Hans Theys is a twentieth-century philosopher and art historian. He has written and designed dozens of books on the works of contemporary artists and published hundreds of essays, interviews and reviews in books, catalogues and magazines. All his publications are based on actual collaborations and conversations with artists.

This platform was developed by Evi Bert (M HKA / Centrum Kunstarchieven Vlaanderen) in collaboration with the Royal Academy of Fine Arts in Antwerp (Research group Archivolt), M HKA, Antwerp and Koen Van der Auwera. We also thank Idris Sevenans (HOR) and Marc Ruyters (Hart Magazine).

Lisa Vantorre - 2017 - Verfijnde onhandigheid [NL, essay]

2 p.




__________

Hans Theys


Verfijnde onhandigheid
Over het werk van Lisa Vantorre



Jonge kunstenaars verrassen soms omdat ze vrijheden die oudere kunstenaars nog elke dag proberen te veroveren als verworven beschouwen en daardoor een nieuw, frisser startpunt hebben. Soms verrassen ze echter ook door een trefzeker gevoel voor kleuren, materialen, technieken en ideeën dat niet steunt op het werk van hun voorgangers, maar op een aangeboren of aangeleerde sensitiviteit en precisie. Lisa Vantorre (°1996) is zo’n kunstenaar. Haar allereerste schilderijen getuigden meteen van een zeer bijzondere aanleg, die je zou kunnen omschrijven als een samenkomst van een gevoel voor verfhuid en picturale diepte, een idee van wat een schilderij zou kunnen zijn, een scherpe blik en genoeg lef om te stoppen zodra er iets is ontstaan dat misschien een schilderij is.
      Vandaag zit ik in haar atelier, kijkend naar een nieuw werk waarop vier grote letters voorkomen. De letters zijn zwart, met witte boorden die een diepte suggereren. Ze zijn omringd met een warm geel dat niet bestaat. Ik sta op om te gaan kijken of de witte boorden geschilderd zijn of uitgespaard. Blij stel ik vast dat ze zijn uitgespaard en dat één uitsparing voorzien is van een wit geschilderd vlak, vermoedelijk om een foutje te corrigeren, maar daardoor een nieuwe picturale ruimte creërend. De allereerste schilderijen van Lisa Vantorre bestonden uit een drietal ingrepen, die elk een andere textuur hadden. Soms was deze textuur ‘slecht’ geschilderd, met een rommelige toets, soms was ze ‘te dun’ geschilderd, met veel medium. Eén schilderij bevatte een vormeloos kleurvlak: een schijnbaar onhandig geschilderd vel siliconen, aangebracht met een penseel. Dergelijk gevoel voor textuur is ongewoon. Veel schilderijen van Lisa Vantorre ontstaan dan ook als ontmoeting van enkele dun over elkaar aangebrachte verfhuiden, die bijvoorbeeld krom geschilderde, bijna ronde lacunes vertonen, zodat er een doorkijk ontstaat.
      Ik draai mijn stoel om en zie haar schilderen. Op een mooie ondergrond die bestaat uit opgedroogde plassen turkooise verf brengt ze letters van ultramarijn aan. Onder haar rode overall draagt ze een truitje met een opschrift dat uit een zwart en een rood woord bestaat. Haar hand is vast, zoals ik al vermoedde. Als ze het beeld van een ‘B’ oproept door de twee tussenruimtes te schilderen, doet ze dit op een rustige, maar besliste manier, tegelijk er niet om malend dat beide vlakjes niet even groot zijn. Ik ga naast haar staan.
      ‘In de streek waar ik vandaan kom, kan je veel stadsfresco’s zien,’ vertelt ze, ‘op gevels geschilderde reclameborden. Ik denk dat mijn liefde voor het schilderen, het aanbrengen en weer afschuren van verflagen, daar vandaan komt.’
      ‘Hoe hebben die fresco’s je aandacht getrokken? Kon je er eentje zien vanuit je slaapkamer of vanuit de tuin?’
      ‘Mijn vader is antiekhandelaar. En samen hebben we talloze rommelmarkten bezocht in Noord-Frankrijk.’
      ‘Kijkend naar oude voorwerpen zoals koekendozen, is je blik misschien verschoven naar de gevels?’
      ‘Dat denk ik wel. We zochten ook naar flacons van Martini, bijvoorbeeld, waardoor je vanzelf ook naar de grote geschilderde reclames voor Martini ging kijken.’

Ik ga weer zitten en kijk naar deze jonge, schilderende persoon, die vermoedelijk niet weet dat de ouders van Jeff Koons een brocanterie dreven. Buiten drijven muziekwolken voorbij, zoals Felix Timmermans ze noemde. Als ik haar daarop wijs, vertelt ze dat ze vroeger muziek maakte door de noten af te stemmen op de klimmende en dalende bovenranden van voorbijdrijvende wolkentreinen. De zonbeschenen wolken hebben blauwgrijze buiken. Soms ben ik blij dat ik besta.


Montagne de Miel, 14 december 2017