Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

KUNSTENAARS / ARTISTS

Berlinde De Bruyckere - 2018 - Over de verbondenheid [NL, essay]
Tekst , 2 p.




__________

Hans Theys


Verbondenheid
Over Berlinde De Bruyckere



Het levensgevoel van Berlinde De Bruyckere (°1965), denk ik, wordt bepaald door een alles omvattende, diepe verbondenheid. We weten dat de woorden ‘religie’ en ‘yoga’ allebei ‘verbinding’ betekenen, maar wat wordt er verbonden? In de eerste plaats, zo lijkt het, is elke geestelijke levenshouding erop gericht ons te verzoenen met onze lichamelijkheid, onze sterfelijkheid en de onkenbaarheid van een onbeheersbare wereld. Als denkend dier staan we buiten de wereld, maar als waarnemend en voelend wezen kunnen we ermee samenvallen. Wie eenzaam is, is zonder een God die hem of haar wil vergezellen en troosten. De Bruyckere lijkt zo’n troost te hebben gevonden in de omgang met een ademende, sensuele, bewegende, samentrekkende en uitdijende, oneindig op en neer gaande, schuimende, spuitende, vloeiende, uiteen brokkelende, samenklonterende, smeltende en stollende wereld. In haar werk voelen we de gedaanteverwisselingen van Ovidius, niet als parabels, maar als beelden voor een eeuwig veranderende wereld die we ook kennen van de fragmenten van Herakleitos of de sutra’s van Patangali: een wereld die een eenheid vindt in haar verscheidenheid, diepte in haar oppervlakte, en kracht in haar vergankelijkheid. ‘Dankzij de dood,’ schrijft Marcus Aurelius, ‘blijft de wereld eeuwig jong en fris.’ Wij ervaren deze beeldhouwwerken en bijna treuren wij niet meer, omdat wij voelen hoe een vrouw deze voorwerpen voor ons heeft geschapen, en zichzelf op die manier heel even boven de vergankelijkheid heeft uitgetild, zonder te verzaken aan de verbondenheid die alles voedt.
 

Montagne de Miel, 23 februari 2018