KUNSTENAARS / ARTISTS
____________________________
Montagne de Miel, 28 februari 1996
Aan Bernd Lohaus
Beste Bernd,
Ik schrijf een paar woorden om u te zeggen dat ik uw prachtige tentoonstelling in het Muhka heb gezien, en dat uw werk mij ontroerd heeft. Soms heb ik gelachen, bijvoorbeeld bij de eerste blik op de schuin tegen de muur geplaatste doeken, en dan ademloos toegekeken, bijvoorbeeld bij een tweede blik op diezelfde doeken – toen ik ervoor stond en ze niet meer van opzij zag – die dan niet langer een commentaar op de schilderkunst leken, maar gewoonweg krachtige schilderijen waren, met dikke lijnen als tedere vuistslagen. Alles herleid tot het essentiële: een wit doek en zwarte verf. Het schilderij als sculptuur, dat zijn plaats opeist in de ruimte, niet als decoratie (opgehangen), maar als stelling, door de zwarte strepen aan de muur geklonken.
De algemene indruk die ik overhield aan deze ontmoeting met uw werk (de minieme steunpunten van de zware balken, uw liefde voor elk van deze wezens van hout, het moedige blootgeven van een kwetsbaar evenwicht tussen de massieve pose en de enige mannelijke broosheid) was zoiets als een lijfelijke ontmoeting met de Tijd, al die tijd, waarvan je kon voelen dat hij niet vergeefs was doorgebracht, omdat hij ineengeduwd zit in deze sporen van een koppig en anders geleid leven. (Misschien een van de enige bestaansredenen van de kunst: tonen dat het geen kwaad kan de trage aandacht te vieren, naar de dingen te kijken, ze om te draaien, ze te verslepen en er enkele woorden in te krassen.)
Ik denk niet, zoals Fassbinder Genet schijnt te laten zeggen in zijn film Querelle, dat mannen, of jonge mannen, minder dan vrouwen bestand zijn tegen de eenzaamheid of een gevoel van verlatenheid, maar ik denk wel dat mannen dit gevoel van verlatenheid, dat gevoel niets dan overschot te zijn, anders ervaren dan vrouwen.
Enfin soit. Ik heb het hier natuurlijk alleen maar over mijn eigen indrukken, ik weet niet in hoeverre die overeenstemmen met uw bedoelingen, maar daar moet ik natuurlijk schoon mijn botten aan vegen, anders komt er nooit iets op papier.
Ik hoop dat ge mijn Nederlands kunt ontcijferen,
Lieve groet,