Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

KUNSTENAARS / ARTISTS

Walter Swennen - 2010 - En bref [FR, interview]
, 1 p.




__________

Hans Theys


In het kort
Mini-interview met Walter Swennen


Swennen: De schilder probeert te handelen in het grensgebied waar twee onverenigbare zaken elkaar ontmoeten: het beeld (de tekening, de afbeelding) en het schilderij. De schilderkunst is onmogelijk omdat ze de neiging heeft ofwel over te hellen naar het beeld ofwel naar de materie van het schilderij. De schilder probeert het schilderij in evenwicht te houden op de plek waar beide zaken elkaar ontmoeten.
    Lang geleden heb ik de analytische filosofen gelezen omdat ik wilde weten wat ze over kunst te zeggen hadden. Ze verschillen allemaal van mening, maar over één ding zijn ze het eens: het kunstwerk kan gescheiden worden van de drager; het gaat voor hun om twee verschillende zaken. Dat deed mij denken aan Sartre die beweerde dat het schilderij niet bestaat als het niet waargenomen wordt.
    In zijn boek, Peinture et réalité, een betwistbaar, maar merkwaardig boek over de schilderkunst, maakt Gilson als eerste een onderscheid tussen het artistieke en het esthetische ‘esse’ van een schilderij, die een verschillende oorzaak hebben. Zo biedt hij een uitweg uit de aporie die stelt dat een schilderij ophoudt te bestaan wanneer het niet waargenomen wordt. Het artistieke wezen van het kunstwerk, zegt Gilson, vloeit voort uit zijn oorzaak, namelijk de kunstenaar. Het is een kwaliteit die voortvloeit uit het feit dat het voorwerp in kwestie gemaakt werd door een kunstenaar. Het esthetische wezen van het kunstwerk, daarentegen, is een aparte kwaliteit, die voortvloeit uit de blik van de toeschouwer. Dit lijkt mij een nuttig onderscheid omdat het elke vorm van dubbelzinnigheid uitsluit. Het voorkomt dat je een schilderij moet herleiden tot wat is het voor een toeschouwer, namelijk een beeld. Het voorkomt dwaasheden zoals de uitspraak dat het de toeschouwer is die het schilderij maakt.
    Het probleem is dat filosofen niet geïnteresseerd zijn in de vervaardiging van schilderijen. Ze zijn niet geïnteresseerd in dingen die niet tot de orde van het beeld behoren.


Montagne de Miel, 18 juni 2010