeks schokkerige filmpjes waarin je hem ziet aanbellen bij tientallen huurders in dezelfde ‘opbrengstwoningen’ en hem via de ‘parlofoon’ hoort vragen of ze Pablo Picasso, James Ensor of René Magritte kennen. ‘Non, je ne le connais pas. Il a habité ici?’

Deze zomer herhaalde Kifleyesus de performance met de ondersteboven gekeerde tafel en de specerijen op het De Coninckplein in Antwerpen. Op dat plein tref je altijd traag drinkende, haveloze mensen en andere schijnbaar misplaatste figuren aan. Kifleyesus vertelt dat hij werd aangevallen door enkele onder hen, maar dat er zich uit dezelfde groep meteen mensen aanboden om hem te beschermen.

Kifleyesus: Eén persoon ging mij te lijf, vijf mannen probeerden mij te beschermen, iemand begon mijn gezicht te strelen en een achtste persoon bood zich aan als bemiddelaar. Elke cultuur heeft eigen regels, die op zo’n moment zichtbaar worden. Ik probeer als kunstenaar een evenwicht te vinden tussen het individuele en het sociale. Daarom maak ik onder meer werk door geprepareerd papier aan te brengen in de cabines van telefoonwinkels. Ik hou van de gedachteloze krabbels, doedels en schetsen die mensen maken terwijl ze aan het telefoneren zijn. Tegelijk breng ik op het papier bijvoorbeeld afbeeldingen aan van antieke meubels of uitgeknipte fragmenten van stadsplattegronden. Soms teken ik erover heen of voeg ik er iets aan toe. Soms vergroot ik een doedel en kleef ik die op de deur van de cabine.

- De tentoonstelling heette ‘A Map in between two Countries’.

Kifleyesus: Ja, zo noem ik de telefoonwinkels en de tekeningen die ik daar laat maken door de klanten. Vanuit Brussel of Gent naar Antwerpen komen, was voor mij zoiets als naar een ander land reizen. Om de onwennigheid en de angst te breken, vroeg ik de mensen die ik ontmoette op het De Coninckplein of ik de ruimte tussen hun handen mocht fotograferen. Die foto’s heb ik geprojecteerd, gemengd met tekeningen. Er was ook een schilderij te zien op basis van een foto van het De Conincplein, die ik had gemaakt vanop het dak van de Permeke-bibliotheek. Op dat schilderij komen ook roddels voor die ik hoorde op het plein. Voor mij is er een verband tussen het statuut van roddel, afval en de mensen die rondhangen op het De Conickplein. Ze worden alle drie verwaarloosd.

We bevinden ons nu in de tentoonstellingsruimte van De Markten. De vloer is bezaaid met kruiden en ongekookte pasta. Als je rondwandelt, ontploffen de spirelli’s en de rigatoni’s onder je voeten. Het ruikt heel sterk naar anijs en koffie. De ruimte is halfduister. Rechts wordt de film over de tafelperformance met het stokbrood en het koffiekopje geprojecteerd op de witgeschilderde, bakstenen muur. Links staat een monitor op de grond, waarop we de video met het vermengen van de specerijen zien. Links achteraan treffen we een prachtig schilderij aan, leunend tegen de muur en verlicht door een op zijn zij gelegde schemerlamp. Het schilderij stelt de voorgevel van de St. Kathelijnekerk voor die zich vlak bij De Markten bevindt. De basistonen zijn lichte aardekleuren. Wondermooi. In uitgespaarde vlakken flitsen gespoten fluokleuren op. Over het schilderij staan zinnetjes geschreven, waaronder deze uitspraak van Kifleyesus’ moeder: ‘A priest who doesn’t have dinner, doesn’t pray from his heart during mass’. Kifleyesus is een schilder die zo weinig mogelijk schildert en zoveel mogelijk nadenkt over zijn plaats in de wereld en de kunstwereld, zoals Angel Vergara en Vaast Colson. Zijn werk behoudt echter die bijzondere kwaliteit van schilderijen of sculpturen die door hun makers telkens verder in het lelijke of het onbehoorlijke worden gedreven, zoals je kan zien bij Walter Swennen, Damien De Lepeleire, Peter Buggenhout of Tamara Van San, maar die tegelijk getuigen van de grootste vormbeheersing. Het schilderij dat we nu kunnen zien in De Markten vertoont onderdaan bijvoorbeeld een rafelige, schijnbaar slordig afgesneden boord, maar ook een brede, witte, onbeschilderde strook die een esthetiserende afstand schept.

Kifleyesus: Een schilderij moet glanzend, fris en warm zijn, zoals een penis. Het moet de mensen aantrekken als een magneet. De frisse elementen, zoals de fluokleuren, komen uit het straatbeeld. Voor mij is dit schilderij als de Klaagmuur, waar mensen geschreven berichtjes in stoppen. Op het schilderij tref je berichtjes of roddels aan die ik in de buurt heb opgevangen, alsof ik ze in de muren van de kerk heb gestopt. Als ik op het De Coninckplein word aangevallen en er rond mij tumult ontstaat, neem ik dat waar als vergankelijke culturele landschapjes. In mijn schilderij probeer ik zo’n landschapje op te roepen door er uitspraken in te verwerken. Ik hou van het feit dat een schilderij een privéaangelegenheid is die sociaal contact mogelijk maakt. Alleen ik weet hoe het schilderij gemaakt is, maar het is ook gemaakt voor de mensen die het zullen zien. Je weet nooit vooraf hoe een schilderij zal ontstaan. Het is met schilderijen als met de liefde: als ze verschijnen, moet je ze vastpakken, als ze niet verschijnen, kan je er niet naar op zoek gaan. Anders word je een soort van keramist. Het schudden met die tafels is zoiets als goud zoeken of ziftend graan scheiden van de aarde, op zoek naar een mooi complex beeld… Onlangs heb ik een schilderijtje gekocht van een marktkramer. Het enige wat erop staat is ‘1€’. Sindsdien zie ik dit teken overal. Het is aantrekkelijk als een schilderij. Je wil altijd wel weten wat er voor 1€ te koop is. En al die aankondigingen hebben een unieke vorm, net als goede schilderijen.


Montagne de Miel, 8 oktober 2009