Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Pascal Courcelles - 2014 - Circuleren in een schilderij [NL, interview]
, 3 p.




__________

Hans Theys


Circuleren in een schilderij
Enkele woorden over het werk van Pascal Courcelles



Het atelier van Pascal Courcelles bevindt zich in een industrieel pand en is twintig bij twintig meter groot. Een deel ervan is afgesloten met inpakplastic voor schilderijen, dat als gordijnen naar beneden hangt. Er wordt gestookt met een houtkachel. Pascal vertelt dat hij een assistent heeft die tubes voor hem leeg knijpt en demonstreert hoe de lege tubes nog eens worden plat gerold met een deegroller. Dat levert nog een klompje op voor op een palet. Zo’n palet is de hoes van een langspeelplaat. In het geval van deze demonstratie Mistral Gagnant (1985) van Renaud.

Het atelier bevat keramische sculpturen, honderden boeken waarvan de kaften worden voorzien van een extra tekening, elpees die schilderij geworden zijn, sculpturen die bestaan uit opengesneden tubes die aan een rechtopstaande spies geregen zijn, beschilderde madonna’s, bolvormige schilderijen en, ten slotte, de schilderijen zelf, die frapperen door hun uitzonderlijk royale verfgebruik en virtuoze, vaak gigantische toetsen. De voorbije jaren schilderde Courcelles vooral grote, smeuïge bloemen op een korrelig geprepareerde achtergrond, maar sinds een verblijf in Libanon, is hij begonnen met het schilderen van landschappen en van bovenuit beschouwde stadsgezichten, waarbij de smeuïge verf het volledige oppervlak bedekt. Vandaag, zo’n twee jaar later, is daar een grote reeks schilderijen uit voortgekomen die tentoongesteld worden in de Galerie Negen Punt Negen in Roeselare. Deze prachtige galerie (een voormalig industrieel pand in Art Deco stijl met een grote vide die drie verdiepingen verbindt) wordt bestierd door Paul Vanhuyse, een gedreven, maar beminnelijk man, met uitgesproken voorkeuren. Het is dan ook de vierde keer dat hij Courcelles uitnodigt voor een solotentoonstelling.


Gesprek

- Het is onmogelijk je te vragen welke kleuren je gebruikt, zoveel verschijnen er op één doek. Maar wit is wel belangrijk, denk ik.

Pascal Courcelles: Wit is heel belangrijk. Ik koop tien keer meer wit dan andere kleuren. Niet alleen om verschillende waarden van één toon te creëren, maar ook omdat de toeschouwer de witte vlakken, vooral aan de rand, nodig heeft om het schilderij te kunnen betreden. Althans, dat was de overtuiging van een van mijn leraars, die zich daarbij baseerde op Mondriaan. Ik denk dat hij gelijk had. Het wit van de muur loopt over in een wit vlak aan de rand van je schilderij, zodat de toeschouwer door de stad kan beginnen wandelen. Je moet kunnen circuleren in mijn schilderijen. Ze hebben een in- en een uitgang nodig, zoals een stad.
Deze schilderijen zijn opgebouwd met verticale en horizontale partijen. Hier en daar heb je kruispunten, waar ontmoetingen ontstaan. Met andere woorden: het wit zorgt voor het licht, maar ook voor de nodige leegte. Het gaat natuurlijk niet altijd om hetzelfde wit. Hier zie je dat het rozeachtig is en hier heeft het een blauwe schijn. Ik denk ook altijd aan de overtuiging van Matisse dat de kleur de vorm verandert. Ik ken kunstenaars die geen wit gebruiken, maar zwart, om hetzelfde effect te bereiken. Wijlen Michel Frère, bijvoorbeeld, neigde altijd naar de duisternis. Zijn schilderijen vertrokken vanuit het symbool van de grot. Hij gebruikte geen kleuren die licht reflecteerden, maar het absorbeerden. In mijn schilderijen wordt het licht over de toeschouwer gestrooid en tegelijk worden ze zo uitgenodigd de ruimtelijkheid ervan te ervaren…
Dit schilderij is gebaseerd op de berg van Cézanne. Er doen zich kleine landschapjes in voor. Dit schilderij heet ‘Tuin en landschap’. En dit schilderij is een zeelandschap. Deze vlekjes, bijvoorbeeld, zijn vogels die mij doen denken aan de vogels in de schilderijen van Breughel. Prachtige vogels vind ik dat.

- Hoe bouw je je schilderijen op?

Courcelles: Eerst zijn er grote vlakken. Daarna worden die meer en meer verdeeld. Ik scheid de kleuren, ik fragmenteer, ik werk als een divisionist. Zo gaat het oorspronkelijke, eenvormige beeld verloren en ontstaat er een complex beeld dat, als het lukt, opnieuw één beeld gaat vormen.

- Je werkt met allerlei soorten plamuurmessen, ook met de heel brede, maar hoe heb je bijvoorbeeld deze wel zeer brede veeg aangebracht?

Courcelles: Met een elpeehoes. Eerst gebruikte ik die hoezen als palet, maar nu gebruik ik ze ook als plamuurmes. Ze hebben een ideale buigzaamheid. Er moet wel een plaat inzitten, natuurlijk.

- Zou je enkele schilderijen willen noemen die belangrijk voor je zijn?

Courcelles: Le déjeuner sur l’herbe, de Venus van Urbino, waarin je trouwens een gelijksoortige horizontaliteit en verticaliteit zal vinden, het werk van Mantegna… Onlangs zag ik in Tours een prachtig werk van Mantegna, over het lijden van Christus op de Olijfberg, met een boom, die voor de verticaliteit zorgt… Daar staat trouwens ook een prachtige boom voor dat museum, een blauwe ceder.”

- Met laaghangende takken als horizontale bomen… En vlakbij staat een opgezette olifant.

Courcelles: De twee liggende vrouwen van Courbet… L’origine du monde: het eerste abstracte schilderij, en de schilderijen van Giotto en Piero della Francesca, met hun foute perspectieven. Ik hou heel veel van de Annunciatie van Piero della Francesca. Die engelen met hun gekleurde vleugels! Het lijken wel Zuid-Amerikaanse verentooien of Paul Klee die LSD heeft genomen. En je moet eens letten op het perspectief, dat naar het midden van het schilderij leidt en het zo open plooit voor ons…


Montagne de Miel, 15 februari 2014