Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Stefan Dreher - 2005 - All about Angie [EN, interview]
, 5 p.




__________

Hans Theys


Alles over Angie
Een gesprek met Stefan Dreher



Angie is een choreografie over libido, verleiding en hergeboorte. De voorstelling gaat over flauwvallen, vallen, zwemmen, blaffen, schoonmaken, haarballen ophoesten, duimzuigen, touwtrekken, je evenwicht verliezen, leren lopen, vliegen in je ogen krijgen, een gebroken hart hebben omdat je helemaal alleen bent, vrouwen die mannen dragen, vrouwen die mannen slaan, oud worden, vergeten, zwaar geschapen zijn, verliezen, mannen opeten, de liefde bedrijven, een kind baren, kakelen, buitenaardse wezens, drollen en slangen.
    De choreografie wordt een ‘instantkomedie in wisselende afleveringen’ genoemd omdat ze vertrekt van een verzameling precies beschreven, veelal komische thema’s en bewegingen, die worden vervlochten met een onafgebroken reeks improvisaties. Die worden op hun beurt weerspiegeld en gecommentarieerd door de dansers. Elke aflevering is verschillend en autonoom, maar verwijst naar voorafgaande en latere verwikkelingen. De eerste vier afleveringen kwamen tot stand in opdracht van de Hallen van Schaarbeek, waar ze in januari en februari van dit jaar werden opgevoerd.
    Stefan Dreher (1966) studeerde aan de Folkwang Hochschule für Musik, Theater und Tanz in Essen (Duitsland), die onder leiding stond van Pina Bausch. Tien jaar lang was hij assistent en danser in het gezelschap van de Franse choreograaf Pierre Droulers. Na een eerste, overtuigende solo (Gehen, 1997) startte een ontwikkeling die vorig jaar leidde tot Station to Station en dit jaar tot Loving Lucy (onlangs opgevoerd in het Kaaitheater) en Angie.


Stefan Dreher: Als mensen genoeg hadden aan zichzelf, zouden ze waarschijnlijk niet meer bewegen. Ik toch niet. Daarom denk ik dat mijn dansen voortkomt uit een tekort. We proberen volledig te worden, we proberen iemand buiten ons te verleiden. Dansen gaat over zichtbaar worden, werkelijk dáár zijn voor iemand anders. Het heeft ook iets te maken met jezelf opnieuw uitvinden en trachten elk opeenvolgend ogenblik opnieuw daar te zijn. Het gaat over het opvolgen van schema’s, maar ook over het verstoren ervan. Daarom heb ik het gevoel dat deze choreografie over een soort van permanente hergeboorte gaat.

- We proberen onszelf te vervolmaken door anderen na te volgen, maar het uiteindelijke doel is ons te onderscheiden?

Dreher: Station to Station, mijn vorige choreografie, ging over leren. Iemand maakte een beweging en de andere dansers en acteurs probeerden die beweging te imiteren. Hoe preciezer hun imitaties, hoe zichtbaarder de lichamelijke mogelijkheden en beperkingen van elke danser werden. Sommige bewegingen waren zo moeilijk dat bijna niemand ze precies kon imiteren. Ik vond dat niet erg, omdat een zogenaamd mislukte beweging vaak mooier is dan een gelukte. Het boeiendste aan het theater is de mislukking. Op de scène hoef je geen held of genie te zijn. Op de scène is de verliezer de winnaar. Dat is zeker zo voor komieken en clowns, maar ook voor dansers. De onvolmaakte beweging is boeiender dan de bekende, voorspelbare beweging.

- Tegenover de dansers, tijdens de repetities, gebruikte je het beeld van stuntelende, baltsende vogels.

Dreher: Ja, ik heb eens een documentaire gezien over het baltsgedrag van sommige vogels en ik was er echt door getroffen. Ik vond de bewegingen van die vogels heel mooi. Vogels baltsen om partners te lokken. Het eerste wat mij trof was dat ze leken te weten dat ze bekeken werden. Zonder toeschouwer zou hun baltsgedrag zinloos zijn. Ik was ook getroffen door hun onhandigheid. Die vogels struikelen en vallen voortdurend. Ze nemen zichzelf ook heel ernstig, waardoor hun gedrag komisch wordt.
    Voor mij is elke dans een vorm van baltsgedrag. In de hedendaagse dans zie je dat in de humoristische en gevoelige manier waarop het lichaam wordt benaderd, maar ook in de relatie tussen de dansers en het publiek. Een choreografie zou een soort van balts moeten zijn ten opzichte van het publiek. Als mijn dochtertje Fanny danst, heeft ze geen enkel idee van de bewegingen die ze uitvoert, maar ze weet wel heel goed dat er naar haar gekeken wordt. Eerst gaat ze na of er iemand kijkt en dan begint ze te dansen. Ze flirt met haar papa door met haar heupen te wiegelen. Maar omdat ze niet echt beseft wat ze doet, is ze heel grappig.

- Je choreografieën en improvisaties zijn vaak grappig.

Dreher: Ja, ik neem ze heel ernstig.

- Ze zijn ook ontroerend.

Dreher: Dank je.

- Eigenlijk ben je bezig met een soort van vrolijke mechanica van de beweging, de lach en de emotie.

Dreher: In de echte wereld lijkt voor alles een reden te zijn. Ik zou hetzelfde gevoel willen oproepen op een podium. Maar tegelijk weet ik dat het belachelijk is. Net zoals de vogels. 

- Misschien voel je je aangetrokken tot de geschriften van Jung omdat ze een soortgelijke dubbelzinnigheid hebben?

Dreher: Ik denk van wel. Ik vind dat hij prachtig schrijft. Tegelijk poëtisch en systematisch. Je gelooft alles wat hij schrijft. Bijvoorbeeld wanneer hij schrijft dat de ontdekking van het vuur een ongelukje was dat niets te maken had met de wens vuur te maken. Volgens hem vond iemand een ritueel uit dat bestond in het over elkaar wrijven van hout. De bedoeling van het ritueel was een afstand te creëren tussen een jonge man en zijn familie. De overeenkomst tussen het wrijven van de houten stokjes en bepaalde seksuele bewegingen bezorgde het ritueel zijn kracht. Aldus Jung.

- Terwijl seksuele bewegingen absoluut niets specifieks hebben, natuurlijk. In de natuur zijn honderden vergelijkbare bewegingen te vinden zonder dat we het risico lopen dat ze ook iets willen betekenen. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat het kloppen van ons hart of het zwellen en krimpen van onze borstkas ons iets willen vertellen.

Dreher: (lacht) Jungs voorbeelden zijn heel grappig. Zo is er een beschrijving van een stam waarvan alle jonge mannen ’s nachts opstonden om in een cirkel te lopen en hun speren in de grond te rammen. Terwijl ze hun seksuele energie aan het sublimeren waren, vonden ze per ongeluk de landbouw uit.
    Volgens Jung zijn onze creatieve drang en ons libido – die voor hem identiek zijn – ontstaan uit de splitsing van een oorspronkelijk, tweeslachtig wezen. Volgens hem kunnen we alleen waarlijk iets creëren als we een kind maken. Alle andere, schijnbaar creatieve handelingen zijn sublimaties of, in het ergste geval, onderdrukkingen van ons creatief vermogen. Een sublimatie is een geslaagde manier om om te gaan met ons creatief vermogen (met het feit dat we ‘maar’ man of vrouw zijn: de hunkerende, door tekorten gedreven helft van een gesplitst oerwezen dat zichzelf genoeg was), bijvoorbeeld wanneer we voor onze kinderen zorgen.
    Mensen die hun libido niet kunnen beheersen, beginnen vreemde dingen te doen. Ze gaan bijvoorbeeld dwangmatig schoonmaken. Het grappige aan schoonmaken is dat de repetitieve handelingen die eraan te pas komen, snel op seksuele bewegingen gaan lijken. Er wordt veel gewreven. Hoe meer je je libido onderdrukt, hoe zichtbaarder het lijkt te worden. Schoonmaken is een ontkenning van seks en tezelfdertijd zit het vol seks… Je kan je eigen lichaam schoonmaken, maar je kan ook een hele kamer schoonmaken, alle vieze hoekjes en kantjes.
    Iemand die aan het schoonmaken is, voert bovendien een soort van dans uit. Je neemt de meest eigenaardige houdingen aan, voorovergebogen, liggend op rug of buik… Het is telkens een mooie choreografie, vol energie, vreugdevolle herhaling en onvermijdelijke verscheidenheid.
Vooruit en achteruit, op en neer, in en uit… Ik had zin om een choreografie te maken met dat soort bewegingen.

- Je hebt Jungs beelden gebruikt als een uitgangspunt voor je choreografie?

Dreher: Ik vroeg mij af of ik ze kon gebruiken om het balts-element in mijn werk zichtbaarder te maken. Ze hoeven niet absoluut waar te zijn, het zijn gewoon dingen die ik uitprobeer.

- In die zin is er een overeenkomst met het algemene karakter van je werk. Je bent op zoek naar een manier om op een zinvolle manier bewegingen te gebruiken die niet echt dansbewegingen zijn. Je wil ook niet dat de dansers iets ‘uitdrukken’. Het lijkt alsof elke beweging een goede beweging kan zijn.

Dreher: Ik hou ervan naar mensen te kijken en hun bewegingen te kadreren. Een gekadreerde beweging is altijd mooi. Ik zou graag een zelfde schoonheid oproepen op de scène. Zonder schoonheid, zonder een ontroerde toeschouwer is de beweging zinloos.

- Vaak vertrek je van een alledaags gebaar, maar neem je het praktische nut of de betekenis ervan weg, zodat er een naakte beweging overblijft.

Dreher: Ik hou niet zo van zogenaamd volmaakte dansbewegingen, omdat ze choreografieën onecht maken. Ik ben op zoek naar een echte aanwezigheid op de scène. Ik zou willen dat wij, de dansers, onszelf elk ogenblik opnieuw konden uitvinden. Elk ogenblik kan een soort van hergeboorte zijn. We moeten bewegingen kunnen maken zonder uit te gaan van vooropgezette ideeën. Iemand start een beweging en de anderen beslissen hoe ze op die beweging reageren. We proberen echt aanwezig te zijn. We voeren geen gepland bewegingspatroon uit, we bevinden ons hier en nu en we reageren onmiddellijk. Ons brein werkt natuurlijk wel, we maken constant beslissingen en we maken plannen, maar we blijven niet trouw aan onze plannen. Zodra we iets automatisch beginnen te doen, veranderen we het patroon. De overgangen moeten zo snel mogelijk zijn.

- Voor de toeschouwer lijkt het alsof de dansers vergeetachtig zijn.

Dreher: Ja, het lijkt alsof we voortdurend vergeten waar we mee bezig zijn. Maar tegelijk volgen we waar de anderen mee bezig zijn, om te zien wie we zullen volgen en op welke manier, hoe we nieuwe patronen in de ruimte kunnen spinnen. Het resultaat is een soort van pulseren, waarbij onafgebroken nieuwe groepjes ontstaan en vergaan. Je krijgt golvende bewegingen. Geometrische figuren. Alles lijkt uit elkaar te vallen en ineens ontstaat er iets nieuws. De groep wordt als een levend wezen. Alles beweegt zo: door verdeling en samentrekking, uitzetting en inkrimping.

- Je gebruikt vaak het beeld van een vlucht trekvogels.

Dreher: Ja. Ze kijken niet naar elkaar, maar ze voelen elkaars aanwezigheid. Plots zwenkt een van de vogels opzij om een nieuwe plaats in te nemen. Een miniem en snel verschuivend accent dat de vorm van de hele vlucht lijkt te verbeteren.

- Bij de aanvang van elke aflevering van Angie krijgt elke danser een handvol kaartjes.

Dreher: Ja. Op elke kaart staat de naam van een situatie, een geluid, een gebaar of een beweging zoals flauwvallen, vallen, zwemmen, lachen, kakelen, enzovoort.

- En in het begin van elke aflevering worden de kaarten geschud en uitgedeeld.

Dreher: Elke aflevering is anders. Eigenlijk probeer ik het patroon van de kopie en de herhaling te vervangen door de vrije toepassing van een aantal precies omschreven regels.

- De tweede aflevering deed mij denken aan Stephen Leacocks vergelijking van een paard en een fiets, die mij ooit werd voorgelezen door Walter Swennen.

Dreher: Vertel.

- Leacock merkt op dat de pedalen van een paard geen comfortabele, ronddraaiende pedaalbeweging mogelijk maken, maar hij voegt eraan toe dat freewheelen op een paard een buitengewone ervaring is.

Dreher: (lacht) Het beeld van iemand die freewheelt op een paard bevalt mij wel, omdat het de verplaatsing van een beweging (of van het idee van een beweging) impliceert. We beschikken maar over een beperkt aantal mogelijke bewegingen. In dat opzicht is het nogal komisch dat de meeste hedendaagse dansers en choreografen voortdurend op zoek zijn naar nieuwe bewegingen. Tezelfdertijd beschikken we over een boeiende verzameling alledaagse bewegingen die vrijwel nooit op de scène gebruikt worden, je tanden poetsen bijvoorbeeld, terwijl we die bewegingen gewoon op de scène moeten brengen om ze boeiend te maken.
    Aan de andere kant heeft het natuurlijk geen zin de beweging van het poetsen van je tanden louter over te brengen naar de abstracte ruimte van een scène. Je moet de bewegingen ook gebruiken om iets nieuws op te bouwen.

- Eigenlijk lok je de dansers in het huidige moment door ze uit te nodigen op de improvisaties van hun collega’s te reageren.

Dreher: Ideaal gesproken zouden de dansers moeten kunnen bewegen zonder vooropgezet idee, zonder idee tout court, om tot een verzameling bewegingen te komen die niet beperkt is door gedachten over dans, representatie of betekenis.
    We zouden niet mogen weten dat we aan het freewheelen zijn op een paard of wat dit zou kunnen betekenen… Het volstaat dat de toeschouwers het zien of voelen. De ontroering komt achteraf, als projectie op een schijnbaar eindeloze, spiraalvormige beweging.

- Vorige week vertelde je mij dat je een prachtige middag had doorgebracht door geblinddoekt te dansen. Waarin school het plezier?

Dreher: Terwijl ik geblinddoekt aan het dansen was, voelde ik mij verlost van elke blik. Ik voelde mij niet langer beoordeeld, door mannen noch vrouwen. Mijn stem werd lager. Het voelde aan als louter energie en beweging… En bovendien had ik de indruk dat het erg grappig was om naar te kijken.

- Je vertelde mij ook dat je droomde van een choreografie die meer en meer uit elkaar zou vallen.

Dreher: Ja, dat zou prachtig zijn. Zoals een vlucht trekvogels. Of een wolk.


Montagne de Miel, 25 februari 2005