Hans Theys ist Philosoph und Kunsthistoriker des 20. Jahrhunderts. Er schrieb und gestaltete fünzig Bücher über zeitgenössische Kunst und veröffentlichte zahlreiche Aufsätze, Interviews und Rezensionen in Büchern, Katalogen und Zeitschriften. 

Diese Plattform wurde von Evi Bert (M HKA : Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in Zusammenarbeit mit der Royal Academy of Fine Arts Antwerpen (Forschungsgruppe ArchiVolt), M HKA, Antwerpen und Koen Van der Auwera entwickelt. Vielen Dank an Fuchs von Neustadt, Idris Sevenans (HOR) und Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Thierry Grootaers - 2021 - Nieuwe ademruimte [NL, essay]
Text , 1 p.

 

 

_______________

Hans Theys

 

 

Nieuwe ademruimte

Over het werk van Thierry Grootaers

 

Thierry Grootaers (°1974) maakt schilderijen die op een geheime manier spreken over de benauwende jaren vijftig of tachtig, doorgebracht in een donker huis en dromend over een bevrijdende, modernistische architectuur, licht, lucht en vrijheid. De beelden die we zien zijn bedrieglijk. Ze doen ons denken aan architectuur en binnenhuisarchitectuur omdat ze ons doen denken aan schaalmodellen van woningen. Toch hebben er nooit dergelijke, gedetailleerde maquettes bestaan, tenzij poppenhuizen. Wat gebeurt hier dan wel? Het lijkt alsof illustraties uit geïllustreerde weekbladen een nieuw leven krijgen, met een valse ruimtelijkheid, die wordt mogelijk gemaakt door het schilderij. Kijken we naar hetzelfde verschijnsel vanuit het standpunt van het schilderij, dan zien we beelden die een nieuwe picturale ruimtelijkheid mogelijk maken, een speelveld voor kleurvlakken die zich op verschillende dieptes lijken af te spelen.

De meeste schilderijen komen tot stand in drie bewegingen. Allereerst worden kleurvelden aangebracht met acrylverf en spalterkwast. Dan wordt een figuratieve voorstelling toegevoegd, door Grootaers omschreven als ‘scénette’ (tafereeltje, charade), en wordt gewacht en gekeken. Eén muur van het atelier is als in een 19de-eeuwse salon behangen met tal van schilderijen in wording, die traag prijsgeven hoe ze voltooid moeten worden. Soms wordt het tafereeltje opnieuw (gedeeltelijk) overschilderd, soms wordt het weggewist of weggeschuurd. Vaak krijgt het schilderij nieuwe monochrome kleurvlakken die zich aan de voorzijde van het schilderij lijken op te houden. De figuratieve laag krijgt schaduwen en volume, de eerst en de derde laag zijn vlak. Nu we weten hoe ze worden opgebouwd, kijken we opnieuw naar deze vreemde, platte bouwsels, die schuilplaatsen lijken voor onuitgesproken gedachten.

De personages lijken verwikkeld in tijdloze, bevroren perikelen. Hondenhokken zonder dak worden getekend met verkeerd perspectief en zonder schaduw, waardoor voor- en achterwand even groot blijven, als twee geometrisch opgebouwde vlakken die alleen werkelijkheidswaarde krijgen binnen het schilderij (niet als representatie, maar als kleurveld). De auto’s en de huizen lijken te spreken over een geborgenheid die tegelijk als verstikkend ervaren wordt, een verstikking die misschien alleen al schilderend overstegen wordt. Want bovenal lijken alle bestanddelen van deze schilderijen, of het nu om louter kleurvelden of om voorstellingen gaat, in de eerste plaats puzzelstukken te zijn in complex opgebouwde, nieuwe picturale ruimtes, die enkel als schilderij kunnen bestaan.

 

Montagne de Miel, 19 augustus 2021