Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Stijn Van Dorpe - 2015 - Ideologie, AUB! Een denkmodel [NL, review]
Review , 2 p.




__________

Hans Theys


Ideologie, AUB! Een denkmodel
Enkele woorden over een tentoonstelling van Stijn Van Dorpe



Ik leerde het werk van Stijn Van Dorpe (°1970) kennen toen ik hem in 2007 op aanraden van Ada Van Hoorebeke uitnodigde voor de tentoonstelling ‘Small Stuff Three’. Het eerste beeld dat ik van hem zag, was een prachtige foto waarop je hem zwierig op de bovenrand van de ongeveer zestig centimeter hoge en een paar centimeters uitspringende plint van een voorgevel zag stappen (alsof hij over water liep). De interventies en filmpjes die hij voor de tentoonstelling maakte waren voortbrengselen van een poëtische landmeter. Door het onzinnige of hopeloze afstappen, opmeten en met dunne, lange stokken markeren van een park en een tuin legde hij de broosheid bloot van dit landschap en de erin rondwarende helden. Vorige maand zag ik een nieuw werk van hem in de tentoonstelling ‘Positie kiezen’ in Emergent (Veurne). Dit werk, dat werd geproduceerd door Emergent, bestaat uit een twintigtal met spelden opgeprikte foto’s van verschillende formaten waarop we enkele verzamelaars met een kunstwerk in de hand een uur zien wachten in het Luikse Guillemins-station. De kunstwerken waren in overleg met Van Dorpe uitgekozen. Er was afgesproken dat de verzamelaars zouden arriveren per trein, een uur wachten en dan de trein terugnemen. Ze mochten niet met elkaar spreken of buitenstaanders op de hoogte brengen van hun missie. De foto’s werden gemaakt door Tomas Uyttendaele. Telkens tonen ze een geslaagd fragment van een ingewikkeld ballet. Sommige werken zijn geometrisch-abstract en gaan een dialoog aan met de kabels, relingen, trappen, perrons en muren van het station. Andere werken, zoals de foto die wordt rondgedragen door Frank Maes, introduceren het landschap of een meer organische werkelijkheid.


Netwerk

In de huidige solotentoonstelling in Netwerk (Aalst) vinden we dit werk terug als spiegelbeeld van een reeks van reproducties van schilderijen van Josef Albers, gefotografeerd in Bottrop. Omdat Van Dorpe nogal groot is en de foto’s gemaakt werden vanuit zijn ooghoogte, wijken de schilderijen onderaan naar achteren en werpen ze daar een schaduw op de muur. De reproducties, die op een witte muur gekleefd werden, hebben rechte hoeken, zodat onderaan ook de omliggende muur en de schaduw gereproduceerd worden. Van ver gezien lijkt het alsof we te maken hebben met schuin hangende schilderijen. Pas als we dichterbij komen, zien we dat het om reproducties gaat. De schilderijen van Albers doen denken aan sommige werken die worden rondgedragen in het Luikse station, maar ook aan modernistische architectuur en minimale kunst. In een gefilmde performance die nu in Netwerk te zien is, wordt naar deze zaken verwezen door een boekenkast die ineengezet wordt door twee jongemannen die studeren voor schrijnwerker. Ondertussen treedt naast hen een rapgroep op. Van Dorpe vertekt dat hij zo onder meer gestalte wil geven aan het verschil tussen een mechanische en een creatieve handeling. Het mooie is dat we in al deze werken de scheef over een plint lopende Van Dorpe herkennen en voelen dat hij altijd trouw is gebleven aan zichzelf.


Theorie

Op de website van de professionele organisatie Netwerk lezen we dat de huidige tentoonstelling tijdens een residentie in Berlijn ‘theoretisch grondig uitgediept’ werd. Als ik Van Dorpe vraag of hij mij daar iets over wil vertellen, lijkt hij bevangen te worden door een soort aarzeling. We veranderen van onderwerp. Later op de dag, grasduinend in een boek van de Chinese dissident Liu Xiao Bo, lees ik over de afwezigheid van de schaamte in het voor hem vulgaire, louter op winst beluste China en vraag ik mij af of ik geen glimp heb opgevangen van oprechte, gewetensvolle schaamte. Geen schaamte over het eigen werk en de eigen bedoelingen, maar schaamte over het scheef ingepast worden in een pragmatisch opgevatte kunstwereld. Nog later op de dag ontvang ik een digitaal bericht van de kunstenaar, waarin hij schrijft dat hij in Berlijn via een theoretische uitweiding probeerde ‘af te tasten waar kunst weerstand kan bieden aan een neoliberale realiteit’. ‘De titel van de tentoonstelling,’ vervolgt hij, ‘refereert aan een omgeving waarin zaken heel selectief als ideologisch benoemd worden. Ideologie wordt daarbij dikwijls als iets extreems afgeschilderd. De poging bijvoorbeeld in Griekenland om vanuit linkse waarden alternatieven te ontwikkelen voor hun schrijnende economische situatie wordt als gevaarlijk en destabiliserend voorgesteld. In onze hedendaagse politieke werkelijkheid daarentegen worden beslissingen steeds meer voorgesteld als noodzakelijk en niet als een ideologische keuze. Er wordt verdoezeld dat ook het neoliberale gedachtegoed dat hoogtij viert niets anders is dan een ideologie.’ Ik weet niet wat ik hiervan moet denken. Worden wij geregeerd door neoliberale middenstanders, zoals de liedjeszanger dacht, of gewoon door traagheid en hebzucht? ‘Het maakt niet uit hoe pragmatisch de wereld wordt,’ antwoordt Liu Xiao Bo, ‘als de Zoon van God, Jezus er is, is de wereld vol hartstocht, wonderen en schoonheid.’ Schilderijen van Albers zijn schoon en gekantelde reproducties van zijn schilderijen ook. En elke schone daad zal een gat trekken in de logica van de schoolmeesters. Meer moet dat niet zijn.


Montagne de Miel, 27 maart 2015