Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Hans Theys - Focus - 2012 [NL, interview]
Interview , 3 p.

 

 

Carla Van Campenhout

____________________

 

 

Focus!

Gesprek met Hans Theys

 

 

Carla Van Campenhout: Nu dit boek achter u ligt, wat kan u ons erover vertellen? Ik bedoel: het is weer een boek geworden dat er geen is. Het lijkt op niets dat we kennen.

Theys: Ja, in dat opzicht is het boek gelukt. Het heeft een bepaalde, hoe zal ik het zeggen, onbepaalde vorm gekregen. Het is mij ontsnapt. Dat is dus gelukt. De vraag is of het ook mensen zal kunnen boeien, of raken, hoe noemt u dat?

Van Campenhout: U wil met dit boek mensen raken?

Theys: Tja, waarom voel ik mij zelf tot kunst aangetrokken? Wat zoek ik in die werken? Waarom val ik al die mensen lastig? Alle kunst heeft iets dubbelzinnigs, denk ik. Iets is iets, maar het is tegelijk iets anders. Dat trekt mij aan. Het luidt een soort vrijheid in. Een soort opschorting van het oordeel, waardoor je het recht krijgt te zijn wie je bent, waar je bent en hoe je bent. Hoe meer verscheidenheid, hoe beter.

Van Campenhout: Bedoelt u daarmee dat u alle kunst goed vindt? Bestaat er geen goede en slechte kunst?

Theys: Ik tracht overal iets boeiends te ontdekken, tenzij de kunstenaar zo egocentrisch is dat ik er hoofdpijn van krijg of tenzij de persoon in kwestie helemaal geen kunst maakt, maar iets dat erop lijkt.

Van Campenhout: Er ontbreken een paar bekende kunstenaars…

Theys: Hoe bekender de kunstenaar, hoe minder belangrijk de omissie, denk ik. Ik ben vooral bang iemand te vergeten die volledig onbekend is. Omdat dit boek tijdens de zomervakantie is gemaakt, heb ik ook niet iedereen kunnen bereiken. Marc Van Tichel ontbreekt, bijvoorbeeld, en Olivier Stévenart. Ik kreeg ze maar niet te pakken.

Van Campenhout: U brengt zichzelf telkens weer op de voorgrond, hetgeen u in het verleden al vaak werd verweten. U kan het niet laten?

Theys: Wat bedoelt u precies?

Van Campenhout: Wel, u vertelt ons dat u Benjamin Verdonck voor het eerst ontmoette in een boom. Zijn zulke zaken relevant, denk u?

Theys: Wat ik daarmee wilde vertellen, was dat ik de boom vol schroom heb verlaten. De man intimideerde mij. Ik vond zijn werk prachtig. Vooral de manier waarop de boom beschermd was. En dan die gratis taart…

Van Campenhout: Of u meldt wanneer u iets over iemand hebt geschreven, bijvoorbeeld.

Theys: Weet u, ik lees nooit iets over kunst. Het enige wat ik weet, heb ik zelf meegemaakt of vernomen van de kunstenaar zelf. Ik vind het moeilijk te berichten over de ervaringen van anderen, vooral omdat je onmogelijk kan weten of wat ze zeggen juist is. Meestal berichten andere auteurs ook niet over hun eigen ervaringen, maar over wat ze in andere teksten hebben aangetroffen. Dat weet ik, omdat ik een paar honderd studenten eens teksten van mij heb laten vergelijken met teksten over hetzelfde onderwerp. Wat wordt er vaak overgeschreven! Maar dan liefst met een nieuwe zinswending die het wezenlijke van de ervaring verloren doet gaan. En altijd zonder bronvermelding, natuurlijk. Ik vermeld mijn bronnen altijd, ook al gaat het om mijn eigen geschriften. Ik kan eigenlijk niet anders, ik heb dat zo geleerd op school.

Van Campenhout: Zijn er dingen die u niet in dit boek hebt kunnen opnemen?

Theys: Tientallen zaken. Niet omdat ze te persoonlijk waren of zo, maar omdat de interviews te lang werden. Ik vond dat ze niet langer mochten zijn dan een pagina. Maar ik heb met Dirk Braeckman en Ronald Ophuis, bijvoorbeeld, prachtige gesprekken gehad die ik graag elders volledig zou hernemen. Ik had ook graag nog meer mensen besproken, maar 100 leek een realiseerbaar getal voor een boekje dat goed in de hand ligt. Het mocht geen ontmoedigende turf worden.

Van Campenhout: Weet u dat er meer dan 100 kunstenaars in het boek besproken worden?

Theys: Is dat zo? Ik heb ze nooit geteld.

Van Campenhout: Wat heeft u zelf het meest geraakt tijdens het schrijven van dit boek?

Theys: Dat er steeds weer nieuwe dingen mogelijk zijn. In wezen verschillen de happenings van Panamarenko, Hugo Heyrman en Bernd Lohaus niet veel van de interventies van Karl Philips of Benjamin Verdonck, maar toch zijn ze volledig verschillend. Je ziet hetzelfde in de schilderkunst. Terwijl de oudere kunstenaars nog elke dag proberen zichzelf te zijn, hebben de jongeren hun verworvenheden al overgenomen en zijn ze aan het verder bouwen aan een wereld van een steeds grotere diversiteit, die de wereld is van de democratie, de wetenschap en de morele vrijheid. 

Van Campenhout: U houdt van het miniemste verschil.

Theys: We zijn allemaal onvrij, maar allemaal op onze eigen manier. Dat is een ongelooflijk bevrijdende gedachte.

 

Fontaine d’amour, 2 augustus 2012