Hans Theys — What's New?
Max Van de Perre - 2025 - Het echte vormdenken [NL, interview], 2025
___________________________
Hans Theys
Het echte vormdenken
Over het werk van Max Van de Perre
Max Van de Perre (°2000) genoot een opleiding als lithograaf, wat betekent dat hij grafisch werk maakt met behulp van een gepolijste steen waarop traditioneel een tekening wordt aangebracht die rechtsreeks wordt afgedrukt op papier. Twee jaar geleden besloot hij de steen niet langer te gebruiken als drager van een tekening, maar als volledig stempeloppervlak, als grote aardappelstempel. Daardoor kon hij al zijn aandacht richten op de gebruikte kleuren en hun mogelijke combinaties. Twee overlappende monochrome vlakken, bijvoorbeeld, creëerden een nooit volledig voorspelbare derde kleur. Tijdens een jaar van experimenteren met de eindeloze mogelijkheden van deze minimale werkwijze ontstonden tientallen verrassende composities en kleurcombinaties.
‘Ik zag in,’ vertelt Van de Perre, ‘dat je niet altijd iets nieuws moet verzinnen of een lang vooronderzoek nodig hebt om je werk te laten evolueren. Ik realiseerde me dat ik vormen rondom mij kon afbeelden exact zoals ze zijn. Door dit inzicht begon ik anders naar mijn omgeving te kijken en begon ik interessante vormen op te merken zoals wegmarkeringen, huisgevels, de lay-out van een pakje sigaretten of de voertuigen van het openbaar vervoer, textielpatronen, de bekleding van een grote vrachtwagen…
Ik begon met het opmeten van verkeersborden en wat erop afgebeeld stond. Ik maakte houten replica’s die ik kleurde met spuitbussen. Ik probeerde de formaten te respecteren en alleen te verkleinen als het niet anders kon, om het principe van de ready-made te respecteren, zoals ik voordien ook het formaat en de vorm van de gekozen steen ongewijzigd gebruikte. Zo creëerde ik een grote verzameling van gekleurde houten planken waarmee ik kon puzzelen.’
Door het puzzelen (spelen, onderzoeken) met deze gekleurde planken, kwamen ze los van hun oorspronkelijke betekenis of functie en werden ze ‘louter’ vorm. Hierdoor ontstond een bevraging rond de betekenis van de termen ‘formalistisch’, ‘esthetisch’ en ‘decoratief’. In de twintigste eeuw hadden kunstenaars als Kandinsky, Mondriaan en Rothko spirituele voorwendsels nodig om niet-figuratieve schilderijen te maken, maar vandaag weten we dat de hele wereldgeschiedenis gekenmerkt wordt door culturele vormen die algauw hun oorspronkelijke inhoud verloren, maar behouden en herhaald werden omwille van hun poëtische zeggingskracht: hun vermogen gedachten, gevoelens, beelden en verhalen op te roepen zonder die te dicteren.
Niet tevreden met de textuur van de met spuitbus gekleurde planken, ging Van de Perre ze overspannen met katoen dat hij zo egaal mogelijk beschildert. Ook ging hij werken met foto’s van verkeersborden, die door hun specifieke perspectief, kadrering en lichtinval een subjectieve interpretatie zichtbaar maakten. De foto’s werden geprojecteerd op doek en de contouren van bepaalde vlakken werden afgebakend met tape. Zo ontstonden in te kleuren vlakken, als in een kleurboek, waarbij de kleuren vrij ingevuld konden worden. Het inkleuren gebeurt zo egaal mogelijk, zonder textuur of penseelstreek, alsof het machinaal is gebeurd.
‘Ik heb voor die benadering gekozen,’ aldus Van de Perre, ‘omdat ik het kleurvlak zo puur mogelijk wil weergeven. Het moet zo concreet mogelijk lijken, alsof het er altijd zo heeft uitgezien, zodat het niet uitmaakt wie het heeft ingekleurd. Ik wil de indruk wekken dat de vorm en de kleur niet toevallig is, net als de kadrering en andere kwaliteiten van de foto niet toevallig zijn, net als mijn bepaling van de contouren niet toevallig is. De paradox bestaat erin dat ik met gevonden materiaal wil werken, maar wel precies wil aangeven wat ik gevonden heb of vorm wil geven. Je werkt met gevonden materiaal, maar de uiteindelijke vorm is nieuw en persoonlijk.
Nadat ik alle vlakken heb ingekleurd, verwijder ik de tape en worden delen van het onbeschilderde katoen weer zichtbaar. In sommige gevallen, afhankelijk van de dikte van het katoen, worden zelfs de houten latten waar het katoen op gespannen is opnieuw zichtbaar. Dit zijn twee elementen die normaal niet zichtbaar zijn in een schilderij. Dit hangt samen met een ander aspect van mijn praktijk, namelijk dat ik mijn werk ‘leesbaar’ wil maken door te tonen hoe ik te werk ga en welke materialen en technieken ik gebruik. Ik wil dat mijn werk toegankelijk is voor iedereen, net als de symbolen en lay-outs in de publieke ruimte.
Het katoen koop ik in een bepaalde stoffenwinkel. Als ik daar rondwandel, valt mijn blik vaak op stoffen met een bepaald patroon. Een wit met rood gestreept of geruit patroon. Zulke patronen vloeien voort uit de beschikbare de manier van weven en de beschikbare kleuren. Verder hebben ze alleen een decoratieve functie, net als veel kunstwerken (bijvoorbeeld Moorse architectuur). Ik span deze stoffen op en beschilder ze met semi-transparante verf, het patroon uitvergroot herhalend. Daardoor ontstaat een boeiend spel van schakeringen in de kleurstroken. Die schakeringen spreken mij aan omdat ze voortvloeien uit de gebruikte materialen en niet uit gemengde kleuren of andere ‘persoonlijke’ of ‘subjectieve’ manipulaties. Door het opspannen van de stof worden de rechte lijnen kromgetrokken en gaan ze een visuele dialoog aan met de geschilderde rechte lijnen. Ook dit effect was niet voorspelbaar en vloeit voort uit eigenschappen van de gebruikte materialen.
Het gaat mij over het zien. Zijn de resulterende werken abstract, aangezien het simpelweg lijnen zijn? Zijn ze figuratief omdat ik herhaal wat er al is? Of kan ik ze ‘concreet’ noemen, als een nieuw gecreëerde textuur? Wat gebeurt er als je een ‘decoratief’ patroon uitvergroot herhaalt?’
Voor mij geeft het werk van Max Van de Perre blijk van een consequent vormdenken dat een intellectuele ontroering oproept, vergelijkbaar met de ontroering die opgewekt wordt door nieuwe vormen in de filmwereld, de muziek, de literatuur, de architectuur en alle andere zogenaamd schone of toegepaste kunsten. Artistieke emotie overstijgt gevoelerigheid en gecodeerde boodschappen en is het gevolg van een geoefende blik die verrast is door nieuwe toepassingen van oude technieken, door de nieuwe vorm voor het oude ding. Alle kunstvormen nemen de vorm aan van een ernstig spel dat onze waarnemingsmodellen openbreekt en verbreedt, ons wakker schudt en ons telkens weer verbindt met de wereld en onszelf. Gemaakt voor gescherpte zintuigen en vrije denkers, gemaakt zoals het werk van Max Van de Perre.
Montagne de Miel, 9 april 2025