Hans Theys est un philosophe du XXe siècle, agissant comme critique d’art et commissaire d'exposition pour apprendre plus sur la pratique artistique. Il a écrit des dizaines de livres sur l'art contemporain et a publié des centaines d’essais, d’interviews et de critiques dans des livres, des catalogues et des magazines. Toutes ses publications sont basées sur des collaborations et des conversations avec les artistes en question.

Cette plateforme a été créée par Evi Bert (Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) en collaboration avec l'Académie royale des Beaux-Arts à Anvers (Groupe de Recherche ArchiVolt), M HKA, Anvers et Koen Van der Auwera. Nous remercions vivement Idris Sevenans (HOR) et Marc Ruyters (Hart Magazine).

Hans Theys — What's New?

© Hans Theys
John Lebrun - 2025 - Duurwāter [NL, essay]
Texte , 2 p.

 

 

_____________________

Hans Theys

 

 

DUURWĀTER

 

VOORWOORD DOOR DE VERTAALSTER

GEVOLGD DOOR HAAR VOETNOTEN

 

Jean Rombouts, Janie Bruyn, Burne-Jones, Brundle Joan, John Burnouts, Brunge-Anne, Giovanni Bruna: onder verscheidene namen is deze auteur tot ons gekomen in kerkelijke bescheiden, notariële akten, memoires, brieven, (halve) citaten, enkele vermeldingen in een lokale kroniek. Zelf schreef hij: ‘Niemand weet wie ik ben. Zelfs ik weet niet wie ik ben.’1 Verre van een pose, is dit een bekentenis, de neerslag van een ademloze ervaring van scheefheid, misplaatstheid en versplintering. Hoe dichter we hem naderen, hoe meer hij lijkt te wijken, ongrijpbaar te worden, omdat hij zelf altijd zoekend is. Doch wat betekent het te zoeken? Opgesloten zijn we in voorgekauwde zinnen en uitgewoonde beelden die ons het vrije zicht ontnemen. Althans, dat vermoeden we, omdat er in ons een leegte is, een beroofd zijn, een berooidheid, een doodsheid, die vecht met opstoten van lust, speelsheid en onbevangenheid. ‘Toutes les passions sont exagératrices,’ zegt Chamfort, ‘et elles ne sont des passions que parce qu’elles exagèrent.’ De rede helpt ons onze driften om te zetten in daden zonder ten onder te gaan, in die zin is ze van de natuur gegeven. De zoeker is passioneel, verward, tomeloos, overrompeld, verbijsterd zonder einde, want elke verse ervaring roept nieuwe vragen op, een zoveelste zoektocht.

     Vandaag worden uitspraken (beelden die we kunnen gebruiken voor een praktische omgang met de wereld of ons gemoed) van vooraanstaande denkers, auteurs, kunstenaars, spirituele leiders en charmezangers schaamteloos gebruikt om zeep te verkopen, persoonlijke voertuigen, verzekeringen, tattoos, piercings, zonnecellen, zonnebrillen, supersonische barbecues, speciale baardjes en andere egovermeerderende toetakelingen die niemand van node heeft. Gelukkig. Want zo is het voor iedereen duidelijk geworden dat zinnetjes als Nietzsches ‘Werde, der du bist’ (word wie je bent) eigenlijk niets betekenen. Sommigen wijzen erop dat ‘amor fati’ (een ander beeld van Nietzsche) nooit gebruikt wordt als reclameslogan, ook al betekent het eigenlijk hetzelfde (‘omarm je lotsbestemming’). Hoe komt dat? En hoe zit dat eigenlijk met de persoonlijke maakbaarheid van de mens? Hoe kneedbaar zijn we? Hoe veelbelovend zijn we? Welke geheime kern huist in ons, veelal vergeefs naar ontplooiing trachtend?

     Over de betekenis van het kasteel zijn de meningen verdeeld. De tekst is onweerlegbaar, en de veelheid aan meningen vormt in de eerste plaats een uiting van wanhoop daarover.2 De grote geschiedvorser Johan Huizinga zag in de middeleeuwse cultuurvormen in de eerste plaats een bontgeschakeerd verhullend bezingen van de lust, de enige tegenkracht voor de alomtegenwoordige miserie, de kwellingen en ziektes, de verpletterende wanhoop en merencolie, de blind graaiende klauwen van de dood. ‘Weliswaar spreek ik alleen over vormen,’ schrijft hij. ‘Over de betekenis (de losgepelde, dunne inhoud) kunnen historici zich later buigen.’3

     We zijn getuige ervan hoe Rombouts/Burne-­Jones/Bruna zijn hart dichter en dichter nadert4,zich vastklampend aan de redelijkheid van de rekenkunde, de linguïstiek, de zoölogie en de sociale vorsing, en we proberen met hem te gissen naar de plannen van de bouwmeester, wiens ribbenkast zelf nog in de steigers staat.

 

Noten:

1. Vergelijk: ‘Niemand weet wie Broodthaers was, zelfs Marcel Broodthaers wist niet wie hij was.’ Hans Theys in het editoriaal van Broodthaers onomwonden / Autour et au-delà Marcel Broodthaers, AmuseeVous, 2008. Lebrun schijnt vertrouwd te zijn met de Broodthae­rs-receptie.

2. Ik verwijs naar: ‘Die Schrift ist unveränderlich und die Meinungen sind oft nur ein Ausdruck der Verzweiflung darüber.’ In: Franz Kafa, Der Prozess 

3. In zijn eigen woorden: ‘Vormen van het leven en van de gedachte zijn het, wier beschrijving hier beproefd is. Den wezenlijken inhoud te benaderen, die in die vormen heeft gerust,– zal het ooit het werk zijn van geschiedkundig onderzoek? (Leiden, 31 Januari 1919)’

4. Vergelijk: ‘Cavett: Ces dédales, ces labyrinthes et ces étranges dessins que vous décrivez dans vos livres, représentent-ils des ornementations artistiques, ou sont-ils là parce qu’ils sont une chose vivante? / Borges: Non. Je les considère comme des signes essentiels. (…) Je leur suis fidèle parce que je trouve qu’ils symbolisent exactement mon état d’esprit. Je suis constamment décontenancé, dérouté. Le labyrinthe est donc le symbole qui convient.’ In: Conversations avec J.L. Borges, Editions Ramsay, 1984, p. 45

5. Als God een oneindige bol is waarvan het middelpunt overal is en de omtrek nergens, zoals we lezen bij Pascal, en als er maar één Schrijver is, van wie alle particuliere schrijvers flauwe afspiegelingen zijn, zoals Borges beweerde, dan is de zichtbare werkelijkheid imaginair, en de onzichtbare de enig werkelijke. 

6. Borges schreef dat Kafka zijn eigen voorlopers heeft gecreëerd: na lezing van Der Prozess, herken je in Maeterlinck iets kafkaiaans. Hetzelfde gebeurt hier: Lebrun heeft Kafka noch Borges gelezen, maar nu zijn werk bestaat, lijken ze het aan te kondigen. In het geval van Beckett gebeurde het omgekeerde: die schreef En attendant Godot als palimpsest over het visionair statische Les Aveugles van Maeterlinck.

7. We herkennen de opzettelijk verhakkelde syntax van Stéphane Mallarmé, later onleesbaar gemaakt door Marcel Broodthaers, zo blootleggend de diepere constellatie. (Zoals Léautaud opmerkt, heeft Mallarmé op latere leeftijd niets meer geschreven. Hij heeft niet alleen Broodthaers, maar ook zichzelf klem geschreven.)

 

Montagne de Miel, 2 augustus 2025