Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Idris Sevenans - 2021 - Een opgeboende terugblik op de vooruitgang [NL, interview]
, 7 p.

 

 

_________________

Hans Theys

 

 

Een opgeboende terugblik op de vooruitgang

Diepte-interview met Idris Sevenans

 

In deze olijke tijden van vermaledijde technologische en politiek-correcte schijnvooruitgang en anderszins achterlijke drukte, overkomt het mij vaak ’s nachts berichten uit te wisselen met een andere verdoemde die nooit slaapt, maar altijd waakt, omdat iemand het moet doen, zoals Lev Sjestov schreef over Pascal (die aan zijn linkerzijde altijd een extra stoel zette, omdat hij bang was tijdens zijn eindeloze wake in een afgrond te vallen). U hebt al geraden over wie ik het heb: de alomtegenwoordige duizendpoot Idris Sevenans (°1991), levende verbinding tussen de vrije geest van de jaren zestig en de dode prak en al te luchtige humbug van onze dagen.

Ik kruis Sevenans op de Antwerpse Grote Markt, zelf mij voortbewegend op een voertuig dat in de jaren zeventig een mini-fiets werd genoemd (iets voor meisjes) en hij per koersfiets op weg van Café Den Eindterm (waar momenteel het AARS-archief is gehuisvest) naar de witte kijkdoos van galerie Art Partout, gedreven door Bart Van Acker en meester-accrocheur Gert Junes. Daar legt Sevenans momenteel de laatste hand aan zijn eerste poging tot overzichtstentoonstelling, waarin wij enige esthetisch opgestelde vruchten aantreffen, overgebleven van zijn onophoudelijke bedrijvigheid als oprichter en artistiek directeur van Troebel Neyntje (Winkel van merkwaardige producten), oprichter en bezieler, samen met Tomas Beaujean (docent, °1985), van het docentencollectief AARS (Antwerp Artist Run School), oprichter en creative director, met Cedric Daelman (inventief ondernemer, °1991), van Het Ongewenst Reclamebureau (HOR) en de vele onderafdelingen, bijhuizen, spin offs, pilootprojecten, filialen en andere avatars van deze instellingen, waaronder Café Den Eindterm – voorheen ook actief onder de namen Café Den Triptiek (met Felix De Clercq, Jorik Dzobava en Lisa Vantorre), Café De File (met Marcel van Maele en Hans Theys), Café De Parking (met Robby Blondbaard), Café De Friet (met Paul Ilegems en anderen), Café De Spons (met Werner de Vos), en Café De Vaste Hand (met Tone Pauwels) –, AARS-construct (een bouwbedrijf in handen van de families Theys & Sevenans en Nicolas Bal), AARS-handling (een transportbedrijf in samenwerking met Robby Blondbaard (conceptueel kunstenaar, °1991)) en AARS-archief, waar binnenkort een reeks lezingen van start gaat met een voordracht van Luc Deleu (stedenbouwkundige, °1944) die het zal hebben over ‘De Ideale Campus’. Bovendien wordt er naarstig gewerkt aan een gefotokopieerd overzicht van de belangrijkste historische momenten van de Belgische kunstgeschiedenis (onder meer een chronologisch overzicht van alle verkeersboetes van ondergetekende, opgedaan tijdens eindeloze verplaatsingen ten dienste van ons nationaal artistiek besef).

Mijn mini-fiets leunt tegen mijn nieuwe titanium heup, Sevenans blijft schrijlings over zijn ietwat scheefhangende renfiets staan, de rechtervoet vertrekkensklaar op de omhoogstaande pedaal. Op zijn bagagedrager herken ik een kartonnen doos van Printdeal-nl, Sevenans’ favoriete drukker voor flyers, posters, uitnodigingskaarten en boeken. Hij overhandigt mij een stapeltje flyers voor de tentoonstelling Parerga en Philomena, met negen solopresentaties in GOWIE en voor Redemption Song, een geplande ontmoeting tussen vijftien kunstenaars in Art Partout, volgende maand. Het logo van HOR neemt een prominente plaats in op deze flyers, alsof dit reclamebureau geen maat kent. Ik laat de folders in mijn binnnenzak glijden en informeer naar de bestemming van mijn jonge vriend.

Hij vertelt dat hij net een extra stut in de kelder van zijn mémé’s huis heeft geplaatst, dat door een dwaze ingreep van een buur op instorten staat. We kijken zwijgend in de richting van het huis, dat zich op de Grote Markt bevindt. Enkele weken geleden hebben we daar aardbeitaart gegeten voor mijn verjaardag van vorig jaar, geïnviteerd door zijn mémé: een waardige, onvermoeibare dame, snel van geest, altijd terzake en zonder enige tolerantie voor beunhazerij. Jammer dat haar huis op instorten staat. Ook heeft Sevenans net een fraai rek gemaakt voor de klasseermappen van het onlangs opgerichte AARS-archief, dat gevestigd is in Café Den Eindterm. Behalve dit rek, eigenlijk een sculptuur die ons laat geloven dat we een zelfbouwrek zien, bevat dit archief ook een uitrolbaar projectiescherm, een grijsgelakte metalen archiefkast en een fotokopieermachine waarop een geplastificeerd A4’tje rust met de waarschuwing: ‘Printen enkel op vertoon van studentenkaart’. We herkennen de huisstijl van de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten, zowel op typografisch als op diepmenselijk-pecuniair vlak. Tegelijk is Sevenans op weg naar een speciaalzaak, waar hij de dag voordien zes korte longdrink-glazen heeft opgemerkt, van het type dat door Fred Bervoets (kunstenaar, °1942) al meer dan een halve eeuws dagelijks wordt benut om met jenever aangelengde cola te drinken. Ik vraag de jongeman wat hij met die glazen wil aanvangen.

Idris Sevenans: Tone Pauwels (kunstenaar, °1940) vertelde mij eens dat Ferre Grignard (charmezanger, °1939) vaak gewapend rondliep. Op een nacht arriveerde hij in een van zijn stamcafés, De Mok of De Paddock, toen daar geen alcoholische dranken meer voorradig bleken te zijn. Ziedend verzamelde hij een aantal glazen, plaatste ze op het trottoir, vulde ze met tomatensap en schoot ze kapot. Volgende week, tijdens de opening van de tentoonstelling ‘Iets dat al gedaan is in de jaren zestig’, wil ik dat gebeuren opnieuw laten plaatsvinden. Ik zal met een loodjesgeweer glazen met tomatensap stukschieten. Dit zal gestreamd worden. In werkelijkheid is de film die zogezegd gestreamd zal worden al opgenomen. Hij is zo bewerkt, dat het lijkt alsof hij met een filmcamera uit de jaren veertig is gemaakt. Tijdens de officiële performance zal Citrikske (cameraman, °1991) doen alsof hij die filmt met zo’n oude filmcamera. Het bewijs dat de gestreamde beelden gefilmd werden met een oude filmcamera, wordt geleverd door zes polaroids die op de dag van de opening al deel uitmaken van de tentoonstelling, ingelijst met een gevonden passe-partout, als eerbetoon aan de naam van de galerie.

 

- Het is het hoofdwerk van de tentoonstelling, speciaal ervoor gemaakt, maar al hopeloos verstrikt in een pijnlijke tijdlus, opgefrist als fake news.

Sevenans: Ik zou het niet beter kunnen zeggen. Alles lijkt heel snel deze dagen, maar nooit eerder gingen de dingen zo traag vooruit.

(Hier eindigde ons gesprek op de Grote Markt, maar vanochtend hebben we het voortgezet in de Lunchgarden op de Meir, waar ik kantoor hou op dinsdagen en donderdagen.)

- De tentoonstelling bevat allerlei voorwerpen die in de latere literatuur omschreven zullen worden als ‘artefacten’, want vaak hebben ze een ambachtelijke oorsprong?

Sevenans: Ik zat in Troebel Neyntje met lego te spelen en Tone Pauwels kwam daar vaak bij zitten. Dat ging er heel vormeloos aan toe, want Tone droomde over een kunst die niet zou eindigen als archiefstuk.

- ‘De wereld is gemaakt om uit te monden in een mooi archief,’ aldus Stéphane Mallarmé (dichter, °1842). Zoals je schreef in de inleiding tot ‘De Computer’, het verslag van je onderzoek naar Marcel van Maele (oudstrijder, dichter, °1931): ‘Tone is meester in het ontwijkend antwoorden op praktische vragen en toch weet je dat zijn antwoord oprecht is. (…) De moeilijkste strijd is om die onduidelijkheid in stand te houden, de strijd tegen wat Tone de documentaristen noemt, de uitzichtloze strijd om registratie uit de weg te gaan. Te laat.’

Idris: Vandaag beleven we de hoogdagen van het onderzoek en de archivering. Wie subsidies wil vangen, moet een archief starten of aan onderzoek doen.

- Volgens mij is wat jij net gezegd hebt iets dat ik eigenlijk wilde zeggen, maar omdat ik strop zat met de afwisseling van vragen en antwoorden, heb ik die zin in jouw mond gelegd.

Sevenans: Ik dacht al een vreemde zeepsmaak te proeven, dat kan dus wel kloppen.

- Panamarenko zei altijd: ‘Mijn werk is al lollig genoeg, ge moet er niet bovenop zitten lollen’. Maar ik heb hier precies geen controle meer.

Sevenans: Ik ruimde mijn lego op door met alle blokjes van dezelfde kleur stapelingen te bouwen. Ondertussen vertelde Tone over de mobiele architectuur van Yona Friedman (architect, °1923), maar zonder diens naam te noemen. Hij vertelde over bouwblokken die je moest kunnen koppelen, zodat alles verbonden bleef, maar ook weer moest kunnen losmaken en verplaatsen. Daardoor begon ik die stapelingen te zien als een soort van futuristische retro-gevels. Door de vorm van die blokjes, kwamen we voortdurend op nieuwe ideeën. Hoe we iemands uitzicht konden blokkeren, bijvoorbeeld. Ik maakte een rode, gele, blauwe en zwarte stapeling. Omdat ze waren ontstaan als opberg-maneuver en er uiteindelijk gingen uitzien als klasseermappen, heb ik ze opgeborgen in een omgekeerd tafeltje.

- Je eerste witgeschilderde voorwerp (artefact). Ik zag het staan bij Troebel Neyntje en het zag eruit als een legitieme sculptuur. ‘Denk je?’ vroeg je bezorgd. En toen heb ik het laten opnemen in een groepstentoonstelling bij Panthera Today in Brussel. Ik vertel dit erbij voor archivarissen die meelezen.

Sevenans: Gisteren kloeg een verontwaardigd burger op de sociale mediamarkt over de performance met het tomatensap. Hij vond het schandalig dat er glasscherven in de jachthaven gevallen konden zijn. ‘Wanneer doen de politiek en de politie hier iets aan?’ vroeg hij. Onmiddellijk reageerde de Antwerpse politie. ‘Wanneer heeft dit voorval plaatsgenomen?’ vroegen ze. Ik was al beginnen typen: ‘In 1966’, maar ik heb mijn reactie niet gepost. Er heerst al genoeg verwarring in onze steeds sneller evoluerende samenleving.

- We hebben nog niets gezegd over Larsen Bervoets (kunstschilder, trendsetter, °1979).

Sevenans: Ik ben blij dat je erover begint, want technisch gesproken vond mijn eerste overzichtstentoonstelling plaats in kunstgalerie Haecken en Ooghen van Larsen Bervoets. Dat moet je nog veranderen in de tekst. Want dit is dus mijn tweede overzichtstentoonstelling. Larsen heeft AARS ook geholpen met het aanbrengen van het devies van Tomas Beaujean in de inkomhal van de Antwerpse Academie: ‘My real passion is teaching but I create Art on the side to pay the bills.’

- Het financiële aspect van de artistieke creatie is primordiaal.

Sevenans: Ja, dat kunnen we nooit hoog genoeg inschatten.

- Het eerste voorwerp dat we aantreffen in de tentoonstelling, ook zichtbaar door het raam, is een antiek, houten lessenaartje. Daarop rust een papieren hoofddeksel met ezelsoren. Het lessenaartje staat in de richting van een schoolbord waarop enkele roestige veren uit een beddenbak gekleefd werden. Mogen wij hierin een boodschap lezen?

Sevenans: Het lessenaartje heb ik gekregen van Carine Lampens, de laatste echtgenote van Marcel van Maele. ‘Gij kunt daar misschien iets mee doen,’ zei ze. Op dat ogenblik werd ik door Michel Kolenberg (bibliothecaris, °1893) uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan zijn vitrine-ding in Sint-Lukas Brussel. Ik nam een pizzadoos, plette die, sneed de ezelsoren eruit en verstevigde de kroon aan de binnenzijde met zwarte ducktape.

- Het schoolbord herinner ik mij van de opening van Café De File, zo genoemd naar het plan van Marcel van Maele een gelijknamig café op te richten, zodat de klanten naar huis konden bellen en eerlijk zeggen: ‘Ik ga een beetje later zijn, want ik zit in De File’.

Sevenans: Er is iets vreemds aan de hand met cafés. Zelf kom ik er nooit, maar als je met een kunstenaar spreekt over een historisch moment uit de kunstgeschiedenis, begint het verhaal altijd heel neutraal: ‘Paul Joostens stond juist een sigaret te roken voor zijn atelier in de Venusstraat toen…’, maar na drie seconden wordt het al: ‘Toen zaten we in dit of dat café en zei hij…’ Elk verhaal wordt getackeld door een café. Tone Pauwels merkte in dit verband op: ‘Ik kan u niks vertellen over de jaren zestig want ik was er zelf bij.’

- In de tentoonstelling bevindt zich ook een vreemd, donkerbruin, houten voorwerp, waarop je een ‘Matige trappist’ hebt tentoongesteld. Ik herkende het object als de toog van je café, toen Nienke Baeckelandt (Oostendse kunstenaresse, °1989) en Zena Van den Block (fotografe, collagiste, °1995) tegelijk op de vernissage verschenen. Zij zijn je vaste waardinnen met name. Hoe heb je die toog gemaakt?

Sevenans: Ik was bezig met de aankleding van mijn café. Om een vochtplek aan het gezicht te onttrekken (alvorens jij het dak gerepareerd hebt als medewerker van AARS-construct), heb ik een lambrisering gemaakt met resten van de decoratieve muurbekleding van het voormalige bankfiliaal waarin Troebel Neyntje gevestigd was. Enkele dagen eerder had ik van Werner De Vos (erfgoedbewaarder, °1957) een oude sokkel gekregen. ‘Gij kunt daar misschien iets mee doen,’ zei hij. Ik heb de sokkel bruin geschilderd en afgewerkt met het overschot van de lambrisering, zodat er een aangenaam ensemble tot stand kwam.

- Je tentoonstelling ademt de weelde van de bruine kroeg, beschouwd vanuit het welwillende gezichtspunt van iemand die niet op een stoel kan blijven zitten en nooit drinkt tussen twee maaltijden. De galeriehouders Bart Van Acker en Gert Junes verwelkomen de bezoekers zittend aan een grote ronde tafel die afkomstig is uit Café De Vaste Hand: het blad is met een wipzaag enigszins moeizaam of weifelend vormgegeven en rust op twee schragen, waaruit de waarnemer kan aflezen dat het niet om een echte tafel gaat.

Sevenans: Ik was met Citrikske (Cedric Daelman, concertorganisator, °1991) op zijn koertje in Borgerhout een decor aan het bouwen voor optredens die hij organiseert. Er bleef nog een plank over en ik vroeg of ik daar een tafelblad uit mocht zagen. Dat tafelblad hebben we dan van Borgerhout naar de Grote Pieter Potstraat gerold om het een authentieke cafélook te geven, met gedeukte randen. Het blad ligt los op schragen, omdat ik geen replica wilde maken, zoals je tegenwoordig wel eens keramieken stoelen ziet. Maar ook omdat alles demonteerbaar en mobiel moet blijven natuurlijk, Tone en Yona Friedman indachtig.

- In dat verband zou ik…

Sevenans: Ik zag eens een tekening van Wim T. Schippers (vloeibaar televisiemaker, °1942): drie zwierige pennestreken die het ontwerp van een Villa voorstelden. Ik vermoed dat hij daar lachte met Friedman, maar ik ben niet zeker. Zoja, super. Zoniet, ook super.

- Die dubbelzinnigheid zou je…

Sevenans: Naast jouw verzamelde verkeersboetes (1984 -   ) en publicaties in Hart (2007-   ) bevat het AARS-archief ook alle facturen van de VZW Vrienden van Troebel Neyntje en alle notities van mijn lerarenopleiding, die nu in volle gang is en vermoedelijk de langst lopende performance ter wereld zal worden. De titel is: ‘Leraar worden net als Idris’.

- Tijdens je eerste proefles kreeg je de kritiek ‘te entertainend’ te zijn.

Sevenans: Ja, een eerste vereiste voor degelijk onderwijs is dat het saai blijft, anders raken de studenten te snel afgeleid.

- Uit die eerste lego-stapelingen en het witgeschilderde tafeltje uit 2018…

Sevenans: Ontstond gaandeweg en nauwelijks bewust een benadering die tot deze tentoonstelling heeft geleid. Ik ben blij dat je eindelijk terzake komt. Ik kleefde springveren op een schoolbord en noemde dat ‘Iets dat al gedaan is in de jaren zestig’.

- Wat je hier tentoonstelt zijn eigenlijk allemaal ‘relieken’, zoals een befaamd kunstenaar van onze bodem dat in de jaren tachtig placht uit te drukken. Afvalproducten, eigenlijk. Dingen die voor iets anders gemaakt zijn en hier nu raar verzameld staan. Zelden heb ik zoiets poëtisch gezien, geef ik toe, als deze dreigend-luchtige verschijning van een verzonnen nostalgie, een beetje zoals bij Mike Kelley, misschien.

Sevenans: Is dat ook een hippie uit de jaren tachtig?

- Ik denk dat je wel zou houden van zijn vogelhuisjes en zijn verzinsels over het botermeisje en zijn reconstructies van theaterstukken op basis van gevonden foto’s en zijn piepschuimen schoollabyrint ‘Educational Complex’ en het labyrint gemaakt met de overschotten van dat complex.

Sevenans: De werken ‘Matig bier’ en ‘Matige trappist’ kwamen tot stand vanuit een poging legoblokjes los te gebruiken, zonder ze ineen te klikken. Citrikske en ik waren een HOR-campagne aan het maken voor een bierfestival dat pleitte voor het gebruik van nieuwe, moderne glazen. Ze hadden iets tegen het traditionele bierglas. We maakten een filmpje waarin gele en witte legoblokjes in een bierglas een pils voorstelden. Dan kwam er een legohondje aangewandeld dat tegen het glas plaste. Het eerste jaar hebben veertigduizend mensen naar het filmpje gekeken, daarna heb ik het niet meer gevolgd.

- Het enige voorwerp dat ik niet juist vind staan in de tentoonstelling is een vierkantige, witgeschilderde, metalen sokkel waarop een kort wit muurtje van lego rust. Waarom staat het zo tegen de muur aangedrukt?

Sevenans: Omdat het anders omvalt. Nu hangt het met een scheve schroef vast aan de muur. Die witte randen zijn de aanzet van een heel hoge schouw. Mij doet het denken aan die tekening van Wim T. Schippers. Misschien is dat freewheelen van mezelf, maar ik denk dat Schippers daar de draak steekt met mannen als Friedman. Ik wil mijn woorden van daarstraks intrekken. Ik zou het toch beter vinden als het een parodie was. Als iets al heel goed is, zoals Friedman, dan verwacht je niet dat er nog een duivel verschijnt die dat onderuit kan halen.

- Je hebt ook een schildersdoek witgelakt en er drie keer in geschoten met een loodjesgeweer.

Sevenans: Ja. Het geweer hoort bij het werk, zodat de verzamelaar er thuis nog extra gaten in kan schieten. Het is tijdens de opening gekocht door Manuela Klerkx (art coach, PR-agente van AARS, °1982) en haar echtgenoot Oscar van Gelderen (ex-uitgever, AARS-manager en art collector, °1984) die de tentoonstelling ‘lekker disruptief’ noemde op de sociale mediamarkt.

- Ik hoorde dat je met Tomas Beaujean een nieuwe publicatie over AARS aan het voorbereiden bent?

Sevenans: We hadden onszelf geïnterviewd, naar het inspirerende voorbeeld van het lijvige boek van Nico Dockx (boekenmaker, °1974) over Dennis Tyfus (radiomaker, °1979). Dat boek excelleert in creatief Engels, zoals in de zin: ‘The fun was quickly over’. Ergens hadden we de volgende uitspraak van Tyfus aangetroffen: ‘I want to fill the entire sportpaleis with bronze and remove its shell afterwards’. Daarvan maakten we: ‘I want to fill the entire academie with bronze and remove its shell afterwards’. Toen we de tekst voorlegden aan Thomas Crombez (academicus, °1978), vond hij die echter getuigen van een ‘tenenkrullende zelfpromotie’. Dat de tekst letterlijk overgenomen was uit een publicatie van zijn collega Nico Dockx was geen excuus. Tomas en ik hebben ons dan teruggetrokken uit het avontuur. ‘I am afraid,’ heb ik geschreven, ‘I have to withdraw from the project.’ Want in het Engels klinkt het altijd beter, natuurlijk.

 

 

Montagne de Miel, 3 maart 2021

 

 

Naschrift, gedaan op 5 maart 2021

Vannacht vroeg ik Harry Ruhé (galeriehouder, tentoonstellingsmaker, vertrouweling van Wim T. Schippers, °1947) of hij de Villa-tekening kende en er het parodische gehalte van kon inschatten. Dit was zijn antwoord: ‘Natuurlijk herinner ik me jullie bezoek. Ik had gisteren een uitnodiging van de Biennale van de Banale Dragers in mijn handen, en moest toen aan jullie denken. Bij Wim T. Schippers is geen onderscheid te maken tussen autonoom kunstwerk en parodie. Ik heb de tekening nog niet gezien, maar het lijkt me een typische ‘Schippers’. Hartelijke groet, Harry