Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

©Hans Theys
Clément Jacques-Vossen - 2024 - Façadeklasjer. Een analyse [NL, essay], 2024
Text , 13 p
ink on paper

 

 

 

___________________________

Hans Theys

 

 

 

Façadeklasjer

Een analyse van dertig schilderijen van Clément Jacques-Vossen

 

 

Inleiding

 

Als kunstenaar-parvenu die wil worden wie hij is, geeft de Brabantse schilder, tekenaar, rekwisieten-koning en performer Clément Jacques -Vossen (°1996) gestalte aan alter ego’s die zich bekwamen in de schermwedstrijd tussen droom en werkelijkheid. 

Zijn werk is onlosmakelijk verbonden met zijn betrokkenheid bij verschillende verenigingen, waaronder de Schaarbeekse Sint-Sebastiaansgilde. Zo sluit zijn praktijk naadloos aan bij de traditie van de stadsschilder, die in de tijd van Rogier van der Weyden verantwoordelijk was voor de vlaggen, wapenschilden en andere parafernalia die gepaard gingen met publieke vieringen.

Zijn schilderijen doemen op uit de duisternis, waar ze in de vorm van een dromerige, somtijds mismeesterde heraldiek en een handvol symbolen kleur, licht, troost en moed brengen. Als een Schots ruitpatroon geweven zijn ze, gebakken van verf en kleur, met veelzeggende nalatigheden en verrassende schilderkunstige ingrepen die vorm en inhoud uit elkaar voort laten komen en ons telkens weer op het verkeerde been zetten, gelukkig.

René du Goupil, 2023

Acrylic paint, ink, spray paint, oil on canvas, 150 x 90 cm

Dit werk stelt een schilder voor die nog iets toevoegt aan een afgewerkt, al gesigneerd schilderij. Gaat het om een zelfportret? Zien we dit tafereel door de spiegel die hij gebruikt om zichzelf te observeren? De handtekening op de achterzijde van het afgebeelde doek toont aan dat het schilderij pas ontstond na de publicatie van het boekje L’Ange du Bizarre (De Engel van het Raarkoddige), waarin de auteur een alter ego (Jean Casque-Enfer) laat wandelen en spreken met René du Goupil, een verzonnen avatar van Clément Jacques -Vossen. 

            Het personage verschijnt als een hedendaagse Velázquez, die een zelfportret toevoegde aan het al bestaande Las Meninas. In een eerste versie van dit schilderij kreeg de troonopvolgster een scepter aangereikt door een jongen die zich links op het doek bevond. Bij de geboorte van een mannelijke troonopvolger moest de oorspronkelijke bedoeling van het schilderij verborgen worden en voegde Velázquez zichzelf toe, schijnbaar werkend aan het dubbelportret van het koningspaar, dat zichtbaar is in de spiegel in het midden van het schilderij. Las Meninas krijgt zo twee nieuwe onderwerpen: het koningspaar en het schilderen zelf. 

            In het schilderij van Jacques -Vossen is niks koninklijks te zien. Het afgebeelde personage is kaal onder zijn haar, het truitje is geleend van een ander Spaans kunstenaar en de Schotse ruit van de broek is afkomstig van het bekakte kledingmerk Burberry, waarvan het logo, dat een galopperende ridder voorstelt, figureert op de achterzijde van het afgebeelde schilderij.

 

La tentation, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 220 × 190 cm

 

Overschildering van een schilderij dat gemaakt was als herinnering aan een bevriend schilder die stierf ten gevolge van een overdosis. Figuren in het eerste schilderij waren onder meer een cartoonesk paard en een doodskop met Mickey Mouse-oren, twee beelden die de vriend in zijn schilderijen gebruikte. Het overschilderde schilderij ontstond tijdens de rouw om zijn plotse overlijden, dat schuldgevoelens opriep. Met de verwerking kwam het besef van het toeval, het inzicht dat dit elk van ons kan overkomen, en het gevoel dat we in elk geval verder moeten. Daardoor ontstond de overschildering, die niet meer gaat over het verlies van één vriend, maar over de manier waarop we omgaan met de verleiding en met alle vormen van afhankelijkheid. 

            We zien een zelfportret in de gedaante van Sint-Antonius. De gele band was eerst een hartslagmeter. Nu is het een eye catcher, een teken van hoop of leven, dat tegelijk het beeld van een gevangene oproept. De vorm van de duivel werd overgenomen van mensen die deelnemen aan de Ommegang, hij komt voor in verschillende schilderijen. 
De duivel is geschilderd met Oost-Indische inkt. Bovenaan zie je een hoofdletter ‘O’, de ‘o’ van Jérome, gemaakt met aangelengde Oost-Indische inkt en een heel dunne laag rode verf. Je kan er het onbehandelde doek nog doorzien. 

            Jacques -Vossen leerde schilderen van een vriend, 
de schilder Tamsir de Halleux, en met YouTube-tutorials.

 

Haven van Arcachon, 2024

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 180 × 160 cm

 

Gemaakt voor een tentoonstelling in het off programma van Art Brussels, dat zijn veertigste verjaardag vierde. Jezus verbleef veertig dagen in de woestijn, de covid-tijd had het idee van de quarantaine weer concreet gemaakt, zoals je vroeger in havens een tijdje in quarantaine moest. De haven van Arcachon bevindt zich in de buurt van Bordeaux, een vroegere vakantiebestemming. 

            De vlag van Arcachon is zwart, wit en geel, zoals het truitje. De ‘witte’ strepen zijn niet geschilderd, ze komen uit de achtergrond. Linksboven zie je de kleuren van de seinvlaggen die een quarantaine aangeven: een vlag met vier gele velden en een vlag met twee gele en twee zwarte velden. De zwart-geel-rode motieven onderaan zijn losjes gebaseerd op de vloertegels in De Maagd van kanselier Rolin

            Het opschrift XL kan extra large betekenen, maar ook veertig. Eronder vind je streepjes die dagen aangeven: nog één dag te gaan. De positie van de figuur, verstrikt in het raster, heeft te maken met de opmerking van een oudere collega, die opmerkte dat Jacques -Vossen ‘zich opsloot in zijn kaders’. Sindsdien doet hij dat nog explicieter. Alleen de handen en het hoofd van de figuur zijn vrij. Maar de figuur is geschilderd met olie en de tralies met acrylverf. Het kan dat het acryl gaat afschilferen en de figuur binnen veertig jaar vrij is.

 

Jean de Bruges, 2024

Acylic paint, ink, oil on canvas, 190 x 150 cm

 

Ontstaan na het ontdekken van het lied ‘Jean de Bruges’ van Jacques Brel, te vinden op een langspeelplaat die gemaakt werd in opdracht van de stad Brussel. Eén lied gaat over een zeemeermin, een ander over een walvis. De liedjes zijn verhalend. Jean de Bruges ziet een zeemeermin, een engel, een vreemd wezen. Jacques -Vossen heeft in de KVS gewerkt. Daar woonde hij zes keer een herneming bij van Brels L’Homme de la Mancha, waarnaar hier verwezen wordt. De kweeste, de zoektocht naar een betekenis, een doel, een tijdperk die nooit komen. Het belang van dromen en zotheid. 

            De gele en zwarte ruiten op de schouderstukken verwijzen naar Vlaanderen, de rode en witte naar Wallonië, naar analogie met de verschillend gekleurde verkeerslichten in deze landsdelen. Onder de rechterschouder zien we de vlag van Jean de Bruges. De gele bloemvormige zonnen zijn een interpretatie van de vlag van Schaarbeek, waar Brel geboren is. Ook een belangrijke plek voor Jacques -Vossen, die er onder meer lid is van de Koninklijke Sint-­Sebastiaansgilde, een schuttersclub. Onderaan zien we de leeuw van Brugge en een door Jacques -Vossen gestileerde Michiel en de draak die verwijzen naar Brussel. Sint-­Michiel heeft hoorns, want we hebben allemaal iets duivels, we komen allemaal in opstand tegen onze vaders, tegen het patriarchaat. Op de broekspijpen lees je Brels naam, gespeld in de vorm van seinvlaggen. Elke vlag stelt een letter voor.

 

Département des aigles, 2023

Acrylic paint, ink, collage, spray paint, oil on canvas, 100 x 100 cm

 

Dit schilderij ontstond uit noodzaak. Jacques -Vossen had een werk nodig van één bij één meter voor een solotentoonstelling bij de kapper, een 50 jaar oude galerie in het Brusselse. De kop was al geschilderd toen het kasteel tot stand kwam, een beetje zoals een Brusselmans. 

            De vlag met de zwarte arend op gele achtergrond is het blazoen van Mechelen. De gele en rode strepen errond zijn afkomstig van een ridder in dienst van de Koning van 
Aragon die als beloning voor het winnen van drie veldslagen drie rode strepen vroeg en kreeg. Het portret doet een beetje denken aan de foto van Broodthaers met 
de lange neus op de cover van het Waterloo-boekje dat Theys twintig jaar geleden maakte voor Maria Gilissen. 

            Op het tafelblad vind je de initialen van Broodthaers, de bril van Alechinsky, de dwaas van de tarotkaarten en twee opgeplakte verpakkingen van chocolade muntjes. SPQR verwijst naar de Romeinen, de arend met twee hoofden naar het Heilig Romeinse Rijk, de N naar 
Napoleon.

 

Mon Theo, 2024

Acrylic paint, ink, spray paint, oil on canvas, 160 x 180 cm

 

Jacques -Vossen heeft een broer die Théo heet en een neus voor zaken heeft. Samen bezoeken ze tentoonstellingen. 

            De achtergrond verwijst naar Van Goghs Korenveld met kraaien, ook bekend als Korenvelden onder dreigende luchten. De ogen van de figuren zijn oranje en blauw, ze hebben een complementaire blik. De rooie oren zijn een knipoog naar Chaim Soutine en het oorverhaal van Van Gogh. De personages hebben iets opgevangen dat ze niet mochten horen, of het is te warm. De bloemen op de strohoed verwijzen naar een zelfportret van Ensor. Er ontbreekt een pluim, die nog toegevoegd zal worden. 

            De positie van de geheven hand en de ring verwijzen naar de twintigste-eeuwse kunstvorm rock ‘n’ roll. Op de achtergrond is een tekst van Damien Saez gespoten: ‘On 
a pas la thune mais l’espoir. Pas le blé mais l’envie’. (‘L’important, ami, c’est d’aller jusqu’au bout de la nuit.’)

 

The Last Battlefield, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 150 x 150 cm

 

Dit werk besluit een reeks schilderijen van geharnaste ridders, die hun oorsprong vonden in een weinig vrolijke schooltijd. Achteraf beschouwd dienden de harnassen als beschutting tegen toxische docenten. De schilder spreekt met zichzelf. De helm is afgezet. Het harnas is afgelegd, maar er is een gevangenisplunje tevoorschijn gekomen. 
De oude verwikkelingen hebben plaatsgemaakt voor nieuwe. 

            De rode achtergrond met bloemen verwijst naar La Dame à la licorne, gezien in het Musée de Cluny. Het groene vlekje is per ongeluk overgebleven van de achtergrond. Een paradijselijke wei waar nog geen veldslag heeft plaatsgevonden. De rest van de wei is gedrenkt in bloed.

            Truitje en broek hebben samen de kleuren van de Belgische vlag. 

            De tafelpoot rust op de lijst, maar de poten van de stoel komen ervoor.

 

Iris Run, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 160 x 180 cm

 

De ondergrond van vrijwel alle schilderijen bestaat uit verschillende lagen aangelengde Oost-Indische inkt. Hier ook. Dan zijn er witte streepjes toegevoegd. Daarna werd een elegant raster geweven door aangelengde blauwe acrylverf op een losse manier zowel horizontaal als verticaal van de ene zijde van het doek naar de andere te laten stromen. Vervolgens werd de goudkleurige lijst aangebracht, ook met acryl. De ondergrond van de lijst is gemaakt met een sneldrogende pasta die gebruikt wordt om schilderijen een ruwere textuur te geven. Daar werden sterren in gekrast met het harde uiteinde van een penseel. Een Europees kader.

            Sommige personen zijn niet Franstalig of Nederlandstalig, Waals of Vlaams maar hebben ‘le cul entre deux chaises’. Ze willen zichzelf geen Brusselaar noemen, maar Belg, of Brabander. De voeten van de linkse figuur zijn klauwen van de Waalse haan, de handen van de rechtse figuur zijn klauwen van de Vlaamse leeuw. Deze klauwen vormen samen met de mouwen een van de eerste Belgische vlaggen in het werk van Jacques -Vossen. De iris is een Brussels symbool, een moerasbloem.

            Foute lijnen van de basistekening met poscastift worden doorstreept, zodat de schilder weet welke lijnen hij niet moet volgen bij het inschilderen. (Zie ook p. 49 en 51.)

 

Les ténèbres, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 190 x 150 cm

 

Ontstaan als overschildering van een ouder schilderij waarin twee handen voorkwamen met ogen als stigmata, geïnspireerd door het gedicht Les ténèbres van Baudelaire, over een schilder die door een spotzieke God veroordeeld wordt tot schilderen in een donkere kelder en zijn eigen hart kookt en opvreet tot er een donkere maar toch lichtgevende muze verschijnt.

            Het oude, donkere werk is eerst overdekt met een fijne laag gesso. Daarna met één of meerdere lagen aangelengde Oost-Indische inkt. Het profiel van de vrouw is de enige plek waar na de laag gesso geen Oost-Indische inkt werd toegevoegd, de handen zijn overdekt met één laag inkt, de andere partijen met meerdere.

            De schaduwen van de armen zijn gemaakt met een dunne laag olieverf aangelengd met Shellsol-medium.

 

Man with Gold Coin, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 160 x 100 cm

 

Ontstaan als overschildering van een vrouwenportret. Een van de eerste schilderijen die vertrekken van een gouden lijst en het eerste dat onderaan geen lijst heeft. De lijst is niet decoratief maar architecturaal. 

            Het profiel op de munt is van Filip van België. De Romeinse keizers werden in profiel afgebeeld op de munten. Vermoedelijk werden daarom veel personen in profiel afgebeeld op schilderijen tijdens de renaissance.

 

Wildeman, 2024

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 190 x 150 cm

 

De figuur komt van een anoniem, vermoedelijk op Bruegel gebaseerd houtsnijwerk uit 1566 getiteld Maskerade van Ourson en Valentijn. Het gaat om een legende over twee broers van wie de eerste werd opgevoed aan het hof en de tweede door een beer. Samen gaan ze op avontuur, back to nature

            De Wildeman lijkt boom geworden, maar hij acteert, hij draagt een kostuum. Het doet denken aan de vele monsterlijke uitdossingen in vrijwel alle tradities, die in Europa vaak gepaard gaan met de naderende of uitdovende winter. 

            De bril komt van de Gilles de Binche: op hun maskers staan geschilderde brillen met groene ogen. De Wildeman draagt ook een doornenkroon.

            De groene vlekken zijn gemaakt met verf die overbleef na het schilderen van de bodem. De gouden lijst gaat eroverheen. Op de lijst werden met een poscastift medicinale bloemen getekend, naar miniaturen in het Getijdenboek Les Grandes Heures d’Anne de Bretagne.

            De donkere vlek boven de figuur is gemaakt met vuil water dat overblijft na het schoonmaken van de penselen. De lijst is geschilderd met acryl, bovenop olie. Daardoor is bovenaan rechts een scherf acryl losgekomen die in het hiernavolgende schilderij werd gerecycleerd (het gouden heuveltje). De figuur en de knuppel hebben een schaduw gekregen die diepte oproept, de onderste schaduw fungeert als sokkel. Waar de rode achtergrond en de groene voorgrond elkaar ontmoeten, vind je een ondersteboven weergegeven Brusselse vlag met een Sint-Michiel.

 

Peau d'âne, 2024

Acrylic paint, ink, collage, oil on canvas, 160 x 180 cm

 

Peau d’Âne is een musical voor kinderen uit 1970 met Catherine Deneuve in de hoofdrol, gebaseerd op een sprookje van Charles Perrault waarin een prinses die gedwongen wordt met haar vader te trouwen vermomd als ezel het bos in vlucht en zo een knappe prins ontmoet. De film is een gesamtkunstwerk, over the top ­kitsch, met heel realistische elementen. Het is allemaal heel oubollig, maar ook heel verrassend. Het kostuum van Catherine Deneuve is fascinerend. Ze proberen haar lelijk te maken, maar tevergeefs. Ze blijft wondermooi.

            Aan de horizon zie je een rood kasteel en een ridder die een reusachtige sprinkhaan bevecht. In de rechterbovenhoek zie je een collage met drie figuren geknipt uit lege verftubes. (Hoe minder afval hoe beter.) Als je goed kijkt, zie je nog verfresten op het vergulde aluminium. Twee van de figuren zijn vogels gebaseerd op gildebreuken, de onderste bestaat uit restvormen van de vogels. De mond is de restvorm van een uitgeknipte snavel.

            Als je verf heen en weer laat lopen, droogt ze sneller. Vandaar de druipers die horizontaal en omhoog lopen. 
De kunst is net te stoppen voor de druiper over de rand loopt. Samen vormen de druipers een vrij raster.

            In het ezelsvel zit een ronde opening die een gouden heuvel blootgeeft. (Het verffragment dat is losgekomen van de lijst in het vorige schilderij.) Het donkere groen dat een sokkel vormt, werd helemaal op het eind geschilderd, het witte streepje linksonder sparend.

 

Pogge, 2021

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 150 x 150 cm

 

Gemaakt in 2021, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de volksfiguur Pogge: een boer die, net als vele anderen, op de Brusselse Grote Markt groenten verkocht die vanuit de omliggende dorpen werden aangevoerd met ezels. De Schaarbeekse Josaphatstraat werd daarom vroeger de Chemin des ânes genoemd. 
Bij conflicten werd Pogge aangesproken als bemiddelaar. Als het probleem opgelost was, besloot hij met de woorden: ‘Alles es just’ (alle standpunten zijn evenwaardig). 

            Pogge was anderhalve meter groot, net als het schilderij. Het pin-schildje op zijn borst toont het blazoen van Schaarbeek. Het luciferdoosje dat zijn halsdoek samenhoudt, maakt deel uit van zijn traditionele uitrusting. 

            De achtergrond is gemaakt met inkt, de grijze vloer is geschilderd met acryl en de figuur met olieverf. Op de achtergrond zie je nog sporen van het opschrift ‘Painters will always paint’, een reactie tegen de docenten van de hogeschool, die wilden dat de leerlingen conceptueel werk maakten. 

            Jacques -Vossen is lid van de Vrienden van Pogge.

 

Mon seul désir, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 220 x 190 cm

 

De achtergrond is gebaseerd op La Dame à la licorne, waar de jonkvrouw verschijnt in een opengevouwen tent die het beeld van een vulva oproept. De eenhoorn verwijst naar de opgerichte mannelijkheid. Het personage draagt een paardenkostuum zoals je soms ziet tijdens het Brusselse carnaval. Het geruite motief van de broekspijpen verwijst naar Schotse tartan. De familie van Jacques -Vossen heeft Schotse roots. De Schotse ruit is een dankbaar motief voor een schilder. 

            We zien drie bijen, drie schelpen, drie manen en drie harten: een verwijzing naar de drie gebroeders Jacques. 
De vos verwijst (voor de eerste keer in een groot schilderij) naar de familienaam van de schilder. Rechtsonder op het kostuum zie je de gestileerde Sint-Michiel. Demon en Engel zijn verenigd. Het profiel van de eenhoorn is gebaseerd op een paard van Picasso. 

            De bijen komen af op de narcis, die in haar hart de Belgische kleuren heeft. De eerste gele streep heeft ook een rode rand. Het vaandel met witte manen in een lichtblauwe streep is afkomstig van de opdrachtgever van La Dame à la licorne. De harten komen uit een Schots blazoen. 
De trui doet denken aan Waar is Waldo. Het narcistische personage wil gezien worden, maar bestaat nauwelijks. De ogen van de figuren zijn hol. Het lijf van de eenhoorn ook. 

            Dit is het eerste van vier werken die gewijd zijn aan de ruiters van de apocalyps: de andere werken zijn Zotter dan zot, Le secret de la Licorne en For Gallantry.

 

Zotter dan zot, 2023

Acrylic paint, ink, collage, spray paint, oil on canvas, 220 x 190 cm

 

Het witte sint-andrieskruis van de Schotse vlag is er om een beetje te spotten met opa André Vossen. De vos heeft een engelenkroontje boven het hoofd, alsof hij een martelaar is. De gele leeuw ernaast is die van de stad Zottegem, waar dit werk getoond werd. Bij Bosch rust de trechter ondersteboven op het hoofd van de charlatan die een steen verwijdert uit het voorhoofd van de zot. Later stonden de trechters op de hoofden van de zotten zelf. De joker is de sterkste kaart van het kaartspel, ook symbool voor de nar, een belangrijk figuur aan het koninklijk hof omdat hij als grap vermomde waarheden mag verkondigen zonder gestraft te worden, behalve door de koning zelf. Links van de joker zie je de Dwaas van de tarotkaarten, die wijst op een streven naar vrijheid, scheppingskracht en trouw aan jezelf. Boven het portret van kapitein Hansdock en Clemclem lezen we de bekende rebus: ‘De wereld voedt veel’. Ernaast zien we 
een Belgische vlag waarvan het zwarte veld niet is ingevuld. 

De ezel is de Golf GTI van vroeger. Het narrenpak heeft ook ezelsoren. De groene steen in het voorhoofd van de nar verwijst naar de steen in het voorhoofd van zotten en naar de videogame The Sims. Een groene steen wijst daar op een blakende gezondheid. Op het narrenpak zien we ook echte pins, verzameld op de Vossenmarkt. Ze verwijzen naar de Schaarbeekse Prins Carnaval, de groene figuur die je onderaan ziet. 

            De bodem is gemaakt met een mengeling van veel soorten bruin, vuil water, stof, smeerlapperij, drab, glitters.

 

Le secret de la Licorne, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 220 x 190 cm

 

Soms wordt maandenlang gebroed op een schilderij. Dit werk kwam zonder veel tobben voort uit een ontmoeting. Het is gemaakt voor een solo in Oostende, bij Galerie P. Het verwijst naar Ensor en de zee. 

            De oranje ogen komen van een boekje dat Alechinsky maakte over Ensor, nadat Asger Jorn hem had gewezen op de toen minder bekende Oostendse schilder. De kijkende vuurtoren komt van een schilderij van Walter Swennen waarop een man met hoed een oog heeft als een schijnwerper. De titel komt van een album van Kuifje. De zeemeermin komt uit het lied ‘Jean de Bruges’. Het is een engel, een geheimzinnig wezen. 

            Verder zien we een blazoen met de sleutels van Oostende, het uithangbord van La Clef d’Or, een restaurant in de Marollen, en een masker dat je kan zien in het Ensorhuis. 

            Het Venetiaanse masker dat dreigt vertrappeld te worden verwijst naar een liefdesrivaal. 

            De hoorn van het rijdier reikt voor de lijst zoals de hand met de tang in de Kruisafneming van Rogier van der Weyden. 

            In beide vorige schilderijen hebben de schedel en de pompoen ogen in de vorm van hartjes, hier is dat het geval met het masker, in de volgende schilderij met de helm. 

            De lijsten van de vier schilderijen die hier besproken worden zijn goud-, zilver-, koper- en bronskleurig. Er is telkens in gekrast. 

            De vlinder komt uit de buik.

 

For Gallantry, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 220 x 190 cm

 

Sint-Joris komt hulp bieden aan een onfortuinlijke prinses en sluit daarvoor een verbond met de draak: een slangachtig vikingschip, waarvan de boeg gebaseerd is op een playmobil-draak. In de lijst werden links en boven ridders gegrift, rechts en onder draken. De helm is van Francesco Sforza, de hertog van Milaan. Het vaandel van de Sforzas bevat het Sint-Joriskruis van de Milanese vlag en een draak. Rechts daarvan, lees je ‘L’homme, le dragon et le doudou’ en zie je het logo van Alfa Romeo. Onder het vaandel van de Sforzas zie je de oranje draak van Wales, rechts daarvan een door Jacques -Vossen ontworpen blazoen met de Belgische kleuren. De gele schelp op een geel veld is een heraldische fout. De vos met drie staarten verwijst naar de drie broers. De draak met drie koppen komt van Game of Thrones. Het doorzichtige zwaard onderaan is Excalibur. (Sint-Joris wordt altijd met speer en zwaard afgebeeld.) De hartvormige ogen in de helm zijn zwart, omdat een helm een achterzijde heeft. Zoals de meeste schilderijen ging de opbouw van dit werk van start met verschillende lagen verdunde Oost-Indische inkt. Dan vlekken met pure Oost-Indische inkt. Dan een laag met water verdunde groene acryl en daarover ingrepen met meer geconcentreerde groene acryl. De meer geconcentreerde laag laat minder zwart door, waardoor ze lijkt op te lichten. Het lichtgroene mannetje dat zo ontstond (helemaal bovenaan) is een overtekening van de eerste schets, die afwijkt van de uiteindelijke compositie. Onder de neus van de ridder hing eerst een spin te bengelen, dat kan je nog zien.

 

Poursuivant d’arme, 2023

Acrylic paint, ink, collage, oil on canvas, 190 x 150 cm

 

Dit werk ontstond tijdens de eerste Israëlische aanvallen op Gaza. Direct verwijzen is onmogelijk, maar geen standpunt innemen ook. Op het voorhoofd van de figuur zie je een vizier, omdat Jacques -Vossen zich als kunstenaar geviseerd voelt: hij zou een standpunt moeten innemen, maar hij vindt dat vragen oproepen voldoende is. De sterren rond het hoofd komen van stripverhalen, waar ze aangeven dat iemand een boks in zijn face heeft gekregen. Hij is stunned

            De Schotse broek is een symbool voor vrijheid en onafhankelijkheid. Ridley Scott, William Wallace, Robert the Bruce. De tartan heeft de Palestijnse kleuren. Op de linkerschouder zie je de Amerikaanse vlag, op de rechter de Europese. Je ziet de Vlaamse leeuw en de Waalse haan in liefde verenigd. De arend op roodgele strepen is het blazoen van de stad Mechelen, waar dit werk getoond zou worden. Rechtsonder vind je het blazoen van de Hertogen van Bourgondië, die belangrijk waren voor Mechelen. De tentoonstelling in Mechelen ging over het Gulden Vlies.

            De schaduwen zijn gemaakt met aangelengde Oost­Indische inkt. In dit schilderij wordt de bodem voor de eerste keer over de lijst geschilderd.

            De rode oren en neus wijzen op rebellie en ergernis.

            De tranen berichten over liefdesverdriet.

 

A la quête du phare, 2024

Acrylic paint, ink, collage, spray paint, oil on canvas, 100 x 100 cm

 

De harlekijn is een Blanc Moussi. Dat is een carnavalsfiguur van Stavelot, met een lange neus. Zijn ogen zijn hol. Het kleed van zijn paard vertoont twee schelpen: het blazoen van Ensor. De drie zonnen hebben een gezicht, zoals ook al op de eerste miniaturen. 

            De achtergrond bestaat uit Oost-­Indische inkt en veel lagen verdunde gele acrylverf. De kringen zijn gemaakt met een spuitbus. De paarse bodem is complementair aan het groen erboven. De groene kleur komt van het geel en het zwart. Acrylverf kan je niet mengen zoals olieverf om bepaalde kleuren te bekomen, omdat het eigenlijk geen kleur heeft. Maar daardoor krijg je ook onvoorspelbare effecten, die je niet met olieverf kan bekomen. 

            De schaduwen van de figuren zijn gemaakt met Oost­Indische inkt. 

            De ogen van de vuurtoren zijn gemaakt met opgekleefde, beschilderde kroonkurken.

            De pin met de gouden kikker verwijst naar Le déjeuner sur l’herbe, waar twee dieren in voorkomen: een vogel en 
een kikker.

 

A Fool – An Angel of Cups, 2024

Acrylic paint, ink, collage, oil on canvas. Two times 220 x 120 cm

 

De Dwaas en de Kelken Koningin zijn tarotkaarten.

            Eerst zijn de blauwe lagen aangebracht, dan de gele. Daar werden tekeningen op gemaakt, beneden met oliepastel, boven met Oost-Indische inkt. 

            Op de plaats van de lichamen is eerst een laag sterk verdunde gesso aangebracht, daarna paarse strepen met olieverf. In de oogkassen zie je nog blauw van de achtergrond, opgelicht met verdunde gesso. Er is ook een extra laag blauw aangebracht, dat zie je aan de bleke randen en de niet overschilderde eenhoorn naast de linkerschouder van de Dwaas en de roepende figuur in de rechterbovenhoek van het rechterluik. 

            De twee luiken moeten van elkaar gescheiden getoond worden, zoals hier afgebeeld.

            De Kelken Koningin draagt een echte medaille.

 

Le fou à Venise, 2024

Acrylic paint, ink, collage, oil on canvas, 200 x 100 cm

 

De eerste geschilderde reus. Overschildering van één luik van een triptiek waarvan het centrale luik een piëta toonde en de zijluiken elk een heilige. Toen Rusland Oekraïne binnenviel, leek het schilderij te expliciet en werd het overschilderd met groene verf die was overgebleven van een monumentaal textielwerk dat werd getoond bij de kapper (zie p. 16) en daarom af en toe opduikt (zie ook p. 51 en 59). Het kapsel, het oogwit en een uitgespaarde vlek op de rechterschoen, waar eerst een sleutel getekend was, zijn groen gebleven. De romp en de broekspijpen zijn eerst overschilderd met Oost-Indische inkt, daarna werden er met olieverf horizontale en verticale strepen aan toegevoegd die het licht op een verschillende manier weerkaatsen, waardoor je diepte krijgt (zoals bij Pierre Soulages).

            De rode achtergrond schept een landschap dat uit balans is zoals bij de Mona Lisa, wat een soort van perspectief geeft als de figuur in de richting van de lagere horizon kijkt. Rechtsboven zien we de vlag Venetië met het opschrift ‘Biennale di Venezia 2024’ in plaats van hun leuze. 

            We zien ook doorstreepte delen van de ondertekening met poscastift (cf. p. 22): de bovenzijde van de laars en de rechtervoet die te hoog stonden. (Zie ook de hoed en de linkerdij in het volgende schilderij.)

            De reus draagt een echte medaille. Hij is effectief kaal onder zijn haar. Zijn neus is roze, hij begint te kalmeren.

 

L’Harlequin au renard et corbeau, 2024

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 180 x 160 cm

 

Overschildering van een zelfportret, waar de kunstenaar tegenover de duivel stond. We zien hetzelfde restgroen als bij het vorige schilderij. Het harlekijnspak werd bovenop de gele en groene achtergrond geschilderd, waardoor het rood donkerder is boven het groen. Tegelijk zijn de ruiten van de broek die eigenlijk geel moesten zijn rood ingeschilderd, wat niet opvalt. Daardoor heb je de indruk dat er een schaduw over valt. Het gezicht is gebaseerd op het masker van de Blancs Moussins uit Stavelot (zoals het harlekijntje op p. 45). Er zit een kogelgat in de hoed zoals bij Lucky Luke, die ook een witte hoed heeft. Doorheen het kogelgat zie je de achtergrond. De hoed, de borst en de linkerdij waren eerst verkeerd getekend, vandaar de doorstreepte lijnen. De schaduw-sokkel is gemaakt met Oost-Indische inkt. De ogen hebben dezelfde kleur als de glans op de vossenvacht. 

            Het inschilderen van de rechterhand is fout gelopen, zodat er verf weg geschraapt moest worden. Door dit wegschrapen werd de hand ineens realistisch. Het donkergele vlak rond de hand werd aangebracht om de schraapsporen te verbergen.

            De achtergrond moest crèmekleurig worden, als een oud document. Daartoe moesten paars, geel en wit gemengd worden, wat op het doek zou gebeuren. Dit mengen is halverwege gestopt, omdat de kleuren mooi waren. Het schilderij met de Dwaas is gemaakt volgens hetzelfde procedé. Daar is de achtergrond wèl beige geworden. (Le mat au renard, 2024. Niet afgebeeld.)

 

Intoxicated Man, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 150 x 150 cm

 

In het nummer Intoxicated Man zingt Gainsbourg over ‘Des éléphants roses / Des araignées sur le plastron / D’mon smoking / Des chauves-souris au plafond / Du living- / Room’. Gainsbourg beschrijft een delirium. De roze olifant is overgenomen van het logo van het gelijknamige biermerk. De vleermuis komt uit een Middeleeuwse miniatuur. 

            De spin die aan de olifantenpoot hangt is geschilderd met Oost-Indische inkt. De bodem is gemaakt met vuil water, dat veel verschillende kleuren bevat en mooi bruin oplevert. (In Congé annuel, het boekje dat model stond voor de reeks M’as-tu vu, noemt Walter Swennen dit ‘jus’.) 

            De broek van Gainsbourg is hol. De zitting van het krukje heeft dezelfde kleur als de lijst. De poot komt voor de lijst, de schoen rust erop.

 

La vie bascule, 2022

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 190 x 150 cm

 

De achtergrond bestaat uit verschillende lagen Oost-­Indische inkt. Hoe meer lagen, hoe donkerder. Het oog van het hobbelpaard heeft een beschaduwde diepte, omdat hobbelpaarden vaak holle ogen hebben. Het oog van de figuur komt niet uit de achtergrond, maar wekt wel die indruk omdat het is geschilderd met grijze olieverf. Het verst verwijderde been is overschilderd met lichtgrijze, met Shellsol-medium aangelengde olieverf, zodat het beschaduwd lijkt.

            Jacques -Vossen ontdekte achteraf dat de neus en het oor van de figuur, het oor van het hobbelpaard en de ellenboog samen een dans van driehoeken vormen.

 

Memento Mori, 2022

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 190 x 150 cm

 

Het tafelblad herinnert aan de tafel in de Triptiek van het laatste Avondmaal van Dieric Bouts, waarin het perspectief de kijker dient. De schaakstukken komen uit een bekend ivoren schaakspel dat werd gevonden op het Schotse eiland Lewis. Het is een van de meest complete schaakspelen die zijn overgebleven van de Middeleeuwen. 

            We zien ook een opgekleefde covid-tester, een teerling, een bloem en een transparante zandloper: beelden voor vergankelijkheid en toeval. ‘Soms moet je gokken en ervoor gaan,’ zegt Jacques -Vossen. 

            Het kleine figuurtje wordt opgegeten door de Dood, maar het houdt zijn bestek klaar om zelf de Dood op te vreten. ‘Avoir la gnaque’ betekent dat je gretig bent, gemotiveerd. La faim justifie les moyens. (De honger heiligt de middelen.) 

            Het truitje doet opnieuw denken aan ‘Waar is Waldo?’

 

In de schoenen van, 2024

Acrylic paint, ink, collage, oil on canvas, 100 x 100 cm

 

Links zie je de reus van Filips de Goede, die bewaard wordt in de Marollen. Hij is bijna vijf meter hoog en weegt 100 kilo. Rechts zie je de reus Clem le Fou. Op zijn romp herken je de leeuwen van de Gilles de Binche. De gele bok verwijst naar het Gulden Vlies, dat werd opgericht door Filips de Goede. Het is een ‘cheap sheep’, een goedkoop schaap. Ook zie je de raket van Kuifje. 

            In het midden zie je een geknielde figuur. Het is een overblijfsel van een zelfportret aan een schildersezel, dat overschilderd werd met rood. 

            De wangen van Filips de Goede en de irissen van Clem le Fou komen uit de rode achtergrond, de wangen van Clem le Fou niet. Beide figuren hebben een schaduw-sokkeltje van Oost-Indische inkt.

            Het kleed van Filips de Goede is geschilderd met Payne­grijs waaraan op het doek een beetje wit is toegevoegd, zodat er een mooi grijsblauw ontstaat.

            De reus van Filips de Goede draagt een echte pin in de vorm van een kroon. Hij heeft geen hals, zodat hij geen ketting kan dragen.

 

Mon cheval de bataille, 2023

Acrylic paint, ink, oil on canvas, 220 x 190 cm

 

Het kleed van het paard bestaat uit twee keer dezelfde vlag, waarbij het linkse exemplaar een beetje gekrompen is (de scheiding loopt onder de pols van het personage), trouw aan het Middeleeuwse principe dat je geen oppervlak onbenut laat, ook al leidt dit tot herhaling. De vlag in kwestie is die van de hertogen van Bourgondië op het toppunt van hun macht. Ze bestaat zelf uit verschillende vlaggen die overeenstemmen met het stapsgewijs toegenomen grondgebied. De Franse lelies in een roodwitte lijst vormen de vlag van de prinsen van Frankrijk. De gele en blauwe diagonalen in een rode lijst vormen het oorspronkelijke blazoen van de hertogen van Bourgondië. De gele leeuw op een zwart veld vormt het blazoen van de hertogen van Brabant. De rode leeuw op een wit veld staat voor het Hertogdom Limburg. Het schildje met de Vlaamse leeuw staat voor het Graafschap Vlaanderen. Het is kleiner omdat het minder prestigieus is dan een hertogdom. 

            Het masker van het paard, het oor van de figuur en de blauwe velden van de blazoenen komen uit de achtergrond. 

            De verst verwijderde poten zijn donkerder (ze bevatten minder titaanwit) zodat ze beschaduwd en verder verwijderd lijken. De zwarte partijen zijn geschilderd met ongemengde, zwarte olieverf.

 

Groene leeuw, 2024

Acrylic paint, ink, oil on canvas , 220 x 190 cm

 

Uitzonderlijk vertrokken van een met gesso behandeld wit doek dat werd overdekt met verschillende lagen aangelengde bordeauxkleurige acrylverf. Daarna werden figuurtjes toegevoegd met Oost-Indische inkt. Vervolgens werd een losjes geschilderde lichtgouden lijst toegevoegd (zonder af te tapen) die nadien gedeeltelijk overschilderd werd met donkerder goud. Tenslotte kwamen de centrale figuur en enkele toegevoegde figuurtjes: de sterren, de zon, het koeachtig iets, de bovenste vereenvoudigde engel die voor de lijst komt. De ondergrond schemert door de figuren, door het geel en het groen. De fietser stelt Emile Claus voor, een Belgisch impressionist. Hij draagt een groene leeuw met rode tong en klauwen. De muil van de leeuw is gemaakt met verdunde Oost-Indische inkt. De fiets is vereenvoudigd, er ontbreken veel elementen. Het achterste wiel is kleiner, wat de illusie van beweging versterkt. Het gras wordt donkerder naarmate het zich van ons verwijdert, waardoor er een kleurperspectief ontstaat. Daardoor heeft de grote figuur geen schaduw-sokkel nodig. Het laatst werden de zwarte grassprieten aangebracht.

            De groene baard doet denken aan piraten zoals Roodbaard. In de hoed van Emil staat een C, die de honderdste verjaardag van zijn overlijden aangeeft. Het schilderij werd gemaakt voor de Biënnale van de Schilderkunst in Deinze. De fietsploeg van die stad werd gesponsord door brouwerij Wiels. De signatuur verwijst naar Jean Brusselmans. De zin ‘Entre chien et loup il y a toujours un renard’ verwijst naar Johnny Hallyday (Entre chiens et loups).

 

 

Montagne de Miel, 2 juli 2024