Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Gauthier Oushoorn - 2013 - Geometrie die zoekt naar beweging [NL, essay]
Text , 2 p.




__________

Hans Theys


Geometrie die zoekt naar beweging
Over het werk van Gauthier Oushoorn


Enkele stille werken heeft Gauthier Oushoorn (°1986) gemaakt. Sommige die nu behoren tot zijn officiële oeuvre, oudere die ik tot mijn grote blijdschap heb zien ontstaan. Een van die eerste werken was een houten hijskraan die in een winkelruimte stond en via een zwengel van buitenaf bediend kon worden. De houten kraan was volledig gemaakt met geschaafd gerecupereerd dennenhout uit de vloer van een bouwvallig huis en werd uitsluitend samengehouden door houten verbindingen, zonder lijm, spijkers of schroeven. Een indrukwekkende verwezenlijking van een volleerd schrijnwerker.

Een jaar later verlaagde hij in de kantoren van een verlaten fabrieksruimte het valse plafond, door de kabels waaraan dit ophing te verlengen. De lichtinval werd bewaard door een bijkomende, schuine constructie van hetzelfde materiaal. Later kwam uit dit werk een gestileerde, autonome sculptuur voort: een schuinstaande, tegen de muur leunende wand bestaande uit panelen van het valse plafond met inbegrip van een ingebouwd lichtarmatuur.

Voor een ruimte in de Brakke Grond, waaraan een scheve muur is toegevoegd om haar rechter te doen lijken, maar zonder rekening te houden met de richting van de neonverlichting, die parallel is aangebracht met de glazen wand van de inkom, voegde hij twee nieuwe, vierkante zuilen toe, kopieën van een al aanwezige zuil, die de richting volgden van de neonverlichting en zo de oorspronkelijke structuur van de ruimte verduidelijkten.

Tijdens een galerietentoonstelling werd een gedeelte van de hoge ruimte vanaf vier of vijf meter hoogte afgeschermd door een verticaal hangend, vals plafond, dat bestond uit hardboard paneeltjes van veertig bij veertig centimeter, gezaagd uit grotere panelen die door het vocht krom getrokken waren. De paneeltjes waren bevestigd op een prachtig gemaakt, houten frame dat aan één zijde nog te zien was. Het geheel deed denken aan een kapel.

Voor een eerdere tentoonstelling maakte Oushoorn eikenhouten lijstjes, die door een ingreep aberrant werden. Daarnaast zag ik één sapelli-houten gekopieerd element van een uit verschillende elementen bestaande gietijzeren radiator en een gebroken eikenhouten latje, dat tegen de muur leunde. Met dit laatste werk heeft Oushoorn een deur geopend, die een omzeilen van zijn vakmanschap mogelijk maakt zonder er echter aan te verzaken. Het was een mooi afgewerkt latje. Oushoorn had al verschillende pogingen gedaan zo’n latje ergens halverwege in verstek te zagen, zodat het met een knik tegen de muur kon leunen, maar het resultaat was nooit bevredigend. Tot hij het over de knie legde en gedeeltelijk brak.

In een tentoonstelling die momenteel plaatsvindt in Bozar zien we de wondere vruchten van deze nieuwe ontwikkeling. Op één plaats zien we een geknakte eikenhouten paal die, aan beide uiteinden versmallend en onderaan en bovenaan gestut door een op maat gezaagd stuk zuil, de zoldering lijkt te steunen. Op een andere plaats zien we een bol Indisch hout die, te snel drogend, heel langzaam zichzelf openscheurt en open bloeit als een Japanse bloem in een glas water.

Het werk met de geknakte houten paal is een variant van een voorstel tot interventie in een kunstruimte in Antwerpen, waarvoor Oushoorn voorstelde een stuk uit een horizontale betonnen balk weg te snijden en het resterende gedeelte te stutten met een nieuwe betonnen zuil.

Steeds voelen we een subtiel ruimtelijk en architectonisch denken dat zoekt naar elegante, soms bijna vluchtige oplossingen. Soms zien we beide benaderingen verzoend, zoals in de bewegende bak met water waarin een rooster de schommelingen van het water breekt en zo vermenigvuldigd tot nog meer schommelingen. Geometrie die ondanks alles zoekt naar beweging.


Montagne de Miel, 30 oktober 2013