Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Bruno Mertens - 2022 - Van iets naar niets en omgekeerd [Nl, interview]
Interview , 2 p.

 

 

 

________________

Hans Theys

 

 

Van iets naar niets en omgekeerd

Ontmoeting met Bruno Mertens

 

Bruno Mertens (°1968) legde de voorbije vijfentwintig jaar een boeiend artistiek parcours af dat leidde tot zeer frisse driedimensionale schilderijen. Telkens nam hij ervaringen en verworvenheden in verband met een bepaalde techniek mee naar het volgende avontuur. Hij begon als etser. Dan verdiepte hij zich in de keramiek. Vervolgens schilderde hij met acrylverf keramisch aandoende monochromen op paneel en doek, waar hij op verschillende manieren in ging krassen. Het krassen in de doeken leidde soms tot gaten, het vrije lossnijden van het doek om het te bevrijden van het rechthoekige spieraam en uiteindelijk het verzagen van schilderijen. De brokstukken werden opnieuw geassembleerd, eerst in de vorm van schilderkunstige sculpturen in de vorm van veelhoekige lijsten, later in de vorm van sculpturen waarin resten van schilderijen gecombineerd worden met bloempotscherven en stukjes geknoopt textiel. De dominante kleuren zijn allerlei soorten wit en lichtgrijs, zodat de scherven en de geknoopte stukjes stof voor kleine kleur-accidenten zorgen en het beeld oproepen van een schilderij dat driedimensionaal is geworden.

We wandelen door de tuin met een grote vijver en honderden verschillende planten, waaronder dertig verschillende vijgenbomen, drie bomen met een maretak, rozelaars, stermagnolia's, vlierstruiken, oude perelaars, eiken enzovoort. De meeste bomen zijn gesnoeid. Ik vraag waarom Mertens in zijn schilderijen is gaan snijden, denkend aan de recente biografie van Ai Weiwei, waarin die schrijft dat hij beeldhouwwerken is gaan maken met ontmantelde oude meubelen omdat hij het gevoel had dat de dominerende Chinese cultuur gedeconstrueerd moest worden om tot nieuwe dingen te kunnen komen.

Mertens: Het is alsof ik de dingen wil doorgronden door ze stuk te maken. Tegelijk heb ik een hekel aan rechthoeken.

- Sommige mensen beginnen, zonder dat ze dit beseffen, artefacten te maken om zichtbaarder te worden, onder meer voor hun ouders. Maar omdat ze er in het geheim overtuigd van blijven dat ze die aandacht niet verdienen, maken ze die werken weer stuk, bijvoorbeeld door er eindeloos mee aan de gang te blijven of door ze te laten vernietigen door een vriend, zoals Kafka.

Mertens: Wanneer ik mijn dingen stukmaak, ervaar ik een gevoel van vrijheid. Je kan je laten gaan en wat er in je zit kan dan naar buiten komen.

- Hoe voelt onvrijheid aan voor jou?

Mertens. Dat weet ik niet goed. Ik heb enorm veel deugd van het kapot zagen van die dingen. Ik denk dat ik geen kader meer wil, geen omlijsting, geen beperking. Wanneer je iets kapot maakt, komt er enorm veel energie vrij en ontstaat er goesting om in alle vrijheid iets met de brokstukken te doen, om er iets nieuws van te maken. Je zit volledig in het niets, je hoeft niets meer te zijn, je hoeft nergens naartoe, dat speelt allemaal geen rol meer. Het is allemaal onbelangrijk geworden. Maar het gevoel dat je dan hebt, is wél belangrijk. Als kind heb ik mij dikwijls niets gevoeld. Het was alsof ik nergens was. Dat gevoel heb ik heel goed gekend en omarmd: je bent niemand, je hebt geen identiteit. Ge zijt niks, ge kunt niks.

- Dat gevoel kan vandaag aangenaam zijn, omdat het aanvoelt als een soort van thuiskomst. Wat je zegt, doet mij denken aan grote carnavalspoppen en hun onzichtbare dragers. Peter Buggenhout is tot sculpturen gekomen door zo'n poppen te verpletteren. Tuymans vertelt dat hij als jongeman een met bloemen versierde praalwagen heeft voortgeduwd, binnenin, volledig onzichtbaar en anoniem. Hij vertelt ook dat als hij lang in zijn moeders spiegel keek, aan de kaptafel, de plek van zijn gezicht verdween en er alleen een gat te zien was.

Mertens: Ik heb ook nog rondgelopen met zo'n carnavalsreus op mijn schouders. Ik denk dat je iets creatiefs kan doen met pijn en het in een andere vorm naar buiten kan brengen. Maar tegelijk gaat het ook om de aard van de voorwerpen die je wil maken. Ik wil geen werken maken met een kader. En geen werk op doek. Want dat kennen we al. Onbewust word je voortgetrokken door een zoektocht naar het nieuwe. Je weet niet hoe het eruitziet, want het bestaat nog niet. Maar soms voel je dat je op het goede pad zit. Over mijn laatste werken heb ik een goed gevoel. En ik zou ze willen loslaten, zodat ze ergens kunnen wortelen.

 

 

Montagne de Miel, 4 februari 2022