Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

KUNSTENAARS / ARTISTS

Luc Deleu & T.O.P. office-2009-Barricades, romboëders en sinusoïden [NL, interview]
, 2 p.




__________

Hans Theys


Barricades, romboëders en sinusoïden
Over nieuw werk van Luc Deleu en T.O.P. office



Tot 15 augustus kan u in de galerie van Annie Gentils terecht voor de solotentoonstelling ‘Tabula Rasa!’ van Luc Deleu en tot 2 oktober kan u in Raversijde terecht voor de groepstentoonstelling ‘Manmade’, met onder meer een prachtige, monumentale bijenkorf van Louis De Cordier (1978) en de eerste levensgrote barricade van Luc Deleu.

Bijgestaan door T.O.P. office medewerkers Laurette Gillemot (sinds 1970), Isabelle De Smet en Steven Van den Bergh (sinds 1997) blijft architect en kunstenaar Luc Deleu (°1944) onstuitbaar verder werken aan een veelvormig, zichzelf vernieuwend oeuvre dat attitudes, sculpturen, tekeningen, maquettes, teksten, stedenbouwkundige concepten en architecturale verwezenlijkingen heeft voortgebracht. Voor mij is Luc Deleu in de eerste plaats een breedgeschouderd man die in zijn opstelling, zijn opvattingen en zijn werk op een indrukwekkende manier gestalte blijft geven aan het vrijheidsideaal van de jaren zestig. In de tweede plaats is hij voor mij een denker. Weinig mensen kunnen zo snel zoveel gedachten en redeneringen omkeren en van een verrassende zijde belichten als Deleu. Hij denkt zoals Nietzsche: door de dingen ondersteboven, achterstevoren of krom geplooid opnieuw te bekijken. Hij denkt ook door dingen te laten gebeuren: door ze te maken of tot stand te laten komen. Hij probeert denkmachines te maken, die zelf vormen en inzichten genereren. Hij bijt zich vast in iets (bijvoorbeeld het werk en de gedachten van Le Corbusier) en blijft het bestuderen, vervormen, omploegen, in vraag stellen en toepassen, niet om meer te weten te komen over Le Corbusier, maar over de problemen die Le Corbusier voor hem heeft behandeld, over het vakgebied, over de wereld, gezien van uit het standpunt van een stedenbouwkundige, architect en kunstenaar. Geen zombie abstraction, crap art of dumb painting hier, maar wel iets ouds, echts, stevigs, dichterlijks, politieks, kroms, dwars, koppigs, ambetants en bevrijdends. Het besef dat er mensen als Luc Deleu zijn, maakt het bestaan voor mij minder duister. Dat heeft weinig of niets te maken met ‘kunst’ of de ‘kunstwereld’, maar met handelend denken en denkend leven. Momenteel denkt Deleu na over barricades. Die doen onmiddellijk denken aan zijn grondplan voor een van de uitbreidingen van het Middelheimpark, waarbij hij een wandelpad zo tekende dat er in het midden van het pad een volwassen boom kwam te staan. Ze doen ook denken aan zijn stedenbouwkundige fascinatie voor circulatie. Met barricades kan je de circulatie regelen.

Vandaag kijken we van de overzijde van de straat naar ‘de mooiste gevel van Antwerpen’, zoals Panamarenko Luc Deleus voortuin ooit heeft omschreven. Laurette Gillemot vertelt dat er vanochtend weer twee ingenieurs bedenkelijk naar de bomen stonden te kijken. De vrees bestaat immers dat een van deze bomen op een dag plotseling een tak van twintig centimeter doorsnede zou kunnen produceren die het Antwerpse tramverkeer zou stilleggen. Ook hier komen we dus het idee van een barricade tegen, zonder dat dit ooit de bedoeling is geweest. (Deleu vertelt dat hij in zijn voor- en achtertuin maar enkele bomen heeft geplant. Alle andere bomen en planten zijn er vanzelf gekomen. De bomen zijn bijna vijftig jaar oud, maar zien er nog piepjong uit. Alleen wie zelf bomen heeft geplant of vrijuit laten groeien, weet hoe lang het duurt voor een boom volwassen is en hoe hopeloos droef het kan zijn een volwassen boom te zien verdwijnen.)

Luc Deleu: Het is lang mijn droom geweest iets zinnigs met één container te doen. Ten slotte kwam ik op het idee een 20 ft container op één hoek te laten rusten. De sculptuur staat in Brussel. Nadien wilde ik een 40 ft container laten drijven op het meer van Neuchâtel, met een countergewicht tegen het kapseizen, maar dat voorstel is op niets uitgedraaid. En dan zag ik op een dag een documentaire over ‘La Liberté guidant le peuple’, het schilderij van Eugène Delacroix waarin Marianne op een barricade staat, en kwam ik op het idee barricades te gaan ontwerpen, bijvoorbeeld met de overblijfselen van gesloopte huizen of met meubels. Ik ben er heel vrolijk aan begonnen, maar het is een weerbarstig thema. Gelukkig waren er Christo’s olievaten in Parijs en Panamarenko’s barricade met ijsblokken op het Conscienceplein, zodat ik in goed gezelschap was.

- Hoe ben je bij Rietveld beland?

Deleu: Ik wilde graag een barricade met meubels bouwen, maar wilde het eerst uitproberen op schaal. Maar hoe moest ik aan schaalmodellen geraken? Het bedrijf Vitra maakt schaalmodellen, maar die zijn veel te duur. Ze zouden de prijs van de maquettes nodeloos opdrijven en dat is Vitra niet waard. Zo ben ik uitgekomen bij de stoel van Rietveld, die ik immers gemakkelijk zelf kon bouwen. Dat was trouwens ook de bedoeling van Rietveld: een stoel te ontwerpen die iedereen zelf kon bouwen. Het is een van de weinige modernistische meubels die niet beschermd zijn.

- De barricades vormen een nieuw programma toe aan de functionaliteit van modernistische meubels en gebouwen.

Deleu: Daar had ik tot nog niet aan gedacht. Maar daar gaat het ook om in de kunst: dat iedereen een werk kan lezen op zijn of haar eigen manier.

- In de tentoonstelling bij Annie Gentils zien we enkele maquettes van barricades, maar ook twee maquettes en enkele ‘didactische panelen’ die zijn voortgevloeid uit het project ‘Orban Space’, waarin T.O.P. office gestalte geeft aan een stedenbouwkundig denken op schaal van de aarde.

Deleu: Zoekend naar een begrippenapparaat voor ‘orban space’ bedacht ik dat je toch anders moet bouwen op een vlakte, in de bergen of aan een rivier. Daarom vroeg ik aan geografen of er een soort van lexicon van landvormen bestond, maar ze konden mij niet helpen. Tot ik na drie jaar sukkelen de woorden ‘land forms’ intikte bij Wikipedia en een volledig hoofdstuk over dit onderwerp ontdekte. Toen ik de bestaande typologieën architectonisch wilde vertalen, lukte dat niet met rechthoekige vormen. Daarom heb ik Isabelle De Smet gevraagd om eens naar de vissen en vogels van Escher te kijken. Omdat in die vormen een gebogen en een gekartelde lijn zit, krijg je meteen een meer natuurlijk resultaat. Isabelle heeft dan een puzzelstuk ontwikkeld waarmee we verschillende landvormen architectonisch kunnen vertalen. Ik heb mij ook laten inspireren door een boek van Viollet-le-Duc, die de Mont Blanc heeft opgemeten en zag dat die hele berg samengesteld is uit romboëders. We hebben ook fractalen gebruikt. Uiteindelijk hebben we ongeveer negentig, zowel kleine als grote landvormen, gestalte gegeven, allemaal op basis van de omtrek van dat ene puzzelstukje. Je ziet dat ook aan de maquettes, die zowel een kinderspeeltuin als een winkelcentrum of een provincie kunnen voorstellen. Steven Van den Bergh heeft alle vulkanische en arctische gedeelten gemaakt, ik heb nogal lang zitten werken aan de vorm van de rivieren: door elkaar gevlochten sinusoïden. Hier en daar hebben we moeten valsspelen om verschillende landvormen in elkaar te laten overlopen. Je weet dat ik hou van aleatoir design. Uiteindelijk moeten de dingen er natuurlijk uitzien, ook al hebben we alles zelf bedacht. Dat is hier wel gelukt, vind ik.


Montagne de Miel, 9 juni 2016