Hans Theys is een twintigste-eeuws filosoof en kunsthistoricus. Hij schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars en publiceerde honderden essays, interviews en recensies in boeken, catalogi en tijdschriften. Al deze publicaties zijn gebaseerd op samenwerkingen of gesprekken met de kunstenaars in kwestie.

Dit platform werd samengesteld door Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen). Het kwam tot stand in samenwerking met de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (Onderzoeksgroep ArchiVolt), M HKA, Antwerpen en Koen Van der Auwera. Met dank aan Idris Sevenans (HOR) en Marc Ruyters (Hart Magazine).

ESSAYS, INTERVIEWS & REVIEWS

Walter Swennen - 2022 - Postmortemisme [NL, interview]
, 2 p
ink on paper

 

 

 

__________________

Hans Theys

 

 

Postmortemisme

Gesprek met Walter swennen

 

 

 

- Onlangs las ik een interview met jou in een echte krant van papier. In het midden van het interview wijst de auteur erop dat je doet alsof je een vraag niet hoort.

Swennen: Ofwel trekken we een week uit om over schilderen te praten, ofwel zeggen we niets. Ik heb het stuk ook gelezen. Je hebt altijd een heleboel dingen verteld die niet weergegeven worden, zodat er alleen algemeenheden overblijven. 

- Lees je kranten?

Swennen: De titels.

- Je hebt geen TV. Luister je naar de radio?

Swennen: Ik vind het leuk als mensen op de radio over schilderijen praten.

- Je bezoekt zelden tentoonstellingen. 

Swennen: Vorige week was ik een paar dagen aan zee en nam iemand me mee naar het museum in Oostende. Dat is een soort opslagplaats, ongelooflijk onoverzichtelijk. Je weet nooit waar je bent en waar de uitgang is. Heel lelijk dus. De dame aan de kassa vertelde dat de collectie achtduizend stuks telt. Ik zag twee of drie goede Ensors en twee werken van Brusselmans. Het is een triestige plek, je hebt geen zin om er rond te hangen. Vorige week ben ik in Wiels naar de Poèmes industriels van Marcel (Broodthaers) gaan kijken.

- En?

Swennen: Vroeger was er het postmodernisme. Ik vind dat je met betrekking tot Broodthaers kan spreken van postmortemisme. In tentoonstellingen als deze blijft er absoluut niets van zijn poëzie over.

- Tijdens onze laatste ontmoeting vertelde je over een auteur die erop wees dat het verschil tussen een kunstenaar die school maakt en zijn navolgers erin berust dat de kunstenaar niet weet wat hij gaat doen en waar hij zal eindigen, maar de navolgers wel.

Swennen: Ja, de navolgers weten wat ze moeten doen, de oorspronkelijke kunstenaar niet. Niemand kon zich het werk van Warhol voorstellen voor het bestond. Iedereen was verrast door de popart in de jaren zestig. We waren opgegroeid met het abstracte expressionisme. Popart was iets waar we op aan het wachten waren. Het was heel bevrijdend. We hadden in een werkelijkheid geleefd waarvan geen artistieke voorstelling bestond. Popart was de massale terugkeer van de wereld naar een ruimte die voorheen werd ingenomen door abstractie. Ik zag het als een soort landschapsarchitectuur met afbeeldingen, cijfers en letters.

- Tussen 1970 en 1980 heb je je niet met kunst beziggehouden, zeg je. Mag ik dit in verband brengen met een plattegrond van Elsene die je eens voor mij hebt getekend met plaatsaanduiding van alle goeie cafés uit die tijd?

Swennen: Op de Zavel in Brussel hield de grafisch ontwerper en activist Frans Pans een café open dat luisterde naar de naam Het Vermiljoen. ‘s Avonds laat, bij het aanbreken van de dag, kwam Marcel van Maele binnen met een bruine papieren zak in de armen, gevuld met sinaasappels. ‘Leve de mensheid!’ riep hij. En hij gaf iedereen een sinaasappel. Toen liep hij naar buiten ​om een ​​sinaasappel te schillen. De schillen gooide hij om zich heen terwijl hij riep: ‘Tsjip tsjip tsjip’. Vaak ging hij pas in de vroegte naar huis. In die tijd vond je ‘s ochtends op de stoep voor elke krantenwinkel samengebonden stapels kranten. Elke ochtend nam hij zo’n stapel mee naar huis om er zeer comfortabele fauteuils mee te maken. Een mooie tijd was dat, ook voor werklozen zoals ik (lacht). Een paar dagen geleden was ik aan het kletsen met mijn apotheker, toen die plotseling zei: ‘We moeten toch toegegeven dat we dertig jaar hebben overdreven, we hebben erop los geleefd ten koste van het milieu’. Ik antwoordde: ‘Spreek voor jezelf. Ik was werkloos tijdens jouw dertig glorieuze jaren’. Ik heb mij natuurlijk wel verwarmd met steenkool, maar ik heb nooit coca cola gedronken.

- Je was minder geprivilegieerd dan sommigen vandaag kunnen vermoeden. Maar dat mogen we niet meer zeggen. Wat vind je van de nieuwe politieke correctheid?

Swennen: Ah, jonge mensen! Als kind kon ik ze al niet uitstaan. Elke terreur van de zuiverheid is schandalig. Wat is het principe van de censuur? Je hebt een lijst met woorden en als je een van die woorden in een tekst ziet verschijnen, dan moet je de tekst verbieden, zonder te proberen hem te begrijpen. Het is een aspect van het neoliberale totalitarisme. Onlangs las ik een beetje in Marx. We hebben aan de universiteit allemaal geleerd wat marxisme is, zogezegd. Maar als je in zijn boeken duikt, wordt het heel uitgebreid. Zijn werk is heel rijk, heel concreet. Natuurlijk kwam ik ook een passage over schilderen tegen, waar hij het heeft over het verschil tussen ontwerp en uitvoering. Voor mij zijn die begrippen helemaal niet meer relevant, het heeft geen zin om ze te onderscheiden. Vandaar de diskwalificatie van het woord ‘project’. Daar kan niets interessants van komen.

 

 

Montagne de Miel, 7 februari 2022