ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS
______________
Hans Theys
Arcadië vandaag
Over de schilderijen van Simona Mihaela Stoia
Weinig schilderijen zijn zo autonoom als het werk van Simona Mihaela Stoia (b. 1982). Ze steunen niet op verwijzingen naar bestaand werk, ze worden niet gestut door een meteen herkenbaar discours. Het lijkt alsof ze een eigen vorm heeft uitgevonden, met een eigen kleurenwereld, eigen composities, een eigen spel met texturen. Willen we iets over deze schilderijen leren, dan moeten we ermee leven, ernaar kijken, proberen te achterhalen hoe ze tot stand zijn gekomen. Kennis over het leven van de kunstenaar is overbodig. Toch kan zulke kennis ons het werk op een andere manier laten aanvoelen en zelfs verklaren.
De schilder bracht haar kindertijd door in een bergachtige streek in Roemenië, waar de mensen nog van het land leven, dat ze zelf bewerken. Ze was omringd door dieren, bomen, struiken, bloemen, bossen, bergen, luchten, wolken, wind en wisselend zonlicht. De dingen hadden nog een smaak. Dieren hadden nog een naam. Planten hadden een geschiedenis. Als ze met haar oma maïskolven oogstte, dan moest ze de laatste twee rijen onaangeroerd laten. ‘Dat is voor de dieren,’ zei haar oma.
Vandaag is Stoia nog steeds omringd door dieren en planten: een moestuin, kruiden, citroenboompjes. Ze gaat vaak wandelen. Ze houdt van bossen. Anders dan vele mensen, die treuren om het verwoeste of verdampte Arcadië van hun jeugd, draagt ze het met zich mee, brengt ze het telkens weer tot leven: wandelend, plantend, kokend, lezend, schilderend.
Toevallig had ik haar net aan de lijn. Ze vertelde me dat ze gisteren een fysiotherapeut heeft bezocht, een vrouw die een lichaamsdeel manipuleerde en haar vervolgens tien minuten aan zichzelf overliet. Dit twee uur lang. Tijdens de pauzes begon Stoia te mijmeren en herinnerde ze zich plotseling dat Joan Mitchell van schaatsen hield. ‘Ineens was ik zelf aan het schaatsen,’ vertelde ze, ‘schaatsen en schaatsen. Het gebeurde echt. Ik kan je vertellen wat ik droeg. Ik had witte schaatsen en een lichtblauwe broek. Heel lichtblauw, bijna wit. Mijn jas was erg dik en zacht, ik dacht dat hij me zou beschermen als ik viel. Ik voelde de koude lucht in mijn gezicht, alles glinsterde. Toen kwam ik aan bij een klein huisje. De sneeuw kraakte onder mijn laarzen. Binnen wachtte Oprah Winfrey op me. We spraken over de kleuren van de sneeuw. Het was erg gezellig. Ze had een privé-kok. We hebben geluncht. Het eten was heerlijk.’
De schilderijen van Stoia zijn kleuravonturen met de structuur van landschappelijke stillevens. De dun aangebrachte grondlagen creëren een (soms atmosferische) diepte. De opdoemende, half afgewerkte figuratieve elementen roepen het beeld op van stapels fruit, aangeschoten dieren en springende jachthonden, overschaduwd door boomkruinen of wolken. Onder deze composities gaan klassiek opgebouwde schilderijen schuil, zoals Le Radeau de La Méduse, 17de-eeuwse genreschilderijen of barokke jachttaferelen met enorme stapels slappe everzwijnen of herten. Tot slot zijn er de (schijnbaar) ruw of gul aangebrachte verfpartijen, die een derde textuur toevoegen aan het schilderij, dat zich hier toont als een van verf gemaakt voorwerp, dat niets hoeft voor te stellen en geen betekenis hoeft te hebben, maar wel iets voor ons kan betekenen, zoals een voorwerp, een boom, een bos, een berg, een landschap, een dier, een persoon of een idee.
Het meest specifieke aan Stoias werk is haar uitzonderlijke vermogen kleuren aan te maken die ze vooraf ‘ziet’. Elk schilderij heeft een bepaalde kleursfeer, die wordt opgebouwd met honderden verschillende kleuren die afzonderlijk geprepareerd worden. We zien niet één geel, roze of groen, maar tientallen varianten die samen een beeld van weelde oproepen, van smaken en geuren, van een fysieke wereld waarin een huid een geur en een kleur heeft, aangeraakt kan worden en kan voelen. Nooit hebben we het gevoel dat de schilderijen rommelig zijn, er lijkt iets in te gebeuren, te groeien, tot stand te komen. Als in een onbeschadigde wereld, voortgekomen uit een onstuitbare vormzucht.
Montagne de Miel, 26 september 2024