ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS
xpo - 2012 - Het gat in de kunst - Vluchtige ontmoetingen in de maalstroom [NL, gallery text]
__________
Hans Theys
Vluchtige ontmoetingen in de maalstroom
Zaaltekst voor de tentoonstelling ‘Het gat in de kunst’
Inleiding
In deze tentoonstelling vinden we een uitgelezen samenkomst van een reeks verfijnde werken van masterstudenten van twee Antwerpse kunstscholen: de Sint-Lucas Hogeschool en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Door de specifieke opstelling ontmoeten deze werken elkaar in een sfeer van tolerantie, waarin ze elkaar lijken te versterken. Tal van verbanden worden zichtbaar, formele en inhoudelijke, maar tegelijk maken we kennis met een bevreemdend, incongruent allegaartje dat de onuitputtelijke vormenrijkdom van de grote wereld lijkt te herhalen, als een poëtische analogie. We kunnen hier niet alle werken opsommen en beschrijven, ook al omdat we niet willen beletten dat u ze zelf ontdekt en op een onbevangen manier ontmoet.
Midden
Van Elise Geijsels zien we een prachtige film waarin we door middel van ongehoorde, minieme en intieme incidenten kleur zien geboren worden uit wit licht.
Renée Simons toont envelopjes waarin zich snippers bevinden die de toeschouwer tot nieuwe composities kan schudden. De composities worden geprojecteerd.
Van Kasper Bosmans zien we onder meer een bevend, erectiel magneetje dat door een garendraad belet wordt zich vast te hechten aan een tegenpool, waardoor een onzichtbaar trillende haarlijn strak door de ruimte gespannen wordt. We zien ook twee houten lijstjes waarvan de open binnenruimte diagonaal doorsneden wordt door een paardenhaar dat links onderaan zwart lijkt, in het midden onzichtbaar wordt, en rechtsboven weer als een blond haar verschijnt. Allicht de meest verfijnde ‘dégradé’ die ooit werd geschilderd. Ook zien we een schilderijtje met minieme troepjes verschillend verkleurde verf, ontstaan door in verschillende kleuren gedrenkte haren door minuscule gaatjes te trekken.
De vormgever Aaron Harris maakte twee prachtige boekjes: ‘Voorstel Herman Teirlinckuis, zomer 2011’, in samenwerking met Kasper Bosmans en Hans Theys. En ‘Rein Dufait, nawinter 2012’, in samenwerking met Rein Dufait en Hans Theys. Beide boekjes hebben een dubbele structuur, die een oeuvre op twee verschillende manieren probeert te belichten.
Frederik Van Remoortere, de bezieler van het kunstenaarscollectief Lampekap dat onlangs de nationale pers haalde met een filmische interventie in de Antwerpse binnenstad, toont een kleinood in de vorm van een diaprojector waarvan de trapeziumvormige lichtstraal gedeeltelijk wordt afgebakend met witte wol.
Jasper Hoovers toont een mysterieuze lithografie, waarin een van achteren belichte figuur een donkere holte lijkt vast te houden, een beetje zoals ‘L’objet invisible’ van Giacometti, maar dan meer in duisternis gehuld.
Sarah Hendrickx toont twee prachtige boeken en een voorspelling van het einde der tijden die de vorm aanneemt van gestempelde A4-tjes. De A4-tjes bevatten alle data die je kan vormen met één bepaald datumstempeltje.
Saori Kuno toont ons cycli die onderbroken worden. Soms met metalen cirkels die een afwijking vertonen en gekruist worden door een rood potloodstreepje; soms door witte papieren bordjes waarop stof het silhouet van een dia heeft achtergelaten en rode stipjes ons herinneren aan de perforaties van postzegels (de nutteloos-praktische hulpmiddelen van de onmogelijke ontmoeting); soms door te tonen hoe een strook examenpapier zich verplaatst heeft binnen een blad. Ze vertelt dat haar moeder en andere familieleden leraars waren, dat ze gestalte probeert te geven aan beslissingen die niet genomen worden en we voelen de afstand die haar scheidt van haar thuisland en van het land waar ze nu verblijft en ook zou willen blijven. ‘Hoe hak je een knoop door?’ lees ik.
Magdalena Kmiecik toont drie prachtige collages waarin telkens twee gezichten gecombineerd worden én gescheiden door een garendraadje of dun touwtje.
Wouter Straetmans toont verschillende dooreen gevlochten schilderijen. Aanvankelijk deed hij dit met geverfde jute, later met tot strookjes geknipt, beschilderd papier.
Liesje Delaet maakte een tekening op een rol ragfijn zijdepapier door verschillende gekleurde lijntjes naast elkaar te trekken met kleurpotloden, die afkomstig waren uit een oude kleurdoos. De volgorde van de kleuren en het resulterende patroon dat ze vormen is rechtstreeks overgenomen van de volgorde van de doos en hoe de potloden daarin na jaren van gebruik gerangschikt zaten. Hier en daar scheurde het papier en ontstonden accidentjes.
Cami Caubergh vroeg enkele mensen om voor de duur van de tentoonstelling een juweel te dragen.
Gauthier Oushoorn toont ons opnieuw heel verfijnde ingrepen, waaronder een meranti lat die verstelbaar is door ingezette tandjes van populier.
Sharon Van Overmeiren toont twee mooie aquarellen.
Marijke Aerts tekende met posca-stift een beweeglijke zwerm op ramen, muren en dakkoepel. Misschien brengt ze ook nog een schilderij mee.
Sofie Van Crimpen toont ons tal van kleine en nog kleinere sculpturen die, vertrekkend van de vorm van het menselijk lichaam, abstracte, sensuele vormen aannemen. Vaak verwerkt ze wol in haar werk. Dit zien we het best in de spiegel, die zijn reflecterend effect ontleent aan een prop zwarte wol.
Slot
Een vooraanstaand kunstenaar met internationale faam, maar geboren in ons land, heeft eens verklaard dat hij, zittend aan de kaptafel van zijn moeder, turend in de spiegel, ten slotte alleen nog een zwart gat op de plaats waar zich de weerspiegeling van zijn gezicht zich hoorde te bevinden. Een ander kunstenaar, die als kind zijn vader verloor, vertelde mij: ‘Hij is als een gat voor mij.’ Soms verschijnen het leven ene het werk van een kunstenaar als het schuimende bestaan van een luchtbel aan de uiterste rand van een maalstroom. De bel houdt stand, maar altijd voortgestuwd op de dunne rand van een lonkende, duister diepte. In deze vlucht vooruit toont de toekomst zich enkel als een opgebruikt verleden, dat soms verrassingen brengt, soms liefde en soms dierbare herinneringen, als dikke keien die blijven liggen. Mmm. Beeldspraak… De jonge kunstenaar probeert te worden wie hij of zij is, bedoel ik, en ervaart zichzelf soms als een grote, vormeloze leegte. Alles wat je probeert te maken lijkt al te bestaan. Alles lijkt al te bestaan, behalve jij zelf. En toch voel je dat je het recht hebt te mogen zijn wie je bent, anders, uniek, verschillend, vrij. En daarom ga je door.
Montagne de Miel, 20 april 2012