Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

Hans Theys — What's New?

©Hans Theys
Idris Sevenans - 2025 - Dubbel werk [NL, essay]
Text , 2 p.

 

 

 

____________________________

Hans Theys

 

Ter begeleiding

Voorwoord bij de veilingcatalogus ‘Dubbel werk’

In de zomer van het jaar 2025 werd ik als galeriehouder benaderd door een buurvrouw die anoniem wenst te blijven. Ze was tijdens een treinreis van Lokeren naar Sint-Niklaas in het bezit gekomen van een ongewoon bundeltje dat bestond uit een bekladde veilingcatalogus, een ingelijste tekening die uit de catalogus was gescheurd, een T-shirt, een zelfklever en een ongewoon muntstuk. Ze vroeg me of ik haar wilde helpen dit ensemble te gelde te maken.

Algauw ontdekte ik dat elk van deze artefacten vervaardigd was door de Antwerpse kunstenaar Idris Sevenans (alias Troebel Neyntje), die blijkens het internet door een kunsthistoricus ooit werd omschreven als een ‘onfeilbare bullshit-detector’.

Het belangrijkste onderdeel van het ensemble, zo dacht ik, was de veilingcatalogus, die een twintigtal tekeningen van deze kunstenaar bevatte (naast een brief waarin de redenen voor een ontslag worden opgesomd). 

Ik vroeg de meest vooraanstaande kunstexpert van ons land, de heer Ronny Van de Velde, of hij de marktwaarde van deze catalogus wilde bepalen.

Ter vervollediging van dit veilingdossier vroeg ik de befaamde kunstcritica Carla Van Campenhout of ze de artistieke waarde en mogelijk diepere betekenis van deze vondst kon toelichten.

 

Verdwaald in verdubbeling

In Dubbel Werk komen keer op keer twee werelden samen: de wereld van de kunstenaar en die van de kunstwereld, de wereld van de horige en die van de meester, de wereld van de moreel gebonden mens en die van de duisternis.

Een arbeider in een veilinghuis maakt tekeningen op een persoonlijk werkdocument, een instrument dat door niemand anders bekeken hoeft te worden, een hulpstuk voor het klaarzetten van transportkisten. Een medebediende, die allergisch is voor overijverige collega’s, maakt foto’s van deze vandalenstreek en legt ze voor aan de heersers van het bedrijf. De argeloze bediende, die tot op dat ogenblik in een transparant universum vertoeft, ziet het projectiescherm van zijn wereldbeeld doorboord met donkere tumoren. Als een nachtmerrie bij daglicht, als vormeloze zwembeesten die het wateroppervlak doorklieven, als de groeiende brandvlek op een stilstaande filmstrook. 

(Wij schrijven lyrisch, want het gebeuren is van apocalyptische aard, het stelt een eind aan de onschuld.)

Is dit wel zo? Vanuit het gezichtspunt van de meester bekeken, heeft de slaaf zich misdragen. De slaaf heeft de heilige rust verstoord. De slaaf brengt duisternis in een wereld van licht. Niemand heeft waarheid nodig. Niemand wil in de werkelijkheid leven. Niemand wil iets vernemen over de dood, het akelige gebrek, de behoefte aan een persoonlijke ruimte. Wie verlangt nog naar persoonlijkheid in een wereld waarin vrijwel alleen het vormeloze en smakeloze kapitaal genereert?

De arbeider-kunstenaar is schuldig. Schaamte is hier op zijn plaats. Wie de normaliteit schuwt of beschimpt, is een schoft.

De overgebleven catalogus is als een spiegelpaleis waarin deze werelden samenkomen, elkaar overlappen, botsen. De kunsthistoricus verkneukelt zich in de ontmoeting tussen een uitgespaard silhouet van Roger Raveel en een portret van de veelzijdige Jacqueline Bouvier/Jackie Kennedy/Onassis/Jackie O dat als schuivende, onnauwkeurige zeefdruk overtekend werd met de uitgelijnde tronie van Troebel Neyntje. De marxistische socioloog is verrukt over de infrastructuur die ondergraven wordt door de superstructuur en de bioloog doorvorst het deterministische verloop van enkele levensgeschiedenissen. 

‘Iedere mens is een Günther Wallraff,’ zoals Beuys al zei. 

Het is zonneklaar.

 

Montagne de Miel, 31 augustus 2025