Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Peter Buggenhout - 2012 - What the Fuck [NL, interview]
Interview , 2 p.




__________

Hans Theys


What the Fuck
Enkele woorden over Peter Buggenhout



Als bijdrage aan het boek ‘Focus’ koos Peter Buggenhout beelden van de sculptuur What the Fuck ! (of La pièce de La Maison Rouge). Op het eerste gezicht doet deze sculptuur eerder denken aan een groot werk dat hij enkele jaren gelden in Israël maakte dan aan de werken uit de reeksen Mont Ventoux, Gorgo en The Blind Leading the Blind. Voor die eerste reeks maakte hij sculpturen die vooral bestonden uit binnenstebuiten gekeerde magen, de tweede reeks bestaat uit werken op basis van bloed en haar en de derde reeks bestaat uit zijn bekende ‘stofwerken’, waarin hij slechts af en toe definieerbare vormen bestuift met stof uit stofzuigers, dat hij nadien fixeert met acrylaat. Toch bevat de sculptuur die we hier zien ook rode delen en zijn sommige partijen bestrooid met stof. Het lijkt alsof verschillende aspecten van zijn werk elkaar hier ontmoeten.
    We kunnen ons afvragen wat we hier moeten zien, anders dan een sculptuur. Ogenschijnlijk niets. Daarom omschrijft Buggenhout zijn beeldhouwwerken ook als analogieën: vormen die niets symboliseren of ‘betekenen’, maar aan de werkelijkheid zijn toegevoegd als bijkomende, parallelle objecten. Maar juist om die reden, natuurlijk, beginnen wij bij het kijken naar zijn werk onvermijdelijk tegen onszelf te praten, zoals we doen wanneer we een opvallende rots, een ingestorte brug of een caravanvormige wolk zien.
    Buggenhout bezorgde mij twee foto’s van dezelfde sculptuur. Aan één zijde lijkt het op een neergestorte helikopter, aan de andere zijde denken we aan een aangespoelde, opengereten walvis. Ik vroeg de kunstenaar of hij ons daar iets over kon vertellen.

Buggenhout: ‘Het kan ook een gecrashte vrouw zijn die eruitziet als een potvis (lacht). Maar dat komt doordat je maar over twee foto’s beschikt. Dat is het probleem met sculpturen: je kan nooit meer dan enkele aanzichten tonen. Als je rond een van mijn sculpturen loopt – en je verwijdert je ervan en je komt weer dichterbij –, dan verschijnen er voortdurend nieuwe associaties. Die kijkervaring of beleving gaat verloren als je gewoon naar een paar foto’s kijkt. Als je toch foto’s gebruikt, zou je het gevoel moeten kunnen oproepen dat er meer dan één juist perspectief bestaat. Daarom maak ik met de fotografe Mirjam Devriendt soms fotocollages, een soort van beeldcascades, die meer een evocatie van een sculptuur zijn dan een zogenaamde reproductie ervan…
    Oorspronkelijk ging het om een buitenbeeld dat zich rechtopstaand, als een soort van scheefgezakte fallus, in een waterpartij van een beeldenpark in Nederland bevond. Maar door een storm is het ingestort en was de ijzeren structuur onherstelbaar verwrongen. Ik ben het beeld dan met een kraan uit het water gaan plukken, waardoor het nog meer verfrommeld geraakte. Ik heb het dan bij de Verbeke Foundation in Kemzeke tentoongesteld, als kers op de taart. En nadien heb ik het voor La Maison Rouge in Parijs ongebouwd tot een sculptuur die binnen getoond moet worden.’

- Door er onder meer het stof aan toe te voegen?

Buggenhout: Ja. De metalen dakstructuur van La Maison Rouge nodigde mij uit om er dit werk voor te maken. De foto’s die jij ziet werden gemaakt in het Museum De Pont in Tilburg, dat een vergelijkbare dakstructuur heeft.

- En de rode vlekken?

Buggenhout: Oorspronkelijk bestond het werk uit staal en polyester. Voor ik het met stof bestoven heb, heb ik het rood geschilderd. Daar zie je hier en daar nog sporen van.

- Gisteren sprak ik met Peter Rogiers die de stam van een palmboom maakte uit versnipperd aluminiumafval.

Buggenhout: Ja. Ik denk dat de tijd eindelijk rijp is om zwakheid te tonen. Het gaat niet meer om de absolute maîtrise, maar om een gebied waar je op een vormelijk relatieve manier kan omgaan met beeldhouwkunst.


Montagne de Miel, 30 juni 2012