Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Laurence Petrone - 2022 - Ondersteboven [NL, essay]
Text
1 p.

 

 

_______________

Hans Theys

 

Ondersteboven

Over Laurence Petrone

 

Ooit zag ik een treurige documentaire over het verlangen van veel Oost-Europeanen weer tot de Sovjet-Unie te behoren. Ter illustratie werden beelden getoond van Roemeense circusberen die tegen hun wil in de natuur moesten leven, ook al werden ze voordien gefolterd om te leren op hun achterpoten staan. Als een struikelblok leg ik deze zin voor het onderstaande, omdat ik een verband zie met de magere vrijheidsdrang van veel van onze medeburgers. Ook al kunnen we alleen vrij zijn door ons te plooien naar het onafwendbare, bijvoorbeeld naar de eigen aard, toch lijken weinig mensen de rijkdom van hun persoonlijke mogelijkheden werkelijk te verkennen. Zo niet Laurence Petrone (°1987), die is opgegroeid in een vensterloos archief, waar ze duizenden uren heeft getuurd op platte documenten, maar twee jaar geleden, blootgesteld aan ruimte en licht, tot bloei is gekomen als een papieren Japanse bloem in een glas water.

Haar eerste werk, Qui me dirige, kwam tot stand na een ontmoeting met een maïsveld. Er bestaan vier versies van het werk, die zonder voorbedachte rade, stap voor stap, tot stand kwamen. Voor de eerste versie hing ze een aantal planten in groep ondersteboven. De aardkluiten met de uitstekende wortels werden het zwaartepunt van de sculptuur, als de hoofden van kopmensen. In de tweede versie hingen de planten ondersteboven te bungelen in gespreide slagorde, opgehouden door enkele kriskras aangebrachte, horizontaal gespannen dunne koperdraden. Op de vloer werd kurkuma gestrooid, een gouden herinnering aan de onzichtbare maïskorrels. Voor de derde versie werd een horizontaal hangende buis opgehouden door een touw dat er doorheen was gehaald. Boven de buis de aardkluiten van aan weerszijden neerhangende maïsplanten. De vierde versie toonde twee plantenbundels die tegen de muur hingen. Bijna onderaan werd elke bundel samengesnoerd, zodat er een soort staart ontstond, alsof we twee zeemeerminnen zagen.  De bundels hingen naast elkaar, maar niet op dezelfde hoogte, zodat we aan een paartje moesten denken. Later ontstonden meer prachtige werken met koper, ijzer, touwen en Belgisch zwart marmer. Eén werk bestaat uit twee scherven van zwart marmer die doorboord werden. Door de gaten werd een dik touw gehaald, zodat opnieuw een paartje ontstond, maar schijnbaar ook een gebruiksvoorwerp, met een haak aan de muur van een schuur hangend. Een ander werk bestaat uit een nauwgezet met koperplaat beklede ligplank, die met twee dikke touwen omhooggehouden wordt. Schuin opstaand in de ruimte, nodigt het werk uit tot fysieke overgave.

In al deze werken ontmoeten we een aandacht voor kleur, materiaal, proporties, de omliggende ruimte en de toeschouwer. De gebruikte technieken zijn functioneel. De ingrepen zijn minimaal. Vaak lijkt het erop alsof de materialen elkaar op een wonderlijke manier hebben ontmoet. En altijd brengen ze de omliggende ruimte tot leven, zodat ademruimte ontstaat. Of denkruimte. Prachtig.

 

 

Montagne de Miel, 23 augustus 2022